Salma0905
MANAGEMENT (2023-2024)
Hoe studeren voor dit vak?
Slides is een goede houvast (om te weten wat je moet kennen en wat niet) MAAR het is niet
voldoende om te kunnen slagen! Aan het begin van elke ppt is er een slide met leerdoelen.
Lessen volgen om notities te nemen (bij de slides)
Als je iets niet begrijpt of meer voorbeelden wil moet je het boek gebruiken
Papers, cases, artikels en internetartikels over management (Canvas)
Indien gastlezingen ➔ ook leerstof (dus notities nemen)
Wat zullen we zien?
1. Grondslagen van management
2. Planning: het leveren van strategische waarde
3. Organisatie: het uitbouwen van een dynamische organisatie
4. Leidinggeven: het inzetten van mensen
5. Controle: leren en veranderen
Examentip: leer alles van dit samenvatting, ook de details!!
1
, Salma0905
Hoofdstuk 1: Management en prestatie
Managen in een concurrentiële wereld
Vier uitdagingen die de bedrijfsomgeving kenmerken:
1. (De-)globalisering
2. Technologische verandering
3. Kennismanagement (knowledge management)
4. Samenwerking over de grenzen heen, als proces van kennismanagement
1. (DE-)GLOBALISERING
• Interactie en integratie tussen mensen, ondernemingen, overheden
• Globale ondernemingen met kantoren en productievestigingen wereldwijd
• Kleine en grote ondernemingen
• Talent heeft internationale dimensie ➔ invloed op personeelsbeleid, vb. expats
Het is belangrijk om als bedrijf te weten hoe het zit
met de graad van globalisering wereldwijd. De rest
van de wereld heeft uiteindelijk ook impact op uw
organisatie. Bijvoorbeeld een schoenenwinkel Torfs
=> er zijn heel veel andere ondernemingen die ook
schoenen verkopen. Globalisering wordt steeds
belangrijker om op te volgen.
Management gaat niet over een aantal To-do’s die
je moet afvinken of theorieën die je letter voor
letter moet volgen. Management is veel meer!
Het stukje ‘de-‘ zegt dat we het tegengestelde van globalisering aan het doen zijn.
Wereldwijd de som van import en export / bbp
Import beperken ➔ de-globalisering (omdat we bijvoorbeeld niet afhankelijk willen zijn van het
buitenland). Geopolitiek ➔de-globalisering (door bijvoorbeeld oorlog Rusland-Oekraïne).
2. TECHNOLOGISCHE VERANDERING
Een goede voorbeeld hiervan is AI (Artificiële Intelligentie) wat eigenlijk niet zo nieuw is, maar ook dit
is belangrijk om op te volgen. Je moet de golven van technologische vooruitgang volgen omdat het
steeds meer gebruikt wordt door concurrentie en daarom belangrijker is dan ooit.
Mid-1990 tot begin 2000 ‘INTERNET’
Consultatie data online, dot.com online en communicatiebedrijven, internetzeepbel
2004-2015 ‘MOBIEL INTERNET’
Interactief, gebruiksvriendelijker, consulteren én delen (video’s, foto’s)
Golven van Sociale media start-ups
digitalisering 2015 - ➔….vandaag ‘AI’
“read-write-execute” ➔Internet of Things (IoT)
Real time systemen
Mobiele applicaties
Big Data Analytics: de grondstof voor een bedrijf, hoe meer data hoe sterker het bedrijf is!
Cloud Computing: grootschalig stockeren van data
Artificiële Intelligentie
2
,Salma0905
Internet kan dienen als:
▪ Online marktplaats (waar vraag en aanbod samen komen);
▪ Distributiekanaal (mogelijkheid geven om zaken te bestellen) en
▪ Plaats voor netwerking en delen van informatie (tussen consument en producent).
