Volledige samenvatting van de lessen en het handboek Algemeen Contractenrecht gedoceerd door Ignace Claeys. Geschreven in het academiejaar .
Geslaagd eerste zit (14/20)
VERBINTENISSENRECHT
DE VERBINTENIS, SITUERING EN BRONNEN VAN HET VERBINTENISSENRECHT
Elke regel bestaat uit twee belangrijke bestanddelen: als en dan. Als iets gebeurt, dan is dit het gevolg
ervan → wat zijn de toepassingsvoorwaarden en wat is het rechtsgevolg daarvan. Iedere rechtsregel kan
op deze manier opgebouwd worden.
Bijvoorbeeld: als er bedrog wordt gepleegd voor het sluiten van contract, dan kan het contract
worden vernietigd of nietig verklaard.
Bijvoorbeeld: als men een verkeersovertreding pleegt, dan zal men mogelijks gestraft worden en is
men vatbaar voor een strafrechtelijke sanctionering zoals een geldboete of een gevangenisstraf.
Verbintenissenrecht is de bouwsteen van het privaatrecht. Andere rechtstakken bouwen voort op het
verbintenissenrecht en ook takken uit het publiekrecht zullen bouwstenen nodig hebben van het
verbintenissenrecht.
Bijvoorbeeld: als een overheid een overheidsopdracht toekent aan een onderneming, zal de
publiekrechtelijke wet van belang zijn maar zullen de bouwstenen van het verbintenissenrecht ook
belangrijk zijn.
1 WAT IS EEN VERBINTENIS?
Een contract is niet hetzelfde als een verbintenis, dit zijn geen synoniemen. Een contract kan ontstaan
door een verbintenis maar een verbintenis kan uit vele andere bronnen voortkomen.
TRADITIONELE (TECHNISCHE OF ONEIGENLIJKE) BETEKENIS
Een verbintenis = een rechtsband (vinculum juris) tussen twee of meerdere personen (schuldeiser of
crediteur ↔ schuldenaar of debiteur) waarbij de schuldeiser tegenover de schuldenaar op een in rechte
afdwingbare wijze aanspraak kan maken op een prestatie in geld waardeerbaar.
→ De klassieke definitie wordt ook overgenomen in het wetsvoorstel.
Karakteristiek aan een verbintenis is dat een schuldenaar een prestatie moet verrichten die in rechte
afdwingbaar is. De schuldenaar is tot een bepaalde prestatie gehouden ten opzichte van de schuldeiser.
De schuldeiser (= crediteur) kan de prestatie in rechte afdwingen mocht de schuldenaar de prestatie
niet vrijwillig nakomen. De schuldeiser is hiertoe niet verplicht, hij heeft wel het recht om dit te doen.
ONEIGENLIJKE BETEKENIS
In de oneigenlijke betekenis wordt de verbintenis geïdentificeerd als de schuld (= passiefzijde van de
verbintenis). Deze betekenis concentreert zich op de prestatie (= verplichting) en niet op de
rechtsband tussen twee personen.
Bij de schuldeiser zal de schuld van de schuldenaar zich aan de actiefzijde van de balans bevinden,
terwijl de schuld bij de schuldenaar aan de passiefzijde zal staan.
Tegenover de schuld, staat de schuldvordering. Deze staat aan de actiefzijde en wordt ook een
persoonlijk recht genoemd.
Er bestaan twee opdelingen van de subjectieve rechten: persoonlijke rechten en zakelijke rechten.
1
,Een schuldvordering is een persoonlijk recht = een recht dat een persoon heeft op een andere persoon,
namelijk een recht op een prestatie van de andere persoon.
Bijvoorbeeld: bij een studentenhuur sluiten de verhuurder en huurder een contract waardoor
meerdere verbintenissen ontstaan.
Verhuurder Huurder
(schuldeiser) (schuldenaar)
- Moet het goed ter beschikking stellen - Moet de huurprijs betalen
- Het goed onderhouden
Er is een verbintenis tussen de huurder en verhuurder waarbij de verhuurder er zich toe verbindt
om het goed ter beschikking te stellen. Er is een verbintenis die erin bestaat dat de huurder de
huurprijs moet betalen aan de verhuurder en het goed moet onderhouden. Dit zijn allemaal
verbintenissen die ontstaan uit eenzelfde contract (= contract).
