Begrippen Algemene Economie B
Deel 8 – Inleiding
BEGRIP OMSCHRIJVING
Aggregaten Optelsom van economische variabelen op individueel niveau van
gezinnen en bedrijven.
Hoofdstuk 24
BEGRIP OMSCHRIJVING
BBP De totale toegevoegde waarde die geproduceerd wordt door
economische activiteit binnen een bepaalde geografische entiteit
(land, regio, groep landen), gedurende een bepaalde periode
(typisch een jaar).
Productieketen De productieketen is een beschrijving van alle schakels in het
productieproces van een grondstof tot het afgewerkte product
of de dienst (ook het finale goed of finale dienst).
Intermediaire goederen Goederen die nog minstens één productiebewerking moeten
(inputs) ondergaan om omgezet te worden in finale goederen, vooraleer
ze geconsumeerd kunnen worden. Wordt ook een half-
afgewerkt goed genoemd.
Toegevoegde waarde De marktwaarde van de productie (de output) min de
marktwaarde van de daarvoor aangekochte intermediaire
goederen (de input). Het is alle waarde die door het
productieproces wordt toegevoegd aan de input.
BBP volgens de De som van alle toegevoegde waarde geproduceerd door de
productiebenadering inzet van arbeid en/of kapitaal van een bepaalde regio of land in
een bepaalde periode.
BBP volgens de De som van alle inkomens verworven uit de inzet van arbeid en
inkomensbenadering kapitaal van een bepaalde regio of land in een bepaalde periode.
BBP volgens de De som van alle bestedingen aan finale goederen en diensten
bestedingsbenadering van een bepaalde regio of land in een bepaalde periode.
BBP per capita BBP
Het BBP per inwoner van een regio/land = .
aantal inwoners
Nominaal BBP Het BBP in lopende prijzen.
Reëel BBP Het BBP in constante prijzen.
Nominale wisselkoers De prijs van een munt uitgedrukt in de eenheid van een andere
munt op een bepaald moment.
Koopkrachtpariteitswisselkoers De verhouding tussen de kostprijs van een bepaalde
goederenbundel in het ene land en de kostprijs van diezelfde
goederenbundel in het andere land.
Inflatie Stijging van het algemeen prijsniveau.
Deflatie Daling van het algemeen prijsniveau.
Impliciete BBP-deflator Verhouding tussen het nominale BBP en het reële BBP.
Consumptieprijsindex De gewogen gemiddelde prijsevolutie van de consumptieprijzen,
waarbij de gewichten van elk goed (w goed ) bepaald worden door
het aandeel dat dit goed inneemt in het budget van de
gemiddelde consument.
1
, Hoofdstuk 25
BEGRIP OMSCHRIJVING
Recessie Een periode van minstens twee opeenvolgende kwartalen
waarin reëel seizoensgezuiverde BBP daalt op kwartaalbasis.
Potentieel BBP Het niveau van het BBP dat zich hypothetisch had gerealiseerd
bij volledig gebruik van productiefactoren arbeid en (fysiek)
kapitaal.
Hoofdstuk 26
BEGRIP OMSCHRIJVING
Kapitaalintensiteit De hoeveelheid fysiek kapitaal per werknemer of K/L.
Hoofdstuk 27
BEGRIP OMSCHRIJVING
Ruilmiddel Een middel om goederen of diensten te kopen zonder dat daar
een verkoper tegenover moet staan.
Rekeneenheid Een monetaire meeteenheid voor het meten van de waarde van
goederen, diensten en activa.
Spaarmiddel Een middel om huidige waarde te bewaren voor de toekomst.
Kredietmiddel Een middel om waarde tijdelijk uit te lenen aan een ander,
meestal tegen een bepaalde vergoeding.
Goederengeld Een goed dat door iedereen wordt aanvaard als middel van
betaling.
Intrinsieke waarde van een De waarde van de edele metalen die gebruikt zijn om de munt te
munt slaan. De intrinsieke waarde kan lager liggen dan de nominale
waarde.
Wet van Gresham Slecht geld verdringt goed geld uit de geldomloop.
Wisselbrief Een getekend document met een belofte tot betaling van een
vastgelegd bedrag op een vastgelegde, toekomstige datum door
een koper, en gegarandeerd door een zakenbankier.
Tabaksgeld Papiergeld in de vorm van een soort wissel, die wordt gedekt
door tabak die fysiek is opgeslagen ligt in grote opslagplaatsen
Promesse Een getekend document met een belofte tot betaling van een
vastgelegd bedrag. Het verschil met een wisselbrief is dat er
geen sprake is van een koper en verkoper en dat de promesse
betaalbaar waren op vraag. Er is dus geen sprake van een
betalingsdatum of een disconto.
Fractioneel reservebankieren Een vorm van bankieren waarbij de bank door kredietverlening
nieuw geld creëert waartegenover slechts een gedeeltelijk of
helemaal geen reserve staat. Het geld wordt dus niet meer
gedekt door goederen of andere waardevolle zaken. Daarom
noemen we het soms ook een banksysteem met beperkte
dekking.
Fiduciair geld Geld waarvan de waarde volledig gebaseerd is op het
vertrouwen van de deponenten in de waarde van geld.
Chartaal geld Bankbiljetten gedrukt door de centrale bank die als wettig
2
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper erikavercruysse. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.