GEZINSONDERSTEUNING
OPVOEDINGSONDERSTEUNING
INTRODUCTIE TOT GEZINSONDERSTEUNING
WETGEVING
• Decreet Preventieve gezinsondersteuning goedgekeurd
• Op woensdag 20 november 2014
• Tijdens de internationale kinderrechtendag, keurde het Vlaams Parlement het decreet inzake
de organisatie van preventieve gezinsondersteuning goed
HUIS VAN HET KIND
• Omdat (aanstaande) gezinnen de ondersteuning verdienen die ze nodig hebben … een lokale
samenwerking in functie van de gezinnen:
• lokale noden: In elke gemeente, of over verschillende gemeenten heen kan er een rijk aanbod
samengebracht word
• Omdat lokale besturen een belangrijke rol spelen in het vormgeven van een lokaal gezinsbeleid,
krijgen ze ook in de Huizen van het Kind een prominente rol, sam en.
• Vele organisaties, professionelen, vrijwilligers en burgers zetten zich elke dag in voor gezinnen met
kinderen en jongeren én voor kinderen en jongeren zelf.
• Belangrijk krachten te bundelen, er is nood aan vormgeven aan een diversiteit aan ondersteuning
bij het opvoeden en opgroeien → Iedereen die gezinnen met kinderen ondersteunt, wordt
aangemoedigd om dat aanbod te integreren in een samenwerkingsverband Huis van het Kind.
• Zo vormen opvoedingsondersteuning, preventieve gezondheidszorg, nood aan sociale steun,... een
sterk en samenhangend geheel.
• en met de lokale partners.
• Wetgeving: weinig regels:
• Voordeel: echt lokaal uitwerken → Inspelen op lokale noden
• Nadeel: onzekerheid, onduidelijkheid over wat kan en mag
• Kern: “Het verlangen om samen gezinnen te ondersteunen”
Wat betekent huis van het kind voor:
Voor gezinnen Voor organisaties
• Spoor (er is altijd een weg) • Spiegel (in vraag stellen)
• Brug (tussen gezin en andere organisaties) • Web (vervinding tussen verschillende organisaties)
• Florist (laten openbloeien) • Landmeter (transpiratie brnegen)
• Tanksation (bijtanken) • Fundering (elkaar verstevigen)
• Bomen (om zuurstof te geven) • Voetbalteam (samen werken aan een doel)
• Schakel (naar verbetering) • Carrousel (samen een mooi geheel vormen waar
kinderen en ouders graag vertoeven)
1
,PREVENTIEVE GEZINSONDERSTEUNING
Volgens het decreet: “ het geheel van maatregelen en aanbod dat gericht is op het bevorderen van het
welbevinden van alle gezinnen met kinderen en jongeren en aanstaande ouders met inbegrip van de
ondersteuning op het vlak van opvoeding en preventieve gezondheidszorg, zodat voor ieder kind en jongere
maximale gezondheids-en welzijnswinsten gerealiseerd worden”
WELBEVINDEN
• Welbevinden is niet zo eenvoudig vast te nemen…
• Wat zou invloed kunnen hebben op het welbevinden van kinderen en hun gezinnen (ouders en
opvoedingsfiguren)?
• fysieke gezondheid, psychische gezondheid, sociale netwerk, beschikbaarheid,
toegankelijkheid diensten, huisvesting, buurt, speelplekken, …
ONDERSTEUNING
• Is voor iedereen anders:
• Wat zou voor ouders ondersteunend kunnen zijn?
• Vb. Lezen blog
• Ondersteuning: Materieel en/of Immaterieel!
GEZINSONDERSTEUNING = COMPLEX
Wat is welbevinden? Voor iedereen is ondersteunend iets anders? → Complex gegeven
PIJLERS EN WERKINGSPRINCIPES
Decreet verwijst naar 3 pijlers
1. Preventieve gezondheidszorg
2. Opvoedingsondersteuning
3. Activiteiten om ontmoeting en sociale cohesie te bevorderen
Dus meer dan alleen ouders ondersteunen in hun rol, ook kinderen en ook bredere
leefomgeving van het gezin
Een brede kijk 3 werkingsprincipes:
1. Geïntegreerd werken: aandacht voor kinderen en ouders in al hun facetten
• Een kind staat nooit op zichzelf (zie lessen gezin als psychosociaal systeem, systeem in crisis !!)…
• Valkuil enkel kijken vanuit eigen expertise → gefragmenteerd
• Versnippering:
• Sector
• Leeftijd
• Doelgroep
• Beleid
➔ Tegengaan van: “dit is niet voor onze werking…” → Door organisaties te verweven
Minimale voorwaarden voor geïntegreerd werken: Tijd en middelen, betrokkenheid, engagement,
reflecterend vermogen en respect voor democratische waarden, samenwerking, Gedeelde uitgangspunten
2. Inclusief werken – progressief universalisme
2
, Inclusief werken = inspelen op verschil, Zodat iedereen zich welkom kan voelen
HOE?
