Introductiecollege 8
1 COMMUNICATIESCHEMA 8
1.1 ZENDER 9
1.1.1 Coderen 11
1.1.2 Medium 13
1.2 DOEL 14
1.2.1 Doelen van professionele communicatie 14
1.2.2 Hoge- en lage- contextculturen 14
1.2.3 Nudging 15
1.3 SITUATIE / CONTEXT 15
1.4 ONDERWERP & BOODSCHAP 17
2 DE COMMUNICATIEKWADRANTEN (VAN DRIESSCHE, VONK) 18
2.1 TOELICHTING 18
3 BEROEPSROLLEN 19
Information Mapping & tekstopmaak 20
1 DOCUMENT DESIGN 20
1.1 FACTOREN DIE EEN ROL SPELEN IN DOCUMENT DESIGN 21
2 RAPPORTEREN 22
2.1 HET RAPPORT 22
2.1.1 Het communicatieschema 23
2.1.2 Het schrijfproces 24
2.2 INFORMATION MAPPING 24
2.2.1 De methode 24
2.2.2 Informatie-eenheden 24
2.2.3 Informatietypes 25
2.2.4 7 basisprincipes 25
2.3 DE CENTRALE VRAAG 31
2.4 TIPS 33
2.4.1 Werken met tabellen voor iMapping 33
2.4.2 Titels, ondertitels en alineakopjes 33
2.4.3 Stappenplan voor een uitgebreid rapport 34
2.4.4 Hoe begin je aan de opmaak van information mapping? 35
2.5 DE WET VAN MAIER: E = K•A 37
2.5.1 In formule 37
2.5.2 In woorden 37
3 ONDERDELEN VAN HET RAPPORT 37
3.1 RAPPORTHOOFD 37
3.2 AANLEIDING 37
3.3 VOORSTEL 38
3.4 PROGRAMMA 38
3.5 VOORBEREIDING 38
3.6 PRIJSVERGELIJKING 38
3.7 BESPREKING & ZO 38
4 TAALTIPS 39
4.1 GEBRUIK EEN INTERACTIEF TEKSTPERSPECTIEF 39
4.2 FORMULEER POSITIEF 39
4.3 STAMZINNEN 39
4.4 OPSOMMINGEN 39
4.5 FORMULEER CORRECT 40
5 OPMAAKTIPS 40
Strategisch communiceren met sociale media 41
1 INLEIDING 41
2 NUT VAN SOCIALE MEDIA 41
3 SOCIALE MEDIA BEHEREN 42
3.1 DIGITALE STRATEGIE 42
3.1.1 Wie is je doelpubliek? 42
3.1.2 Why: wat zijn hun behoeften? 43
3.1.3 Wat: raakvlak tussen bedrijf & behoeften 44
3.1.4 Waar: welke kanalen gebruik ik? 46
3.1.5 Hoe: vorm van je bericht 47
1
,3.2 VAN STRATEGIE NAAR CONTENT PLAN 47
3.2.1 Socialemediacampagne rond events 48
3.2.2 Hoeveel tijd nemen sociale media in beslag? 49
3.2.3 Smartphonevideo’s 49
3.3 LUISTERVAARDIGHEDEN OP SOCIALE MEDIA 49
3.4 SOCIALE MEDIA MONITOREN 49
3.4.1 Wat kan je meten op sociale media? 49
3.4.2 Formuleer heldere doelstellingen (SMART!) 50
Tekstperspectief, feedback & ccc-model 51
1 MINDSET 51
1.1 STATISCHE (FIXED) MINDSET 52
1.2 FLEXIBELE MINDSET 52
1.3 SELF-FULFILLING PROPHECY 52
1.4 NATURE OF NURTURE? 52
2 FEEDBACK GEVEN EN KRIJGEN 54
3 HET CCC-MODEL (JAN RENKEMA) 55
4 TEKSTPERSPECTIEF 56
