Engels: Tolkvaardigheden
Les 1 – Inleiding tot het tolken: soorten tolken &
tolkvaardigheden
Aan het eind van deze les weet je… Deze les is gebaseerd op hoofdstuk 16,
handboek “In Balans” (De Sutter & Delaere).
Wat het verschil is tussen tolken en vertalen.
Welke verschillende soorten tolken er zijn en wat de contexten zijn waarin ze gebruikt
worden.
Wat de cognitieve stappen in het tolkproces zijn.
Wat de belangrijkste tolkvaardigheden zijn.
Wat de deontologie van de tolk inhoudt.
Wat is het verschil tussen tolken en vertalen?
“Tolken is een vorm van Vertalen waarin een unieke en definitieve omzetting in een
andere taal geproduceerd wordt op basis van een eenmalige presentatie van een uiting
in een brontaal” (geciteerd in De Sutter & Delaere, 2019, p. 347)
o Je hoort je tekst één keer en moet dan meteen tolken op dat moment zelf ( tolken =
instant, onmiddellijk, uniek en definitief); bij een vertaling kan er veel tijd tussen
zitten, kan je de tekst en je vertaling lezen & herlezen en is er veel voorbereiding
o Tolken is doorgaans meer mondeling, vertalen eerder schriftelijk (vandaar de term
‘uiting’)
‘Real-time translation’ (Pöchhacker, 2004): vertalers hebben hun tekst voor zich en kunnen
deze steeds herlezen wanneer ze willen. Vertalers kunnen ook advies vragen aan collega’s
of een woordenboek raadplegen. Tolken hebben die mogelijkheid over het algemeen niet.
Zij hebben meestal geen tekst voor zich en moeten vertrouwen op hun gehoor, geheugen
en notities. Daardoor moeten tolken herformuleren en kan er informatie of nuance
verloren gaan, zelfs bij de meest doorgewinterde tolk. Het is belangrijk voor een tolk om
kennis te hebben of informatie in te winnen over het onderwerp van het tolkgesprek of de
voordracht omdat zij/hij tijdens het tolken niet of nauwelijks in de gelegenheid zal zijn om
informatie of termen op te zoeken. Dat geldt voor vertalers ook, maar in mindere mate.
o Vertaler kan veel opzoekwerk doen, herschrijven en nalezen; een tolk luistert en tolkt
meteen Vraagt andere vaardigheden
o Tolk heeft meer invloed op eindproduct: je tolkt nooit exact het origineel (tolken =
samenvatten, herformuleren, parafraseren, nuances verliezen)
Bij tolken wordt meer geherformuleerd en geparafraseerd, waardoor er af en toe
stukken informatie verloren gaan omdat er nauwelijks of niks opgezocht kan
worden
o Als tolk moet je meer pragmatisch zijn: samenvatten, soms zal het fout lopen bv.
wanneer iemand te snel praat
o Tolk moet hele degelijke algemene kennis hebben omdat er niet opgezocht kan
worden
‘Oral versus written message’ (Pöchhacker, 2004): vertalen is de schriftelijke boodschap
overzetten van een taal (de brontaal) naar een andere (de doeltaal). Bij tolken
daarentegen wordt de boodschap doorgaans mondeling omgezet naar de doeltaal,
behalve in het geval van gebarentolken.
‘Real-time translation in a communicative context’ (Pöchhacker, 2004): in tegenstelling tot
de vertaler is de (gespreks-)tolk actief betrokken bij het communicatieproces. Als enige
persoon in het gesprek die beide talen van de gesprekspartners machtig is, heeft de tolk
ook een coördinerende taak.
o Tolk is echt deel van de situatie en een volwaardige gesprekspartner, zeker bij
gesprekstolken (klant en tolk zitten op hetzelfde moment in dezelfde ruimte en
1
, situatie) Deontologie en professionele houding zijn belangrijk, bv. cliënt recht in de
ogen kijken
o Iedereen is op dezelfde plek aanwezig Maakt tolken een unieke vorm van Vertalen
Verandert je rol als tolk: heel actieve rol in het gesprek, je beïnvloedt en stuurt
de communicatie
Soorten tolken: tolkmodi (3)
Consecutief tolken: tolken nadat de spreker uitgesproken is. Meestal op basis van
notities.
o “De tolk luistert samen met de deelnemers naar wat er gezegd wordt en geeft dit
naderhand weer in een andere taal, meestal met behulp van aantekeningen”
(Europese Commissie)
o Voorbeeld: https://www.youtube.com/watch?v=Cz3fjAX5Meg
o Idealiter 5 minuten, in de praktijk soms 10 minuten
o 50–70% procent van speech in je hoofd, details en verbanden noteren ter
ondersteuning
o Notitietechniek is persoonlijk voor elke tolk (specifieke vaardigheid), maar over het
algemeen weinig woorden en meer afkortingen en symbolen
Simultaan (gelijktijdig) tolken: tolken (bijna) gelijktijdig met de spreker; vreemde taal
naar moedertaal tolken; manier van tolken waarbij een spreker een toespraak houdt en de
tolk de toespraak bijna tegelijkertijd of simultaan herformuleert in de taal die het publiek
begrijpt
o Weet iemand nog wat de term “décalage” betekent? (p. 350)
Tijdsverloop tussen wat in de brontaal gezegd wordt en wat de simultaantolk in
de doeltaal zegt. Als tolk altijd even wachten om te spreken, je kan niet écht
simultaan tolken. Je luistert een paar zinnen en begint dan te tolken.
Belangrijke vraag: Hoe groot mag deze afstand tussen spreker en tolk dan zijn,
i.e. hoe lang wacht ik met tolken?