Een rechtshandeling is het containerbegrip waartoe contracten en overeenkomsten behoren.
= handeling die iemand stelt met het oog op de gevolgen die het recht hecht aan die handelingen.
Bijvoorbeeld: een studentenhuur wordt afgesloten met het oog op de rechtsgevolgen:
o De student wil dat het goed ter beschikking wordt gesteld
o De student wil daar een jaar wonen
o De student wil niet dat de verhuurder hem buiten gooit in de loop van het jaar
o De verhuurder wil maandelijks de huur betaald krijgen
Er bestaan ook eenzijdige rechtshandelingen waarbij maar één partij een handeling stelt dat
rechtsgevolgen teweegbrengt.
Bijvoorbeeld: een ingebrekestelling of een opzegging van het contract
Een opzegging behoeft geen aanvaarding van de andere partij aan wie de opzeggingshandeling
wordt gericht. Een eenzijdige opzegging is dus een rechtshandeling die gericht is op de
rechtsgevolgen die eraan verbonden zijn. Iemand zegt af omdat men komaf wil maken met het
contract.
Tot nu toe zagen we drie basisbegrippen:
- De verbintenis
- Het contract
- De rechtshandeling
o Contracten
o Eenzijdige rechtshandeling
DCFR = Draft Common Frame of Reference = ontwerp van Europees Burgerlijk Wetboek (2010)
- Vormen een cruciaal deel van de voorstellen van regels
- In de grote boeken werden notities bijgevoegd hoe het per land van de EU werkt
- Verzamelwerk opgesteld door een 200-tal mensen
o Doelstelling om een Europees Burgerlijk Wetboek te maken
o Was niet realistisch om dit tot stand te brengen door te veel verzet van bepaalde lidstaten
In de DCFR staat een definitie van een verbintenis: “An obligation is a duty to perform which one party
to a legal relationship, the debtor, owes to another party, the creditor” (art. III.-I:102 (i))
In deze cursus zullen we het vaak hebben over de verbintenis in de oneigenlijke zin van het woord,
namelijk over de verplichting van de ene of andere partij naargelang het gaat over de ene dan wel de
andere rechtsband.
2
,2 VERBINTENIS VERSUS…
2.1 ↔ OBLIEGENHEIT OF LAST
Een Obliegenheit is afkomstig van Duitsland. Dit is het beste te omschrijven als een last.
- Een voorbeeld van een Obliegenheit is de schadebeperkingsplicht. Dit is geen verbintenis.
o Verbintenis = een rechtsband waarbij de schuldeiser een prestatie kan afdwingen van de
schuldenaar.
o Obliegenheit = een verplichting zonder dat ze kan worden afgedwongen met dien verstande
dat er wel een sanctie aan vast hangt, afhankelijk van de soort Obliegenheit.
→ bij de schadebeperkingsplicht is de sanctie dat het slachtoffer de schade niet zal vergoed
zien.
Bijvoorbeeld: men heeft schade geleden door een ongeval dat werd veroorzaakt door een ander. Het
slachtoffer heeft een grote wonde op de arm. Diegene die het ongeval heeft veroorzaakt is
aansprakelijk voor de schade die door die fout is veroorzaakt.
Diegene die de fout heeft veroorzaakt, heeft de verbintenis om de schade te vergoeden.
= pure civiele verbintenis
Stel dat die persoon niets aan de wonde doet en dit laat verergeren waardoor de arm moet
geamputeerd worden, zal de aansprakelijke niet voor alle schade moeten instaan omdat het
slachtoffer de plicht of last (= Obliegenheit) heeft om de schade te beperken.
Schadebeperkingsplicht = het slachtoffer heeft de verplichting om alle redelijke maatregelen te
nemen om de schade te beperken.
De redelijke maatregelen worden ingevuld aan de hand van het criterium van de redelijke
persoon → heeft de benadeelde de maatregelen genomen die een redelijke persoon in dezelfde
concrete omstandigheden ook zou hebben genomen? Indien hij dat heeft gedaan, heeft hij ook
voldaan aan de schadebeperkingsplicht.
