Zelfstudie 1, oktober 2024, Politiek en Actualiteit:
A. De vernieuwing: De Monderne Tijden (1450-1650) Zie tekst blz. 1-7
1) Verklaar de term renaissance. Wat bracht de herbronning aan de oppervlakte? Ligt het humanisme
aan de basis van het Westerse denken? En hoe kan het beschouwd worden?
Renaissance = de wedergeboorte van de klassieke oudheid
- Nieuwe stromingen in de literatuur, kunsten en het denken
- De vernieuwing = herontdekking van het oude
- Beoefenen van Griekse en Latijnse kunstvormen + studie v klassieke filosofen stond
centraal.
-
Die herbronning (zie renaissance) = zorgt voor meer democratische denkbeelden en waarden als wijsheid
en schoonheid.
(bovenstaanden waarden en denkbeelden = het humanisme )
Het humanisme = naast Joods-Christelijke denken de tweede wereldbeschouwing die ad basis lag van toen
huidig westers denken.
Het humanisme een voorloper van het verlichtingsdenken.
2) Geef en bespreek de drie hoofdkenmerken van het humanisme.
A. Leggen ‘ook *’ klemtoon op:
- Menselijke persoonlijkheid
o Mens droeg, naast god, bij tot eigen persoonlijkheid
- Menselijke waardigheid
o Als reactie op barbaarse middeleeuwen, mensen werden als beesten
behandeld
o Humanisten Altijd in alle omstandigheden rekening houden met
waardigheid vd mens
Meer menselijkheid in:
Medische wereld
Strafrecht
Omgang in samenleving
Restant i/d grondwet = art 23 GW; Recht op een
menswaardig leven.
- Menselijke creativiteit
o Vermogen om zelf te creëren, naast God
o Humanistische-en renaissancekunstenaars verdiepen zich id bijna fotografie.
o = werkelijke weergave vd mens & landschappen
o Contrast met late middeleeuwen (fantasie, donker en mythische religieuze
kunst )
(* : ‘ook’ want humanisten bleven christenen ze geloven dat het leven & vorming
van iemands persoonlijkheid afhing v wil v God, maar naast God stellen ze ook de
mens centraal (in tegenstelling tot late middeleeuwers))
B. Vermogen om zelfstandig te denken, oordelen en handelen, naast God.
In verlengde daarvan “:
- BOEKDRUKKUNST midden 15de eeuw
- Wetenschap evolueerde
- Protestantisme duikt op
, C. Herstel van de beschaving
Wrede, barbaarse en inhumane middeleeuwen hadden westerse beschaving tenietgedaan.
- Kerk was ook verantwoordelijk “
o Hadden ideeën v klassieke oudheid geweigerd aan te brengen/leren.
o = kennis, kunsten en waarden vd klassieke oudheid waren verlaten.
- Humanisten wilden teruggrijpen nr klassieke oudheid om westerse beschaving v
ondergang te redden.
o Willen wedergeboorte Griekse en Romeinse beschaving
Dmv ONDERWIJS
Humaniora in steden waar kinderen v burgerij schoolliepen. Humanisten
liggen hiervan ad basis
Bieden kinderen algemen (geen louter religieuze) kennis aan.
Theologie
Filosofie
Algebra
Natuurkunde
Geschiedenis
Grieks & Latijn …
Dichtkunst (in klassieke humaniora heel belangrij)
o 5de jaar = poësis
o 6de jaar = retorica (welsprekendheid)
3) Beschrijf de inhoud van het boek Lof der Zotheid van Erasmus. Waarom trok Eramsus in het boek
de zotskap aan? Welke groepen bekritiseerde hij en waarom? Van welke schrijfstijl maakte
Erasmus in zijn boek gebruik en waarom?
LOF DER ZOTHEID = een satire waarin godin Zotheid een lofreden voor zichzelf afsteekt en beschrijft hoe zij
de wereld ziet. Dankzij haar zijn de zotten vrolijk, rustig en zorgeloos en de wijzen somber, ongelukkig en
humorloos.
Erasmus trok zotskap aan;
- Om ongedwongen de spot te k drijven met rijke koningen die het algemeen belang
negeerden
- Voordeelt oorlogszuchtige pausen en inhalige bisschoppen.
- Bekritiseerde theologen die weigeren de Bijbel en het geloof objectief te bekijken
= hij drijft spot met schone schijn, pedanterie* en narcisme v sommige kerkelijke/
wereldlijke leiders.
*gedrag van iemand die overdreven nauwkeurig of betweterig is, vaak op een irritante
manier
Schrijfstijl LOF DER ZOTHEID satire = originele schrijfstijl die hem toeliet de draak met de elite te
steken zonder daarvoor vervolgd te worden
4) De uitvinding van de boekdrukkunst leidde tot een papieren (technologische) revolutie en tot een
intellectuele revolutie. Leg dit uit.
Uitvinding boekdrukkunst 1450;
, - Papieren revolutie
o Teksten massaler en sneller produceren
Voorheen telkens geschreven teksten overpennen om meerdere
mensen te bereiken.
o Info bereikte op een goedkopere en ruimere manier het publiek.