➔ Toegankelijkheid voor de deur: aanbod bekendmaken, reputatie organisatie, …
kunnen drempels zijn om van het aanbod gebruik te maken
➔ Toegankelijkheid na de deur: voelen ze zich welkom?
7B’s helpen om toegankelijkheid in vraag te stellen:
• Voldoende afgestemd aanbod? Gepaste openingsuren? Wachtlijsten?
BESCHIKBAAR Inschrijfprocedure?
• Voldoet het aan de behoeften? Levensfases? Biedt de dienstverlening een
BRUIKBAAR antwoord?
• Is het aanbod bekend? Welke vragen kan je stellen? Welke diensten?
BEKEND
• Taal? Transparante dienstverlening? Informatie?
BEGRIJPBAAR
• Toegankelijk in ruimte en tijd? Openbaar Vervoer? Veilig toegankelijk?
BEREIKBAAR Afspraken?
• Financiele en psychologische kostprijs voor deelname?
BETAALBAAR
• Respect voor privacy? Serieus genomen? Luisteren? Warm en op het gemak
BETROUWBAAR stellen?
3. Participatief werken: samen met kinderen en ouders
Kinderen en ouders hebben een inbreng: Zeker omwille van de eigen ‘lokale’ invulling (leren
en groeien samen met je gebruikers / doelpubliek) → Een verschuiving in visie: Van klant naar
partners
Belangrijk kinderen en ouders als partners, evenwaardige partners te zien:
Democratische visie, de erkenning van rechten, samenleving en burgerschap staan bij
participatie centraal
• Participatie als proces: eerst comfort (thuiskomen) voordat er suggesties komen
• Verschillende niveaus:
• Samenleven: gewone gezamenlijke contacten, welkom, verbinding en
respect staan voorop
• Samendoen
• Samen denken en beslissen
• Valkuil: enkel participatie met moeder → er zijn ook vaders!
• Valkuil: enkel participatie met spraakzame ouders → gezinnen in sociaal
kwetsbare situaties!
3
, OPVOEDINGSONDERSTEUNING
Soms, meestal enkel noemer opvoedingsondersteuning terwijl het ook over gezinsondersteuning gaat!
➔ !!! verbreden in aanpak!!! opvoeden = gezinsactiviteit
GESCHIEDENIS OPVOEDINGSONDERSTEUNING
• Opvoedingsondersteuning is gegroeid (van informele gemeenschap naar programma’s)
• Inhoud
• Onderbouwing
• Variëteit aan methoden en programma’s
• Belang evidence based: vb. Triple P
WAT IS OPVOEDINGSONDERSTEUNING
• Bestaat uit al die activiteiten die tot doel hebben om ouders en andere opvoeders steun te bieden bij
het opvoeden:
• Opvoeden wordt daarbij gezien als een complexe opdracht, beïnvloed door een wisselwerking van
factoren:
• Kenmerken van het kind (zoals bijvoorbeeld ontwikkelingsnoden, temperament)
• Kenmerken van de (2) ouder (bijvoorbeeld persoonlijkheid, opvoedingsgeschiedenis,
opvattingen over opvoeden, opvoedingsvaardigheden)
• Context waarbinnen de opvoeding plaatsvindt (partnerrelatie, buurt, maatschappij).
• Vanuit deze definitie is het duidelijk dat opvoedingsondersteuning niet alleen focust op de interactie
tussen ouders en kinderen maar ook ruimer oog heeft voor de leefomgeving van kinderen.
VOOR WIE?
• alle ouders/opvoeders die de zorg opnemen van kinderen.
• Alle ouderfiguren, ouders, grootouders en familie worden hier dus ook toe gerekend.
• zeker ook “risicogroepen” bereiken zoals maatschappelijk kwetsbare gezinnen.
• andere specifieke groepen zoals eenoudergezinnen, nieuw samengestelde gezinnen, adoptiegezinnen enz.
4