4.1 ONTVANGERSPERSPECTIEF 57
4.2 INTERACTIEPERSPECTIEF 57
4.3 ZENDERPERSPECTIEF 58
4.4 ZAKELIJK PERSPECTIEF 59
4.5 INCLUSIEVE EN EXCLUSIEVE WIJ 59
4.5.1 Inclusieve vs. Exclusieve wij- & verpleegsterswij 60
5 TEKSTOPMAAK 62
5.1 FUNCTIES 62
5.2 BASISPRINCIPES 63
5.3 OPMAAKTIPS 63
6 EINDREDACTIETIPS VOR MEER LEESPLEZIER 64
Persuasieve communicatie 65
1 INZICHTEN OVER OVERTUIGINGEN 65
1.1 GEDRAGSVERANDERING & COGNITIEVE DISSONANTIE 65
2 DE DIRECTE STRUCTUUR 66
2.1 DE OPENING 66
2.2 STANDPUNT 66
2.2.1 De fear appeal 67
2.2.2 Zeven hefbomen voor gedragsverandering: 7-e-model 68
2.3 ARGUMENTATIE 68
2.3.1 Argumentatievormen 68
2.3.2 5 cognitieve biases 70
2.3.3 Elaboration Likelihood Model (Petty & Cacioppo) 73
2.3.4 Systeem 1 & 2 (Daniel Kahneman) 74
2.3.5 De zes principes uit Influence van Robert Cialdini 75
2.3.6 De zes principes uit de plakfactor van Chris & Dan Heath (SUCCES) 77
2.3.7 Twee grote uitdagingen om ideeën over te brengen 79
2.4 SLOT 79
2.4.1 Hoe metaforen werken 79
2.4.2 Communicatietips 81
3 SOLLICITATIETIPS 81
3.1 MYTHES 81
3.1.1 Mythe 1: je passie openbaart zich vanzelf 81
3.1.2 Mythe 2: passie is de sleutel tot succes 81
3.1.3 Mythe 3: als je doet wat je graag doet en je werkt hard, dan word je vanzelf goed in wat je doet. 82
3.2 TALENTEN 83
3.2.1 Vijf grote categorieën (Luk Dewulf) 84
3.2.2 The Big Five 88
4 SOLLICITATIEBRIEF 89
4.1 TIPS 89
4.2 INHOUD 90
4.2.1 Betreft 90
4.2.2 Aanhef 90
4.2.3 Opening 91
4.2.4 Argumentatie 92
4.2.5 Slot 92
4.2.6 Tekstperspectief 92
2
,4.3 TAALKWESTIES 93
4.3.1 Formuleer correct & consistent 93
4.3.2 Andere taalkwesties 93
4.3.3 Alineastructuur 94
4.4 OPMAAK 94
4.4.1 Consistentie in de briefconventie 94
4.4.2 Afstand 94
4.4.3 Contrast 95
4.4.4 Typografie 95
4.4.5 Herhaling 96
4.5 CHECKLIST VOOR EEN GOEDE SOLLICITATIEBRIEF 96
4.5.1 Inhoud 97
4.5.2 Taal & stijl 97
4.5.3 Vorm 97
Curriculum vitae 98
1 DRIE UITDAGINGEN 98
2 VIJF TIPS 98
3 SOORTEN VAN HET CURRICULUM VITAE 99
4 RUBRIEKEN VAN HET CV 99
5 FUNCTIES VAN HET CV 99
6 MOGELIJKE COMPETENTIES 100
7 AANDACHTSPUNTEN VOOR FORMULERING 100
8 LAY-OUT: FORM FOLLOWS FUNCTION 101
8.1 CONTRAST 101
8.2 UITLIJNING 102
8.3 AFSTAND 102
8.4 AANDACHTSPUNTEN OPMAAK 103
9 ONDERZOEKSARTIKEL 103
Communicatieplan 104
1 HET COMMUNICATIEPLAN 104
