Personeel en organisatie
Les 1: Organisaties en de rol van mensen
Wat is een organisatie?
Een organisatie is niet altijd een bedrijf, organisatie is een breder begrip waar bedrijf onder valt
Verstand is belangrijk bij mensen, omdat we hierdoor bepaald gedrag gaan stellen
Waarom gaan mensen samenwerken?
Door samenwerking kan er meer bereikt worden → Daarom is er een hele evolutie geweest
Organisatie = een samenwerkingsverband van mensen die met behulp van geschikte kennis en
middelen samenwerken om een bepaald doel te bereiken
→ Juiste en geschikte kennis en middelen om een bepaald doel zo goed mogelijk te begrijpen, het
gaat niet alleen over mensen die samenwerking. De manier waarop etc. zijn ook belangrijk
→ Om een bepaald doel te bereiken: product of dienst gericht, niet alleen te maken met wat het
bedrijf doet, ook met de missie van het bedrijf, wat het bedrijf doet, wat is het business concept
Bedrijf= een organisatie die aan andere personen of rechtspersonen producten levert of diensten
verleent
Management = de manier waarop gewerkt wordt om de organisatie optimaal te laten functioneren
en de middelen optimaal te gaan gebruiken
→ technische vaardigheden: kennis van zaken hebben
Voorbeeld ziekenhuis: medische kennis, zo goed mogelijk personeel, maar er moeten ook middelen
toegewezen worden
→ menselijke vaardigheden: de kwaliteiten die mensen hebben
Voorbeeld: kunnen samenwerken, info overbrengen,…
→ conceptuele vaardigheden: inzicht hebben in hoe alles samenhangt
Voorbeeld: wie is verantwoordelijk voor wat? Hoe hangt alles samen?
Samenwerken wordt gedaan zodat de doelen die je alleen niet kan bereiken, toch bereikt kunnen
worden.
→ Voorbeeld: van ondernemer naar multinational
Social profit zijn scholen, ziekenhuizen,…
Netwerkorganisatie= de combinatie van bedrijven die op verschillende manieren gaan samenwerken
Bouwstenen van een organisatie
Een gemeenschappelijk doel kan te maken hebben met productie, kwaliteit, toekomstige
doelstellingen,…
Er zijn 3 fundamentele kenmerken:
1. Het plan/ werkwijze om een doel te bereiken
Om dit doel te bereiken gaan we ervan uit dat we met meer mensen
moeten gaan samenwerken om het doel te bereiken.
2. De taakverdeling
Als we meer mensen hebben betekent dat dat we taken moeten verdelen, want niet iedereen kan
alles doen. Sommige zijn beter in het ene en andere dan weer in iets anders.
,3. De afstemming
Als alles opgedeeld is, dan gaan we moeten beslissen hoe we gaan controleren dat alles tijdig
gebeurd, iedereen doet wat hij moet doen,…
→ Hiërarchie van bevoegdheden= structuur inbrengen van wie gaat wat controleren, met de finale
bedoeling om de inspanningen te gaan coördineren, want we gaan één gemeenschappelijk doel
proberen te bereiken
Er zijn nog 3 elementen die afhankelijk zijn van elkaar. Afhankelijk van het doel dat men wilt bereiken
moet men meer of minder afstemming doen.
De 3 elementen zijn:
- De elementen zijn onderling afhankelijk
We moeten met meerdere mensen samenwerken om zo beter onze doelen te bereiken
→ Hiërarchie van bevoegdheid: taken verdelen en structuur in toevoegen om alles zo goed
mogelijk te laten verlopen en te kunnen coördineren
- Afhankelijk van het organisatiedoel, de omgeving en de individuele werknemers
→ Hoe de taken verdeeld zijn, meer of minder coördinatie van alle taken
- Komen samen in de organisatiestructuur
→ Iedereen neemt vaak andere beslissingen, het is dus afhankelijk van allerlei elementen
We gaan vaak andere beslissingen nemen afhankelijk van organisatiedoel
→ Wat voor soort personeel hebben we nodig? Afhankelijk van deze elementen andere keuzes
maken
Alles komt samen in de organisatiestructuur
→ Meest visueel: organigram
→ Organisatiestructuur = niet enkel op papier, hoe alles beslist wordt. Hoe worden taken formeel
(dit is echt beslist, er is consensus over) verdeeld, gegroepeerd en gecoördineerd worden
→ Idealiter valt de formele (die op papier staat) samen met de realiteit
Organisatiestructuur= Systeem dat aangeeft hoe taken formeel worden verdeeld, gegroepeerd en
gecoördineerd.
Er zijn 6 elementen die samen de structuur van een organisatie bepalen.
