Inleiding in de psychologie
• Opnames worden na de lessen op toledo gezet (niet direct)
• Een inleiding in de psychologie in 11 ¾ hoofdstukken -> het boek
1
, Hoofdstuk 1: om te beginnen
1.1. What’s in a name
We worden voortdurend geconfronteerd met “psychologie”, maar meestal wordt dat niet beschouwd als
wetenschappelijke psychologie.
Het begrip psychologie
Psychologie als wetenschappelijke discipline wordt vaak verkeerd ingeschat, zowel onderschatting als
overschatting. Een psycholoog kijkt niet/ observeert niet naar u of doet je niet constant dieper bekijken
Psychologie => positieve wetenschap
Het domein van de wetenschappelijke psychologie is zeer breed, er vallen verschillende aspecten onder maar
doen ook verschillende onderzoeken over verschillende aspecten. Vragen binnen de wetenschappelijke
psychologie die behandeld werden:
• Leugendetector heeft heel vaak een foute diagnose
• Wat er rond ons gebeurt komt niet terecht in het geheugen, vervormd
• Herkenning in het spiegelbeeld kan bij mensen en de huisduif
• Perceptie = waarnemen
• Intelligentie is het resultaat van erfelijkheid, omgevingsinvloeden en is dynamisch
• Depressie is de meest frequente mentale stoornis
Definitie van psychologie:
1) Psychologie is de wetenschappelijke studie van de mentale processen en het gedrag (Roediger)
2) Psychologie is de empirische studie van het gedrag en de mentale processen (Zimbardo)
We moeten vanuit al de verschillende soorten definities, omdat de psychologie zo breed is, moeten we de
termen “gedrag” en “mentale processen” zeer breed opvatten.
Ook andere wetenschappen bestuderen het gedrag:
• Economie (economisch gedrag)
• Criminologie
• Sociologie
• …
Zij bestuderen dus ook het menselijk gedrag maar vanuit een ander gezichtspunt.
1.2. Belang van kritisch denken
Pseudowetenschappelijke aard
De psychologie betwist ongefundeerde uitspraken van pseudowetenschappelijke aard:
Pseudowetenschappelijke aard: elke poging om fenomenen uit de natuurlijke wereld te verklaren die niet
gebaseerd is op empirische observatie of op de wetenschappelijke methode.
Uit onderzoeken blijkt dat 40% tot 75% van de bevolking gelooft in verschijnselen zoals telepathie,
helderziendheid, bioritmen en psychische heelkunde. Uit talloze empirische studies is gebleken dat het
investeren hierin nutteloos is.
De onderzoeken naar Extra sensory perception = helderziendheid of andere bovennatuurlijke fenomenen zijn
zonder uitzondering steeds negatief geweest, er zijn eeuwen lange empirische studies naar geweest, deze
verschenen steeds negatief.
2
,1.3. Freud en psychologie
Het Freudprobleem
Sigmund Freud en Karl Gustav Jung zijn één van de bekendste psychologen die gekend zijn bij de mensen, ze
waren echter geneesheren dus GEEN psychologen. De theorieën die ze hadden opgesteld worden door de
psychologen argwanend bekeken.
Freud zijn onderzoeksmethoden (afleiding van wetmatigheden uit klinische gevallen) is zeker niet representatief
voor de gangbare psychologische onderzoeksmethoden, volgens Stanovitch.
Het Freudprobleem: de associatie van psychologie met de psychoanalyse
APA => American, Psychological, Association
Nobelprijswinnaars voor het onderzoek binnen de psychologie:
• Hubel
• Wiesel
• Simon
• Kahneman
Zij zijn echter allemaal onbekend bij het volk.
1.4. Een beknopt historisch overzicht
Lezen op pagina 20
1.5. Methodologische eisen voor wetenschappelijk onderzoek
Drie belangrijke kenmerken
1) Systematisch empirisme:
Onderzoeksbenaderingen die vertrekt van sensorische ervaring en observatie als onderzoeksgegevens, dus de
zintuigen. Hoe bekend de wetenschapper ook wel niet is, zonder empirisch verzamelde evidentie kan hij/ zij de
wetenschappelijke gemeenschap niet overtuigen. Dit was vroeger anders, de nadruk op de empirische studie
van de werkelijkheid staat namelijk in contrast met de werkwijze van de filosofie.