Ook EVS (Ear Voice Span) genoemd
o Weet iemand nog wat de term “split span attention” betekent? (p. 350)
Tolken moeten hun aandacht voortdurend verdelen over meerdere cognitieve
vaardigheden, vooral dan de vaardigheid om gelijktijdig te luisteren en te
spreken. Je aandacht erbij houden wordt moeilijk.
Ook bij consecutief tolken
o Drie soorten simultaan tolken:
Fluistertolken (ook wel bekend als “chuchotage”): Zonder hulpmiddelen of
technologische ondersteuning voor een beperkt aantal luisteraars.
Fluisteren is ook een heel vermoeiende vorm van tolken;
vermoeiend voor de stem
Publiek van een lezing, bedrijfspresentatie, opleiding… met
maar een of twee anderstaligen
Biduletolken: Met behulp van een bidule, i.e. mobiele tolkset
(microfoon en hoofdtelefoons; draagbare tolkapparatuur zonder
cabine), maar zonder luisterondersteuning voor de tolk. Geschikt
voor enkele tientallen deelnemers en één taal op een locatie
waar je geen andere tolkfaciliteiten hebt.
Lijkt een beetje op een soort masker
Cabinetolken: Vanuit een geluidsdichte
kamer (bv. grote congresruimte/-zaal met
aparte tolkcabines) met volledige
geluidsinstallatie (tolk spreekt in microfoon,
luisteraars hebben draadloze oortjes om het
tolkproduct te horen). Voor grote groepen (bv.
conferenties, bijeenkomsten, Europees Parlement) en meerdere
talencombinaties.
2
, Meest comfortabele positie voor een tolk: geluidsdicht, je hoort de originele
spreker via een hoofdtelefoon, goede geluidskwaliteit en concentratie…
Vertaling van het blad (Sight Translation): Mondelinge vertaling van een schriftelijke
tekst. Vooral als pedagogisch instrument om tolkvaardigheden te oefenen.
o Meteen vertalen terwijl je de tekst leest
o Afgeraden, zeker bij sociaal tolken, & moeilijke vorm van tolken: geschreven teksten
zijn niet bedoeld om gesproken te worden
Soorten tolken: tolksettings
Alle bovenstaande tolkvormen kunnen in verschillende contexten (settings) voorkomen:
Conferentietolken: monologisch van aard (speeches). Meestal simultaan, cabinetolken in
één richting (spreker spreekt in de vreemde taal/brontaal, tolken naar moedertaal)
o Bijvoorbeeld: parlement, EU, VN, groot congres, rechtbank
o Weinig of geen interactie met publiek
Weet iemand nog wat retourtolken betekent?
o In de twee richtingen tolken: ook terug (retour) in je B- (of C-taal) tolken
o Sociaal tolken is retourtolken, simultaan tolken niet
Weet iemand nog wat relaistolken is?
o Met een tussentaal tolken (vooral bij simultaan tolken), bv. klant spreekt Swahili,
maar er is geen tolk die van Swahili naar Nederlands tolkt Tussentaal gebruiken:
Swahili -> Frans -> NL
o Niet ideaal want het is moeilijk, je moet langer wachten en er is twee keer zoveel
kans dat informatie verloren zal gaan want er wordt twee keer geherformuleerd,
maar het kan wel een oplossing zijn als er voor een bepaalde talencombinatie geen
tolk beschikbaar is (er is vooral een gebrek aan tolken voor kleinere talen).
Weet iemand nog wat een pivottaal is?
o Pivottaal = tussentaal bij relaistolken
o Pivot = de tolk die in de tussentaal tolkt
Gesprekstolken (dialoogtolken, liaisontolken, verbindingstolken), dialogisch van aard
(gesprekken). Meestal consecutief. Op locatie of per telefoon. In twee richtingen (van taal
A naar taal B én van taal B naar taal A (bilaterale tolk); vraagt zeer goede kennis van
vreemde taal en moedertaal; tolk moet beide talen machtig zijn).
o Tolk is tussenpersoon tussen enkele mensen die elkaars taal niet spreken en vertaalt
korte interventies van een à twee zinnen (soms zonder aantekeningen) en in beide
richtingen. Gesprekstolk wordt vaak ingezet voor communicatie tussen mensen die
de Nederlandse taal niet (goed) beheersen en de overheid, scholen en zorgverleners.
o Gesprekstolken komt in veel contexten voor, namelijk elke context waarin een
gesprek plaatsvindt tussen mensen die een andere taal spreken. Enkele vaak
voorkomende domeinen:
Medische sector (dokter, (huis)arts, ziekenhuis – patiënt): manier waarop arts
en patiënt spreken is geen gelijkwaardige communicatie (dokter heeft meer
kennis); tolk moet kennis hebben van context en terminologie (medisch jargon);
dokter richt zich direct tot de betrokkene en spreekt niet in derde persoon over
de betrokkene met de tolk; interculturele bemiddeling in gezondheidszorg;
deontologische code
Juridische sector (advocaat – cliënt, politiebureau of rechtbank) (ook wel
gerechtstolken genoemd): tolk moet kennis hebben van context en terminologie
(juridische systeem en terminologie); rechter richt zich direct tot de betrokkene
en spreekt niet in derde persoon over de betrokkene met de tolk; verzekert de
communicatie tussen betrokkenen in een juridische situatie die een
verschillende taal spreken; je moet goed op de hoogte zijn van verschillen
tussen Belgische en ‘vreemde’ maatschappij; bewijs nodig van juridische kennis;
opnameverplichting in nationaal register
3