Algemene Taalwetenschap I
Dieter Vermandere, 2020 - 2021
Algemene Taalwetenschap I 1
1 Proloog 3
2 Inleiding en doelstellingen 4
3 Menselijke communicatie dierlijke communicatie? 5
4 Doelstellingen 5
Een extern perspectief 7
5 Taalkundige antropologie 7
6 Taal en biologie 9
7 Menselijke conversaties 20
8 Wat is taal en waarom spreken we? 30
Namenlijst 31
ATWI: Deel II - November 32
1 Structuur syllabus 32
2 Inleiding en doelstellingen 32
3 Het culturele perspectief 36
4 Groepen van sprekers 44
5 De sociolinguïstiek 52
ATWI: Deel III - December 63
1 Taalbeleid en taalmanagement 63
2 Normering en standaardtaal 67
3 Meertaligheid versus mindertaligheid? 76
4 Taalrechten 87
ATWI: Deel IV - Februari 95
1 België: eentaligheid en meertaligheid 95
2 De Oostkantons 95
3 Brussel/Bruxelles (BHG) 97
4 De Vlaamse Rand 112
5 Definities februarideel 115
ATWI: Deel V - Maart 117
Inleiding – wat methodologische principes 117
1 Fieldwork 117
2 Sociologische variabelen: gender 132
3 The times, they are changing … 146
4 Belangrijke namen 151
5 Begrippenlijst 151
ATWI: Deel VI - April 156
1 Inleiding 156
2 Stilistische variatie 158
Algemene Taalwetenschap I p 1 van 215
,3 Modellen & methodologische begrippen 166
4 Extreme voorbeelden van stilistische variatie 185
5 Namenlijst/ lijst met onderzoeken 186
ATWI: Deel VII - Mai 187
1 Introductie 187
2 Conversatie-analyse 187
3 Systematiek van menselijke conversatie 199
4 De organisatie van menselijke communicatie 202
5 Wat is menselijke communicatie? 208
6 Lijst met namen 212
7 Begrippenlijst 212
Algemene Taalwetenschap I p 2 van 215
, Deel I: Menselijke communicatie
1 Proloog
In dit vak behandelen we taal vanuit een specifieke disciplinaire invalshoek binnen de
taalkunde: de sociolinguïstiek. Dit heeft verschillende redenen (waarover straks meer).
“Laguage in use”: is een te brede benadering. Wij gaan voor een benadering waarin
taalgebruik als interactieve communicatie centraal staat.
- Hoofdzakelijk het gesproken woord, de manier(en) waarop twee of meerdere
mensen gesprekken aanknopen
Net zoals Toni Morrison in haar “acceptance speech” voor de Nobelprijs Literatuur:
Word-work is sublime, she thinks, because it is generative; it makes meaning that secures
our difference, our human difference - the way in which we are like no other life.
Het woord “algemeen” wijst erop dat we niet één specifieke taal onder de loep nemen,
verschillende zoals Frans, Nederlands, Engels etc. Wij met ons meertalig België hebben
hierin geluk. Meertaligheid op één locatie = kernmerken van moderniteit.
Sociolinguïstiek = Communicatie, conversaties; de verschillende manieren waarop
mensen met elkaar spreken (simpele, intuïtieve definitie).
In dit deel vragen we ons af: waarom is taal een “fait social”? (Ferdinand de Saussure). is
taal dan ook niet de “allerindividueelste expressie van de allerindividueelste emotie” (Willem
Kloos), “en dus heel erg persoonlijk, individueel kenmerk?”.
“Ieder heeft zijn eigen stem”: klopt: we hebben allen een eigen klankkleur, ritme,
intonatiepatroon, maar toch is taal bij uitstek een groepsgebeuren: iets waarvan je deel van
uitmaakt, dat kleur geeft aan de groepsidentiteit. Of, om Toni Morrison te citeren: “The
measure of our lives”.
1.1 Inhoud deel één: menselijke communicatie
- Definitie van taal
- Het sociale karakter van taal (als deel van biologische, aangeboren kenmerken uit ons brein).
- Inleiding deel twee: sociolinguïstiek als discipline
Algemene Taalwetenschap I p 3 van 215
, Moeder, waarom spreken wij?
2 Inleiding en doelstellingen
Het verhaal van Pinocchio (Carlo Collodi), waarin een stuk hout begint te spreken, is een
heel ander verhaal dan de toren van Babel. Het is dan ook niet het enige verhaal over taal in
de Westerse, Oosterse en Afrikaanse culturen.
Geeft de verwondering voor taal aan bij de mens.
2.1 Taal als aanval op onze identiteit
Krantenkop:“Fighting for ‘pure’ Mongolian”
- De (vermeende) zuiverheid van taal (= dus ook de “zuiverheid” van een identiteit) is
een kenmerk van een menige taalstrijd.