- Een ander voorbeeld is de korte termijn waarin een vordering wegens verborgen gebreken bij
een koop moet worden ingesteld (art. 1648 oud BW).
Deze bepaling legt een verplichting op aan de koper. Wanneer een koper een goed heeft gekocht
dat achteraf aangetast blijkt te zijn door een verborgen gebrek, moet de koper de vordering binnen
een korte termijn instellen.
Hij moet dit niet doen in de zin dat de verkoper hem kan dwingen om de vordering in te stellen →
het is geen verbintenis.
Het gaan om een Obliegenheit → wanneer de koper de vordering niet binnen een korte termijn
instelt, zal het recht van de koper vervallen (= vervaltermijn).
Het is dus een Obliegenheit die rust op de koper, zonder dat de koper hiertoe kan gedwongen worden
maar waarvan de sanctie is dat het recht tot ontbinding, schadevergoeding, prijsvermindering
wegens verborgen gebreken vervalt.
Bijvoorbeeld: iemand koopt voeding voor zijn huisdier en reageert daar slecht op wegens een
verborgen gebrek in het voedsel. Dit was niet zichtbaar op het ogenblik van de levering. Door het
gedrag van de hond, weet de persoon wel dat er iets niet juist is. Als koper heeft men dan de
verplichting om de vordering binnen een korte termijn in te stellen.
3
, Deze korte termijn is een vaag begrip. Dit is afhankelijk van veel factoren.
→ In de praktijk is dit dikwijls drie maanden → “beter te vroeg dan te laat”.
2.2 ↔ NATUURLIJKE VERBINTENIS
= verbintenis die niet in rechte afdwingbaar is = zwakke werking van de natuurlijke verbintenis.
= de prestatie kan niet afgedwongen worden maar die moreel zodanig sterk is, dat wanneer men ze toch
nakomt, de terugvordering niet meer kan worden geëist. De nakoming van een natuurlijke verbintenis
kan niet ongedaan gemaakt worden.
Bijvoorbeeld: de verjaring als een schuld bestaat
= na verloop van tijd zal een rechtsvordering teloorgaan, maar niet de verbintenis als zodanig. Het
is een gehandicaptenverbintenis in die zin dat het gaat om een verbintenis zonder de
afdwingbaarheid ervan. Er blijft nog een natuurlijke verbintenis over na verjaring.
De algemene verjaringstermijn in het privaat recht is 10 jaar = men heeft 10 jaar de tijd om de
verbintenis op te eisen in rechte. Er zijn ook een aantal uitzonderingstermijnen:
o 20 jaar → buitencontractuele aansprakelijkheid: termijn die begint te lopen vanaf het
schadeverwekkende feit.
o 5 jaar → termijn die begint te lopen vanaf het ogenblik waarop het slachtoffer of benadeelde
kennis krijgt van de relevante feiten om een vordering te kunnen instellen.
Er zijn twee soorten natuurlijke verbintenissen:
- Vrijwillige natuurlijke verbintenis
- Geval waarbij iemand belooft om een natuurlijke verbintenis wel degelijk na te komen = belofte.
In dit geval wordt een natuurlijke verbintenis omgezet in een civiele verbintenis waardoor de
prestatie wel kan afgedwongen worden.
Bijvoorbeeld: een man en vrouw krijgen een kind, vervolgens vindt een echtscheiding plaats. De
moeder huwt met een nieuwe man. De nieuwe man betaald onderhoudsgeld voor een kind dat niet
het zijne is. Er komt opnieuw een echtscheiding. Na de echtscheiding zal uit de nakoming van de
natuurlijke verbintenis door de man ten opzichte van het kind dat niet het zijne is, een civiele
verbintenis afgeleid kunnen worden om nog gedurende een zekere tijd in het onderhoud van dat
kind te voorzien.
3 INDELING VAN VERBINTENISSEN
Er bestaan verschillende indelingen voor verbintenissen:
- Intensiteit
- Voorwerp
- Modaliteiten
- Meerdere schuldenaars of schuldeisers
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper bdp. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €14,99. Je zit daarna nergens aan vast.