Internet draagt bij tot:
◊ Helpt bij kostenverlaging en internationale handel (je kan exact weten waar je doelgroep zich
bevindt en tot hun geraken waardoor je geen geld zal verspillen aan het maken van reclame
voor een foute doelgroep)
◊ Informatiestromen en leerprocessen (data van consumenten opslaan en van het ene bedrijf
verkocht aan het andere bedrijf)
◊ Efficiënte besluitvorming (o.a. door betere communicatie)
3. KENNISMANAGEMENT
Centraal: vertaling van sterke ideeën in innovatie (vernieuwing in productie)
Sectoren en activiteiten: entertainment, reclame, software, farma, deeleconomie,…
Kenniswerker: Managers, medewerkers die kennis en informatie voor ontwikkeling nieuwe kennis,
ideeën, signaleren en oplossen van problemen gebruiken. Dit is een zeer belangrijke rol!
Kennismanagement in een organisatie: het maximaal benutten, delen en verwerven van voordeel uit
intellectuele hulpbronnen, nl.:
• Expertise en vaardigheden kenniswerkers = cruciaal
• Visie, creativiteit, wijsheid die je ontwikkeld hebt (binnen of buiten een
bedrijf)
• Relaties via netwerking en samenwerking
4. SAMENWERKING OVER DE GRENZEN
Horizontale = expertise
Verticaal = diepte en breedte
3
, Salma0905
Het is belangrijk dat bijvoorbeeld een farma en een ziekenhuis kennis met elkaar delen: o.a. wat ze
nodig hebben van elkaar, expertise, informatie,…
Je kan zelfs als zelfstandige je expertise verkopen aan andere bedrijven die dat nodig hebben. Dus
kennis is zeer belangrijk binnen een bedrijf/organisatie maar zeker ook erbuiten!
5. Succesfactoren voor lange-termijnprestatie (managen met het oog op concurrentievoordeel)
Innovatie, kwaliteit, dienstverlening, snelheid, kostencompetitiviteit, duurzaamheid
We denken altijd automatisch aan het liberale model waarin we volledige vrijheid hebben (niemand
gaat je zeggen hoeveel je moet produceren bijvoorbeeld). Maar het is belangrijk te weten dat we
geen volledige vrijheid hebben. Er is wel een grote mate van vrijheid.
Prestatie = verwijst naar een aantal indicatoren die je tonen of je het goed hebt gedaan of niet
(= prestatiemaatstaven) vb. omzet, winstgevendheid, klantentevredenheid,
marktaandeel, energieverbruik, personeelsverloop,…
5. Innovatie (managen met het oog op concurrentievoordeel)
Innovatie: de ontwikkeling van nieuwe technologieën, productieprocessen, goederen, diensten,
communicatie- en leveringssystemen
Onderneming:
• moet zich aanpassen aan vraag van consumenten: de smaken, preferenties van klanten
veranderen steeds. Je gaat steeds moeten innoveren om de klant te kunnen overtuigen om
het te kopen)
• moet rekening houden met (nieuwe) concurrenten: je moet uniek blijven, je klanten
behouden ➔ daarom moet je steeds innoveren (omdat je concurrenten dit ook zullen doen)
• moet innoveren of ‘capituleren’: je moet het uiteindelijk ook doen om als onderneming te
kunnen blijven bestaan
6. Kwaliteit (managen met het oog op concurrentievoordeel)
Kwaliteit = is functie van eigenschappen product met als streefdoel uitmuntendheid (excellence)
VROEGER EVOLUTIE VANDAAG
Nadruk op aantrekkelijkheid, Preventie (vermijden dat fouten zich voordoen)
betrouwbaarheid, Streven naar zero defects in productie
beperken van gebreken Nadruk op kwaliteit in alle fasen, vanaf design-fase
= Total Quality Management
Continuous improvement (Kaizen, Japan):
Voortdurend verbeteren van producten en
processen
Hoe? Hoe?
Kwaliteitscontrole na voltooiing product, Samenwerking, betrokkenheid, pro-activiteit en
vervolgens aanpakken van gebreken creativiteit bij het oplossen van problemen
4