- Intellectuele revolute
o Vrijheid van meningsuiting neemt toe
Verwerven, verwerken en distribueren v kennis =/ monopolie v
rooms-katholieke kerk.
Iedereen kan boeken & teksten bij private drukkers uitgeven,
inkijken of aankopen
Schrijvers k ontsnappen aan controle of censuur vd kerk.
= gaf boos a/d dwarsdenkers zoals humanisten & protestanten die
hun ideeën zo kunnen kenbaar maken.
5) Bespreek het leven en de loopbaan van Christoffel Plantijn in Antwerpen. Bespreek ook het
belang van Plantijn voor de Nederlandse taal.
Christoffel Plantijn;
- Drukker
- Fransman
- In 1550 nr Antwerpen in 1555 drukkerij opgericht.
- Oprichting Plantijn
o Antwerpen = grootste industriële drukker ter wereld
o Dmv;
Werkkracht
Zakelijk instinct
Diplomatische gaven
o Deal met spaande koning
o Deal met wetenschappers, humanisten…
o Boeken in Latijn, Grieks, Hebreeuws, Frans, Spaans, Italiaans, Duits &
Nederlands
Vriend van Plantijn = Kilaan schreef;
o De schat der nederlandse uitspraken = 1ste nederlandstalige boek
Spellingsregels
Grammaticale regels
Vn toepassing op beide nederlanden
“bevorderde nederlandse taal + contracten tss vorstendommen
Nood aan gemeenschappelijke taal in contracten
6) In de Moderne Tijden was de wetenschappelijke revolutie een keerpunt in de geschiedenis. Zo
ontstonden er nieuwe wetenschappelijke methodes. Bespreek daarbij de uitgangspunten van
René Descartes, de methodische twijfel en het cartesiaans rationalisme en het oordeel van
Descartes over zintuiglijke waarnemingen.
Wetenschappelijke revolutie = Naast God kon ook mens garant staan voor beheersing en berekenbare vd
maatschappij (keerpunt id geschiedenis)
NIEUWE WETENSCHAPPELIJKE METHODES:
- Methodische twijfel
o Werd ingeleid door franse filosoof = René Decartes
o Het verstand kreeg je mee v GOD
o God is de schepper v h universum
, o Bestaan v God is bewijsbaar
o Decartes wou zeker weten wat hij wist Methodische twijfel
Als je kennis wil, trek je alles in twijfel
Als we twijfelen, denken we
Wie denkt, die bestaat: je pense, donc je suis
Je moet blijven twijfelen tot je iets wiskundig zeker kan zijn.
Alles wat waarschijnlijk is = onwaar beschouwen
Alleen het verstand is de bron van alle kennis = cartesiaans
rationalisme
7) Bespreek ook de methode van het zintuiglijk waarnemen of het empirisme.
- Tweede wetenschappelijke methode
o Uitspraken gebaseerd op zintuigelijke waarnemingen
Volgens Decartes ONJUIST
Anderen wel eens
Dingen achterhalen door te ruiken, zien, voelen of tasten.
(mbhv telescoop, experimenten, proefexperimentelijk
onderzoek,..)
Empirisme = onderzoeken gebaseerd op waarnemingen.
(vb; geneesheren die lijken opensneden om menselijk lichaam
te onderzoeken)
De nieuwe wetenschappelijke inzichten van de moderne
tijden sloegen op de astronomie, de fysica, de mechanica, de
anatomie en de medicijnen.
B. De overgangsperiode van het Ancien Regime naar de Hedendaagse Tijd (1650-1789)
8) Wanneer vierde het vorstelijk absolutisme hoogtij in Europa en wat betekent het?
Absolutisme hoogtij in Europa = Eerste helft 17de eeuw
Vorstelijk absolutisme = alle macht in handen v 1 persoon, meer bepaald vd vorst.
- Wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht = 1 persoon
- Vorst stond boven de wet
9) Situeer de tijdsgeest waarin Thomas Hobbes leefde en zijn daaruit afgeleide doelstellingen.
Thomas Hobbes 1588 – 1679
- Politieke filosoof
- Ondersteunde het vorstelijk absolutisme
- Zijn politiek gedachtengoed was sterk beïnvloed door de tijdsgeest.
o Godsdienstoorlogen
o Burgeroorlogen
Zocht nr middel om rust en orde te koppelen aan Europese interne vrede.
+
Staat moet voldoende veiligheid bieden zodat iedereen vrij handel kan drijven.
Hobbes = ontwikkelde moderne politieke filosofie
o Ieder mens in zijn natuurlijke staat, van bij de geboorte, is vrij en gelijk.
o Persoonlijke vrijheid is belangrijk
o Recht op eigendom
o (Was een vroege liberaal)
Omdat iedereen gelijk is, wil iedereen hetzelfde bereiken.
Daarom wantrouwen ze elkaar voortdurend
Daardoor ontstaat permanente oorlog v allen tegen allen.