1.1 VOORDELEN VAN HET COMMUNICATIEPLAN (VOORDELEN) 104
1.2 SOORTEN COMMUNICATIEPLANNEN 105
1.2.1 Strategisch rapport / beleidsplan 105
1.2.2 Specifieke gebeurtenissen 105
1.3 STRATEGIE 105
1.3.1 Analyse huidige situatie 106
1.3.2 Mediascreening 106
1.4 UITWERKING COMMUNICATIEPLAN 107
1.4.1 Communicatiedoelstellingen 107
1.4.2 Doelgroepen 108
1.4.3 Propositie 109
1.4.4 Communicatiemiddelen 109
1.4.5 Planning 111
1.4.6 Organisatie 112
1.4.7 Budget 112
1.4.8 Uitsmijter: huis-, tuin- en keukentips van Eric Goubin 112
2 COMMUNICATIE METEN 113
2.1 WAAROM METEN? 113
2.1.1 Economische impact van communicatie wordt zelden onderzocht / aangetoond 113
2.2 STAPPENPLAN 114
2.2.1 Wat is het probleem? 114
2.2.2 Hoe kan ik dat meten? 115
2.2.3 Meting uitvoeren 117
2.2.4 Meting analysering en interpreteren 117
2.2.5 Rapportage 118
2.2.6 Bijsturen 119
2.3 BEST PRACTICES 119
Duurzame communicatie 120
1 COMMUNICEREN OVER DUURZAAMHEID 120
1.1 BEZWAREN TEGEN DUURZAAMHEIDSCOMMUNICATIE 120
3
,1.1.1 Weinig geloofwaardigheid 120
1.1.2 Angst voor negatieve feedback 120
1.1.3 Te weinig interesse bij klanten 120
1.1.4 Consumenten vinden duurzaamheid te duur 121
1.1.5 We zijn nog niet 100% duurzaam 121
1.1.6 Greenwashing 121
1.1.7 Duurzaamheidsverslagen 122
1.1.8 4 tips om duurzame informatie te communiceren 122
1.2 DUURZAAM COMMUNICEREN 123
1.2.1 Leefregels voor duurzaam communiceren 123
1.3 DUURZAME INZET VAN TOOLS 125
Slechtnieuwsbrieven 127
1 ONDERZOEK NAAR EFFECT BELEEFDHEIDSSTRATEGIEËN (FRANK JANSEN & DANIEL JANSSEN, 2011) 127
2 MONDELING OF SCHRIFTELIJK? 129
2.1 STRUCTUUR 130
2.1.1 Indirecte structuur 130
3 INHOUD 131
3.1 BETREFT 131
3.1.1 Algemeen 131
3.1.2 Learn-IT 131
3.1.3 Voorbeelden 131
3.2 OPENING 132
3.2.1 Algemeen 132
3.2.2 Learn-IT 133
3.2.3 Voorbeelden 133
3.3 ARGUMENTATIE 135
3.3.1 Algemeen 135
3.3.2 Learn-IT 135
3.3.3 Voorbeelden 136
3.4 SLECHT NIEUWS 138
3.4.1 Algemeen 138
3.4.2 Learn-IT 138
3.4.3 Voorbeelden: slecht nieuws & compensatie 139
3.5 COMPENSATIE 141
3.5.1 Algemeen 141
3.5.2 Learn-IT 141
3.5.3 Goodwill 141
3.6 SLOT 142
3.6.1 Algemeen 142
3.6.2 Learn-IT 142
3.6.3 Voorbeelden 143
4 DO’S & DON’TS: EEN OVERZICHT 145
5 COMPROVED 149
6 TEKSTOPMAAK 149
6.1 VAAK GEMAAKTE FOUTEN 150
7 TAALKWESTIES 150
8 TEKSTPERSPECTIEF 151
Visuele communicatie 152