2.2 Wat als je plots niet meer kan praten?
- “De gewone gang van zaken”, leidt ook tot verwondering, angst en consternatie als
kinderen (en volwassenen) plots niet blijken te (kunnen) spreken.
o We nemen taal als evidentie aan, (zolang we allemaal dezelfde taal spreken)
totdat je plots hier grip op verliest door bijvoorbeeld een ongeval.
2.3 Taal = een lokaal fenomeen
Hoewel taal universeel is (iedereen gebruikt het), blijft het iets lokaal en groepsgebonden.
Andere groepen gebruiken andere talen.
Toch is er ook iets zoals non-verbale communicatie, communicatie tussen mensen die
geen talige kenmerken heeft. We hebben taal dus niet altijd nodig.
- Toch is het altijd maar gissen wat er bedoeld wordt via non-verbale communicatie (cf.
een baby huilt? Wat wil hij/zij vertellen?)
- Non-verbale communicatie heeft dus nood aan “echte” taal voor complexere taken te
kunnen uitvoeren
2.4 Taal op individueel niveau
Individueel niveau van taal is de manier waarop het onze kennis van de wereld, onze
“cognitie” uitbreidt. Via taal leren we de wereld kennen, maar scheppen we ook een eigen
stukje wereld. Die kennis dragen we met ons mee, als erfenis in ons hoofd.
Kennis = het meeste van onze kennis is “sociale kennis”, dat wat we leren via
anderen: scholing en vorming bijvoorbeeld. Ook het gebruik van handgel
bijvoorbeeld, is aangeleerd gedrag dat we overnemen van anderen. Sociale
cognitie dus.
2.4.1 Sociale kennis
- = worden we als individu beter van en krijgen we via anderen aangereikt.
- = voorbeeld dat eigen persoonlijke ontwikkeling ook sociaal is ingebed.
Neem het voorbeeld van de baby: zij leren taal doordat ze in een omgeving gesocialiseerd
worden. Dit nodigt hen uit om talig te worden. Onze sociale kennis, ons taalgebruik, is met
andere woorden fundamenteel “interactief”: het is het aanbieden van een (complexe)
interactie met anderen die ons nuttige informatie aanbieden. Dit tailor-made (op maat van
ons niveau, ons functioneren en wat men met ons wil bereiken).
Algemene Taalwetenschap I p 4 van 215
, Wie meer wil weten, stelt vragen. Dit is hoe we met elkaar omgaan en ontwikkelen. Hoe
verloopt dit? Via taal! Het is dus een belangrijke motor waardoor we “mens worden”.
- Wie geen taal heeft = hulpbehoevend
- Wie wel taal heeft, maar niet wil spreken = asociale kluizenaar
Taal is dus een groot onderdeel van wie we zijn als mens
- “Wie praat met anderen en zo overleeft, het goed maakt, gelukkig weet.”
Taal = een bindmiddel. Door taal onderscheiden we ons als mens met alle andere gekende
soorten op onze planeet. Hierdoor heeft de mens zijn stempel gedrukt op deze planeet.
3 Menselijke communicatie dierlijke communicatie?
Hoewel we maar 98% met elkaar verschillen op genetisch vlak, is het verschil van
communicatie tussen mensen en apen immens groot. Wat betekent het voor ons om taal te
hebben? In welke mate zondert dit ons af van andere soorten? Zijn mensen ab initio, van bij
het begin, zo verschillend van dieren (continuïteit)? Hebben dieren ook iets zoals taal of
zijn ze radicaal verschillend (disruptie)?
In deze lessenreeks krijg je een inkijk in …
- Onderzoek rond menselijk taalvermogen
- De concrete werking van taal zelf. (en andere talen (Nederlands, Cantonees, Tok Pisin …))
- De rol van talige communicatie voor de ontwikkeling van de mens en als individu
3.1 Het begrip: “communicatie”
Meer dan een “boodschap versturen van A naar B”
- Dimensie: begrip: waarom begrijpen wij boodschappen terwijl diersoorten dit niet
doen?
o Cognitie: onze kennis over de wereld is verfijnd. Cf. een cockpit van een
spaceshuttle, het is een resultaat van continue verbeteringen en
aanpassingen door een heel team.
▪ = alleen mogelijk door taal. Dieren zullen dit niveau van wereldkennis
nooit verstaan.
Veel meer dan alleen “interactie”
- Als je mensen toevallig tegenkomt, dan glimlachen beide mensen naar elkaar.
o = onbewust + een interactief signaal dat men open staat voor interactie.
o Men communiceert (onbewust) sociale relaties, via non-verbaal gedrag.
- Mensapen doen dit ook cf. ontvlooien bij apen, interpreteren de blik van hun
menselijke verzorgers etc.
3.1.1 Evolutionair perspectief
- Hoe en wanneer is taal ontstaan?
- Hoe heeft dit zich ontwikkeld?
- Waarom communiceren homo sapiens anders met bv. de bonobo?
4 Doelstellingen
Via deze cursus krijg je een beter perspectief op …
- Waarom communicatie zo verweven is met het mens-zijn.
