OPGROEIEN IN EEN GEZIN 2
1. OPVOEDINGSONDERSTEUNING
1.1. INLEIDING
1.2. OPVOEDINGSONDERSTEUNING: EEN VERKENNING
Opvoedingsondersteuning begin ‘90
= Opvoeders helpen met opvoeden (kindperspectief)
- Doel: Opvoedingsondersteuning dient om de opvoedingssituatie van kinderen te
verbeteren.
- Kritiek:
Ouders worden uitgesloten uit het debat over ‘het probleem’, want experst
zeggen ‘opvoeden doe je zo’
Ouders moeten zich aanpassen & geen aandacht vr noden en behoeften v
ouders
Opvoedingsondersteuning eind ‘90
= Opvoedmilieu preventief verrijken en optimaliseren
- Doel: OO ter preventie v problemen & in termen v programma’s bv Triple P
- Kritiek:
Geen ultiem redmiddel: het is niet dat als je zo een programma doorloopt, dat
die problemen zich niet gaan voortdoen.
Om te voorkomen -> legitimeren v interventies in gezinnen waar er géén
problemen zijn
Opvoedingsondersteuning 2000
- Focus op wat gezinsleden ervaren als ondersteunend
Erkenning v ouders!
Opvoedingsonderzekerheid (Vandenbroeck, 2017)
= Hij zegt dat alle ouders zich onzeker voelen bij het opvoeden van een kind
- Opvoedingsonzekerheid kreeg veel kritiek
Het heeft een negatieve bijklank
Vragen hebben over opvoeding zijn niet een teken van onzekerheid maar ook
de intentie hebben om het zo goed mogelijk te doen
Vragen = inherent aan opvoeden: betrokkenheid!
Vandaag
- Opvoeden is complex: gezinssituaties zijn complexer, adoptie enz
- Zelf oplossend vermogen v ouders/opvoeders
- Ouders als gelijkwaardige partners
EXPOO
= Expertisecentrum Opvoedingsondersteuning van de Vlaamse overheid,
gepositioneerd in Opgroeien.
1
, - EXPOO heeft twee grote opdrachten:
Verzamelen, verrijken & verspreiden v kennis & knowhow inzake
ouderschap, opvoedings- en gezinsondersteuning & de leefomgeving van
kinderen en jongeren
en het praktisch ondersteunen van het brede werkveld met methoden,
technieken en instrumenten.
1.2.1. ONDERSCHEID OPVOEDINGS- EN GEZINSONDERSTEUNING
Gezinsondersteuning
= Wordt gezien als het koepelbegrip, waaronder naast opvoedingsondersteuning
ook allerlei andere voorzieningen vr gezinnen worden aangeduid
Bv sociale huisvesting, groenvoorzieningen, speelstraten, enz
Gezinsondersteuning volgens Lieve Vandemeulebroecke
= Staat vr het geheel v alle (beleids)maatregelen en-voorzieningen die gericht
zijn op het bevorderen vh welzijn v gezinnen en gezinsleden, waarbij activiteiten
gericht op de voor opvoeding relevante contextfactoren (bv partnerrelatie, sociaal-
economische situatie, woonsituatie…) naast opvoedingsondersteuning deel uitmaken
vd gezinsondersteuning.
Voordeel v onderscheid
- Allerlei voorzieningen vr gezinnen kunnen duidelijk onderscheiden worden v
opvoedingsondersteuning
Nadeel v onderscheid
- De specifieke klemtoon op opvoedingsondersteinijng als wezenlik verschillend v
andere vormen v gezinsondersteunong de nadruk leggen op de exclusieve
ouderlijke verantwoordelijkheid id opvoeding
“Alleen ouders zijn verantwoordelijk vr de opvoeding v hun kinderen”.
Verliest aspecten vd gedeelde verantwoordelijkheid uit het oog!
Opvoeding
= Contextgebonden!
- Het onderscheid tss opvoedings- en gezinsondersteuning lijkt enkel relevant vr
externe actoren bv: subsidiëring…
Opvoedingsondersteuning volgens Maria Bouverne-De Bie
= De activiteiten die gezinsleden ervaren als ondersteunend of aanvullend bij de
opvoeding. Zij zijn een onderdeel v de MIJke dienstverlening aan ouders en
kinderen, uitgaande vd erkenning vh recht v ouders en kinderen op respect vr hun
privé- en gezinsleven.
- Gaat uit vd betekenisverlening vd gezinsleden, en niet zozeer vd intentie vd
ondersteunende hulpverleners.
- Klemtoon op gedeelde verantwoordelijkheid tss samenleving & individu!
- Ze situeert opvoedingsondersteuning id sociale grondrechten; recht op menselijke
waardigheid of het recht op een menswaardig bestaan.