1 WAAROM VISUELE COMMUNICATIE? 152
1.1 ILLUSTRATIES TREKKEN MEER AANDACHT 152
1.1.1 Pictorial superiority effect 152
1.1.2 Strooptest 153
1.1.3 Zicht 153
1.2 JE LEZER KRIJGT MEER INFORMATIE IN MINDER TIJD 153
1.3 VISUEEL GEPRESENTEERDE INFORMATIE IS GEMAKKELIJKER TE ONTHOUDEN 153
2 3 TIPS VOOR JE FOTOJACHT 154
2.1 TIP 1: KIES EEN GESCHIKT ONDERWERP 154
2.2 TIP 2: KIES EEN BEELD VAN GOEDE KWALITEIT 154
2.2.1 Waarom richting belangrijk is 155
2.3 TIP 3: RESPECTEER AUTEURSRECHTEN 157
3 KLEUR 158
3.1 DE PSYCHOLOGIE VAN KLEUR 158
3.2 DE GROTE KLEURENQUIZ 158
3.2.1 Geel 158
4
,3.2.2 Wit 158
3.2.3 Rood 159
3.2.4 Zwart 159
3.2.5 Blauw 159
3.2.6 Groen 159
3.2.7 Bruin 159
3.2.8 Paars 159
3.2.9 Grijs 159
3.2.10 Roze 159
3.2.11 Oranje 159
3.3 MARKETING & KLEUR 161
3.4 3 BASISPRINCIPES VOOR JE KLEURENSCHEMA (VOOR DE LIEFHEBBERS) 162
3.5 KLEURENLEER: DE BASIS 163
3.6 KLEUREN COMBINEREN 165
3.6.1 Tools 165
3.6.2 Palettegenerator 167
4 GRAFIEKEN 167
4.1 VERSCHILLENDE SOORTEN GRAFIEKEN 169
4.1.1 Stephanie Evergreen 170
4.2 EEN DUIDELIJK DOEL 172
4.3 TE MIJDEN KEUZES 174
4.4 TE MIJDEN FOUTEN & SUGGESTIES VOOR EEN ANDERE AANPAK 175
4.5 FACELIFT VAN EEN GRAFIEK IN 11 STAPPEN 175
4.5.1 Verwijder het 3D-effect 176
4.5.2 Laat de Y-as bij 0 beginnen 176
4.5.3 Schrap de labels bij de assen 176
4.5.4 Sorteer je data op een relevante manier 177
4.5.5 Bespaar je lezer nekpijn 177
4.5.6 Verwijder de rasterlijnen en de ijkpunten 177
4.5.7 Label de data 178
4.5.8 Vermeld de eenheden 178
4.5.9 Laat je titels spreken 178
4.5.10 Gebruik opvallende kleuren als accent 179
4.5.11 Respecteer je bronnen 179
4.6 EEN PAAR GRAFIEKEN OM JE INZICHTEN TE OEFENEN 180
4.6.1 Grafiek 1 180
4.6.2 Grafiek 2 181
5 DE KRACHT VAN VISUELE DATA 182
5.1 EEN GOEDE VISUALISATIE… 182
5.2 EEN SLECHTE VISUALISATIE… 182
6 INFOGRAFIEKEN 183
6.1 GRAFIEK VS. INFOGRAFIEK 183
6.2 VORMEN & SOORTEN 183
6.3 7 SOORTEN GRAFIEKEN 184
6.3.1 Tijdlijn 184
6.3.2 Lijst 185
6.3.3 Kaart (met kwantitatieve kenmerken) 186
6.3.4 Schema 186
6.3.5 Vergelijking 187
6.3.6 Stappenplan 187
6.3.7 Combinatie van lijst en tijdlijn 187
6.3.8 Lijst met tips 188
6.4 JE CV ALS INFOGRAPHIC 188
6.4.1 Visuele elementen voor je cv 188
6.4.2 Voorbeelden van een visueel cv 189
6.5 VOORDELEN EN NADELEN 189
6.5.1 Voordelen 189