1. Taakspecialisatie
Taakspecialisatie= in hoeverre omvat 1 functie/ job slechts 1 handeling met dezelfde, exact
voorgeschreven, bewegingen en materiaal?
→ Hoe ver gaan we in het verdelen van taken?
➢ Afhankelijk van de vooropgestelde doelen die je wil bereiken
De productie en dienstverlening wordt over verschillende mensen verdeeld.
,In welke mate omvat deze zeer gespecialiseerde taken of simpele taken?
→ Gespecialiseerd iedereen gaat minder doen, taken zijn meer verdeeld
→ Lage taak specialisatie: dan moeten we veel doen
➢ Mensen moeten veel doen waardoor ze niet alles goed doen → lage productiviteit
Voorbeeld: Huisarts : lage taakspecialisatie, betekent niet dat hij niet gespecialiseerd is, maar hij
moet heel veel verschillende dingen gaan doen, deze rol is weinig afgelijnd
Voorbeeld: Aan lopende band werken: productieproces opgedeeld in veel kleine elementjes
Wat is link tussen taakspecialisatie en productiviteit?
Wanneer je lage taakspecialisatie hebt, gaan we veel moeten doen. Je kan niet in alles even goed
zijn, als het TE laag is, is er een lage productiviteit.
Wanneer deze hoger is, hoe meer taken verdeeld worden → SCHAALVOORDELEN: mensen worden
goed in één element, hogere productiviteit.
Als mensen te weinig moeten doen = nadelen op menselijk vlak
→ Fysiek overbelasten omdat ze steeds hetzelfde moeten doen
→ Mentaal: saai worden, alles doen om er van af te geraken
2. Departementalisatie
Departementalisatie = afdelingsvorming
Departementalisatie= op basis van welke overwegingen worden taken gegroepeerd? En hoe worden
mensen gecoördineerd en aangestuurd?
→ Hoe meer taakspecialisatie, hoe meer nood aan afdelingen en afstemming.
Er zijn 5 soorten indelingen:
• Functionele indeling
➢ Indeling naar aard van de werkzaamheden
Voorbeeld: boekhouding, productie, inkoop, verkoop,…
→ creëren schaalvoordelen en efficiëntie
➢ Indeling naar fase in het proces
Voorbeeld: ontwerp, ontwikkeling, uitrol, evaluatie
, Wanneer we taken opsplitsen moeten we dit terug samenbrengen, mensen die met gelijkaardige
dingen bezig zijn laten interageren.
→ Afdelingsvorming: taken samenbrengen, mensen laten communiceren
→ Hoe meer we alles opgesplitst hebben, hoe meer we nood hebben aan afdelingen
Functioneel: mensen die dezelfde soort functie uitvoeren, gaan we samen zetten. Dan krijgen we een
structuur waarin we een afdeling boekhouden hebben.
→ Schaalvoordelen en efficiëntie creëren
→ NADEEL: niet altijd meest wenselijke opdeling
→ Als er een heel proces is van opdrachten binnenhalen, uitvoeren, evalueren : in plaats van
architecten rond één project samen te zetten, rond eenzelfde proces samen zetten (niet op basis van
kennis, maar proces)
Mensen met dezelfde soort van functie zetten we samen → structuur met de bedoeling dat ze
kunnen leren van elkaar en minder fouten maken en sneller werken (productiviteit)
• Product indeling
Product indeling= taken verdelen naar de verschillende producten die door de organisatie worden
geproduceerd.
Voorbeeld: Procter & Gamble: Pampers, Dreft, Pantène, Pringles
• Geografische indeling
Geografische indeling= een indeling volgens regio maken
→ inspelen op behoeften en afhankelijkheden van de regio, zodat doelstellingen beter bereikt
worden.
Kan zijn omdat er veel verschillende uitdagingen zijn, klanten vragen andere dingen in functie van het
land.
→ Zinvol zijn om deze indeling te volgen, doelstellingen zo goed mogelijk bereiken, onderlinge
inspanningen samenbrengen.
• Markt indeling
Markt indeling= een indeling op basis van de consumentenmarkten
→ Type klanten dat de onderneming wil bereiken als basis nemen
• Hybride indeling
Hybride indeling= een indeling die gebaseerd is op een combinatie van alle voorgaande vormen
→ Combinatievorm
VIDEO: afdelingsvorming
Functionele indeling : zorgafdeling, financiële afdeling
→ Nadeel: aparte afdelingen die weinig rekening gaan houden met de behoefte van andere
afdelingen
→ Niet afgestemd op de realiteit
Eurofin : strategic business unit
→ Bepaalde producten worden geleverd en daarbinnen opdeling maken