De aderlatingen van Benjamin Rush: Iedere keer als ze in de ader van een patiënt snijden -> geneest de patiënt
bij gele koorts, als die zou sterven dan zeggen ze dat hij te ziek was.
2) Publiek verifieerbare kennis
Het moet repliceerbaar zijn als ze iets vinden binnen de wetenschap. Daarom worden fenomenen (het zien van
aura’s) uitgesloten van de wetenschappelijke status, ze zijn namelijk niet voor iedereen toegankelijk.
Dezelfde procedure toepassen dan moet ook dezelfde resultaten bekomen. We werken binnen de wetenschap
ook met een peer review: het wordt niet zomaar gepubliceerd, het wordt eerst rond gestuurd naar experts voor
een goedkeuring. Zij kijken over het algemeen naar:
• De zinvolheid van de vraagstelling
• De aangewende procedures
• De verwerking van de gegevens
• Het gegrond zijn van de conclusies
• Het ethisch karakter van de gebruikte methode
3
, Als de auteur zijn wetenschappelijk onderzoek terug krijgt, na de peer review, dan kan hij allemaal
aanpassingen doen aan de hand van de aanbevelingen door de mede experts. Het volk zal nooit het eerst
geschreven wetenschappelijk onderzoek lezen.
3) Toetsbare theorieën en uitspraken
Aan de hand van het falsifieerbaarheid: de fouten moeten in principe aantoonbaar zijn.
Wetenschapsfilosoof Karl Popper gaf aan dat Freuds psychoanalyse een voorbeeld is van een
niet-falsifieerbare theorie, hij verweet Freud ervan dat zijn psychoanalyse voortdurend was opgebouwd met
post-hocverklaringen (verklaringen die bedacht zijn na het bekijken van de resultaten).
(!!) Toetsbaarheid kan variëren met de tijd
(Wat nu niet toetsbaar is kan later wel toetsbaar worden)
Van kennis tot wetenschappelijke wet
Door de geformuleerde eisen overstijgt de wetenschappelijke kennis de gewone “common sense”,
vertrekkende vanuit een systematische observatie zal de wetenschapper aan de slag gaan voor het onderzoek.
Een theorie: een relatie tussen een set van concepten die gebruikt worden om data of gegevens te verklaren en
predicties te maken over resultaten van een empirische studie
Een hypothese: een specifieke predictie afgeleid van een theorie toegepast in de context van een concreet
onderzoek. Als de data de hypothese tegenspreekt moet er dus een nieuwe theorie worden ontwikkeld om die
data te kunnen verklaren.
Een wetenschappelijke wet: de relatie tussen verschillende variabelen frequent die geconfirmeerd is. Deze is
meestal oninteressant voor verdere wetenschappelijke onderzoeken, zodra de wet voldoende is aangetoond via
empirische gegevens.
Wetenschappelijke activiteit: speelt voornamelijk af op de grenzen van het kennisbestand.
1.6. Onderzoeksmethoden
Positiefwetenschappelijk onderzoeksmethoden
We kunnen binnen de onderzoeksmethoden een onderscheid maken tussen positiefwetenschappelijke en
geesteswetenschappelijke onderzoeksmethoden. De psychologie valt hier tussen in, het gedrag kan men
namelijk op een positiefwetenschappelijke manier bestudeerd worden, maar via een
geesteswetenschappelijke onderzoeksmethoden ( -> de interpreterende methode).
Er bestaan twee soorten onderzoeksmethoden:
• Descriptieve methoden
• Experimentele methoden
Deze vallen niet samen met de positiefwetenschappelijke of de geesteswetenschappelijke
onderzoeksmethoden, ze verwijzen namelijk naar onze onderzoeksprocedures.
I. Naturalistische observatie
Dit is een observatiestudie dat buiten het laboratorium gebeurd, namelijk in de natuurlijke situaties. Deze
observatie heeft een groot nadeel: mensen/ dieren kunnen namelijk hun gedrag wijzigen als ze weten dat ze
geobserveerd worden.
4