2
,1.2.2. ACTIVITEITEN
8 activiteiten binnen opvoedingsondersteuning
Voorlichting of Geven v informatie over de ontw v kinderen… Zowel
informatieverstrekking persoonlijk verstrekken (individuele consultaties,
huisbezoeken…) als massa- en audiovisuele media
(televisiespots, Triple P magazine…)
Instrumentele steun Praktische pedagogische hulp: ter beschikking stellen v
diensten (babysit, KO), materialen (speel-o-theek) of
documentatie (bib).*
Emotionele steun Tonen v betrokkenheid dr het uiten v respect, waardering en
begrip, bieden v bevestiging… Zowel tijdens individuele
co,tacten (opvoedingstelefoon) als in groep (moedergroep vd
INLOOP-teams)
Advies Geven v concrete tips over opvoedingsaanpak, het gaat over
zowel het verwerven v inzichten id opvoedingsaanpak als over
het zoeken nr of het geven v handelingsalternatieven. Zowel
individueel als in groep.
Training v vaardgheden Aanleren v opvoedingsvaardigheden aan ouders. Denk aan
oudercursussen en -vormingen rond diverse
opvoedingsvaardigheden (straffen & belonen…) bv: STOP4-7
Uitbouwen sociale Verwijst nr de toeleiding tot of de outbouw v een
contacten en stimuleren v ondersteunend sociaal netwerk. Belang v informele sociale
informele zelfhulp netwerken, want informele steun vd partner, eigen ouders,
vrienden.. is de meest universele vorm v
opvoedingsondersteuning.
Vroegtijdige detectie v Concrete doorverwijzingen nr specifieke diensten of
zwaardere opvoedings- en voorzieningen, nr hulpverlening of meer intensieve
ontwikkelingsproblemen begeleiding.
en doorverwijzing
Signalering aan Verwijst nr het signaleren v opvallende of vaak terugkerende
beleidsinstanties trends aan beleidsinstanties. Het gaat concreet over
tendensen id opvoedingsvragen en over tekorten ih
ondersteuningsaanbod bv: jaarverslagen
*De praktische huishoudelijke hulp, zoals kuis-of tuinpersoneel zijn zuiver beschouwd ook een vorm v
instrumentele steun. Echter, deze worden hier niet als een opvoedingsondersteunende activiteit beschouwd,
wel als gezinsondersteunende activiteit.
1.3. SPANNINGSVELDEN
Opvoedingsondersteuning
- Binnen OO keuzen maken -> kiezen = verliezen
- Het maken v keuzes in hoe voorzieningen inzetten op OO leidt tot
spanningen/dilemma’s waarin hulpverleners en gezinnen zich bevinden
- 3 grote spanningsvelden
1ste spanningsveld
o Uitgaan v ouderlijke competentie VS Uitgaan v ouderlijke
tekortkomingen
2de spanningsveld
3
, o Doelgroepgericht werken VS universeel werken
3de spanningsveld
o Opvoeding als verdeelde verantwoordelijkheid VS opvoeden als
gedeelde verantwoordelijkheid
1.3.1. OUDERLIJKE COMPETENTIES OF OUDERLIJKE TEKORTKOMINGEN
Ouderlijke tekortkomingen (deficit-denken)
= Gaan ervan uit dat ouders niet in staat zijn hun verantwoordelijkheid vr de
opvoeding v hun kinderen volledig op te nemen.
- Triple P: wat kunnen ouders niet? We moeten het de ouders leren, en bijscholen
en doen dingen te kort. Terwijl je in OO er ook van kunt uitgaan dat ouders best
krachtig zijn, en gewoon enkele vragen hebben of hun competenties willen
versterken.
- Komt uit 1900: Kinderopvang ontstaan vanuit idee dat er veel kinderen stierven
en ziek werden doordat de moeder niet vr e kinderen zorgt, dus ze willen hun nr
opvang sturen met opgeleide begeleiders ouders zijn niet competente +
ouderlijke tekortkomingen
Moeders zijn verantwoordelijk vr (on)gezondheid kinderen
bv: Super Nanny
o Van luistert niet nr mama, vanuit tekortkomingen…
o Naar: ik zie wat je allemaal doet, zoveel dat je inzet…
Ouderlijke sterktes (competentie-denken)
= Ziet ouders als competent om zelf vast te stellen dat ze vragen hebben over
opvoeding en dat ouders weten waar ze voor advies of hulp terecht kunnen.
In praktijk vd gezins- en opvoedingsondersteuning
- Meer en meer aandacht vr empowerment!
‘eigenmachtig worden’ = Het sterker maken vd eigen mogelijkheden v mensen
waardoor zij beter grip krijgen op hun eigen situatie.
- Een uitgangspunt in het werken met ouders; moet zijn dat ouders eigenlijk zelf
weten wat ze moeten doen. Ouders weten dat het niet goed is vr een kind als je altijd
zijn zin geeft.
- We gaan zorgen dat we er zijn, en als ouders vragen hebben we ze kunnen
helpen. Respect + partnerschap! Empowerment!
4