- Eeuwenoude maar ook recente ontwikkelingen (cf. sociale media die de sociale
interactie volledig in kaart brengt)
- Het gebruik van taal met als doel om in contact te treden met anderen
Algemene Taalwetenschap I p 5 van 215
, Theoretisch kader
- Social cognition, de studie van de manier waarop individuen hun (sociale) wereld
begrijpen, de manier waarop mensen en evenementen interpreteren en zichzelf
situeren in een brede sociale context (“de wereld”).
Door middel van theoretische modellen gaan we dieper in op het hele proces van “sense
making” van taal. Van hieruit behandelen we dus de sociolinguïstiek.
- Eén van de wetenschappelijke disciplinaire invalshoeken op taal1, waarbij taal wordt
aanzien als middel om zichzelf uit te drukken.
4.1 Drie grote perspectieven
1. Het evolutionaire perspectief
2. Het culturele perspectief
3. Het existentiële perspectief
Er is ook een (4e), namelijk het “neurologisch” perspectief, maar hier gaan we niet op in.
- Wel in ATW2 “psycholinguïstiek”
4.1.1 Het evolutionaire perspectief
- = Hoe is taal ingebed bij de mensen als soort (en ons dus onderscheidt op een rigide
of op een continue manier).
- Dit evolutionaire perspectief is nodig om te begrijpen hoe die social glue die taal is
als een fundamenteel kenmerk van de soort homo sapiens.
- Waarom gebruiken bij als mensen taal?
Het sociale, communicatieve karakter van taal is een onlosmakelijk deel van onze
natuur + dat we een hoofd hebben met stembanden. Genetica heeft ervoor gezorgd
dat we een talige communicatieve soort zijn.
- “Waarom spreken we?”
- Wat betekent taal voor de mens als soort dat het op KT zo belangrijk is geworden?
4.1.2 Culturele perspectief
- = De effecten op groepsniveau voor ons taalgebruik en talen op zich
- = Normering en codificatie en de machtsverhoudingen tussen verschillende talen
4.1.3 Het existentiële perspectief
- = de individuele keuzes die sprekers kunnen maken, die niet altijd netjes volgens de
klassieke sociologische parameters verlopen (man/vrouw; jong/oud; arm/rijk)
Deze drie perspectieven laten zien hoe je met een externe perspectivering op taal ook wel
bijzonder belangrijke informatie over de functie van taal kan beschrijven.
1 Andere zijn historische taalkunde, formele semantiek, de akoestische fonetiek, de generatieve syntaxis …
Algemene Taalwetenschap I p 6 van 215
, Een extern perspectief
5 Taalkundige antropologie
Om het evolutionaire perspectief van taal te benaderen, maken we gebruik van de
discipline met de naam “taalkundige antropologie”.
Taalkundige antropologie = Een multidisciplinaire (en interdisciplinaire) aanpak, met twee
disciplines: taalkunde en antropologie
- Taalkunde = beoogt het beschrijven van taalsystemen, werking van taal, functie,
evolutie etc.
- Antropologie = de studie van het menselijke gedrag met de bedoeling om te
begrijpen wat ons “mens” maakt.
Samen wordt nagegaan hoe het taalvermogen ons definieert als soort t.o.v. andere
dieren en soorten.
Via taalkundige antropologie vraagt men Via het taalkundige luik:
zich af:
- Hoe definieer je een “mens”? - Wat is taal?
- Welke eigenschappen zijn typisch en - Hoe werkt taal?
uniek menselijk? - Hoe evolueert taal?
- Waar komen die evolutionair vandaan?
Via de combinatie tracht men “taal als typische eigenschap van de mens”, te
begrijpen.
Deze discipline, vertrekt vanuit een interdisciplinair perspectief, waarbij niet alleen
antropologie en taalkunde betrokken worden, maar ook evolutionaire biologie,
archeologie, sociologie (sociale) psychologie, geschiedenis en ook wiskundige
(statistische) modellering.
5.1 Taaltypologisch onderzoek vs. Taalkundige antropologie
Taal typologisch onderzoek bekijkt …
- … bijvoorbeeld of alle talen lidwoorden hebben?
- … specifieke vragen rond taal
Hoort niet thuis bij strikt taalkundig perspectief!
Taalkundige antropologie (TA) bekijkt o.a. …
- Vragen rond “taal” en de “talige ontwikkeling” van de mens.
5.2 Drie grote onderzoekstromingen (Alessandro Duranti, 1997)
Alessandro Duranti, 1997: “Linguistic Anthropology” onderscheidt drie
onderzoekstromingen in TA:
- (1) Etnografie en etnolinguïstiek: Taalkundige beschrijvingen van erg kleine en
nauwelijks onderzochte stammen
- (2) Interacionele sociolinguïstiek en talige contactname
- (3) Taal-als-sociale-actie: Onderzoek rond “taal-als-sociale-actie” met sociaal
constructieve benaderingen van (sociale) identiteit, de rol van taal en de functie van
taal voor de organisatie van gemeenschappen (taalideologieën)
Algemene Taalwetenschap I p 7 van 215