6.5.2 Nadelen 189
6.6 TIPS VOOR DE LIEFHEBBERS VAN EEN VISUEEL CV 190
6.7 CRITERIA VOOR GOEDE INFOGRAFIEKEN 190
6.7.1 Structuur 190
6.7.2 Tekst 190
6.7.3 Diagrammen à la CHART 190
6.7.4 Aantrekkelijk ontwerp 190
6.8 OEFENING: ANALYSE VAN EEN INFOGRAFIEK 191
6.9 TOOLKITS VOOR INFOGRAFIEKEN 192
6.9.1 Canva 192
6.9.2 Knight Lab 192
6.9.3 Google Mymaps 192
6.10 STAPPENPLAN VOOR EEN GOEDE INFOGRAFIEK 193
5
,Crisiscommunicatie: feedbackcollege 194
1 EXPECT THE UNEXPECTED: CASE BOMMELDDING 194
1.1 DE BOMMELDING OP SOCIALE MEDIA 198
1.2 EVALUATIE CRISISAANPAK 199
1.2.1 Positieve punten communicatie 199
1.2.2 Leerpunten crisiscommunicatie 199
2 KITKAT-CASE 199
2.1 OPDRACHT 1: ANALYSE CRISIS 200
2.1.1 Benoit 200
2.1.2 Stamsnijder 200
2.1.3 Communicatierichtlijnen 201
2.1.4 Situational Crisis Communication Theory - Coombs 202
2.1.5 Verontschuldigen volgens de regels van de kunst 203
2.1.6 Zaak De Pauw 203
2.2 OPDRACHT 2: TWEET 205
2.2.1 Fragment 1 205
2.2.2 Fragment 2 205
2.2.3 Fragment 3 206
2.2.4 Voornaamste communicatiestrategieën 206
2.2.5 Crisisstrategieën 206
2.3 OPDRACHT 3: FACEBOOKREACTIE OP LOGO 207
3 CRISISCOMMUNICATIEPLAN IN 7 STAPPEN 209
3.1 STAP 1: STEL EEN CRISISTEAM SAMEN 209
3.2 STAP 2: BRENG JE STAKEHOLDERS IN KAART 211
3.3 STAP 3: BOUW PUBLIC RELATIONSHIPS OP 211
3.4 STAP 4: INVENTARISEER WAT ER FOUT KAN GAAN 211
3.5 STAP 5: WERK SCENARIO’S UIT VOOR ELK RISICO 212
3.5.1 Brand militair domein Brecht 212
3.6 STAP 6: WERK ALLERLEI COMMUNICATIE-INSTRUMENTEN UIT 212
3.6.1 Golden hour 212
3.7 STAP 7: OEFEN DE SCENARIO’S UIT 213
Functioneringsgesprekken 214
1 GESPREKSVORMEN 214
1.1 PROFESSIONEEL VS. (INTER-)PERSOONLIJK 214
1.2 DIRECTIEF VS. NON-DIRECTIEF 214
1.3 NEUTRAAL LUISTEREN 215
1.4 POSITIEF LUISTEREN 215
2 VRAAGTECHNIEKEN 216
2.1 VRAGEN STELLEN 216
2.2 TECHNIEKEN VOOR DE OBSERVATOR 217
3 FUNCTIONERINGSGESPREKKEN 217
3.1 CYCLUS PROFESSIONELE TWEEGESPREKKEN 217
3.2 MANAGEMENTCYCLUS 218
3.3 DOEL FUNCTIONERINGSGESPREK 219
3.4 VERSCHIL TUSSEN FUNCTIONERINGSGESPREK EN EVALUATIEGESPREK 219
3.5 STRUCTUUR VAN HET FUNCTIONERINGSGESPREK 220
3.5.1 Voorbereiding van het gesprek 221
3.5.2 Opening van het gesprek 221
3.5.3 Agendabepaling 222
3.5.4 Bespreking 224
3.5.5 Afronding van het gesprek 226
3.6 BEOORDELINGSFOUTEN 227
3.6.1 Horn effect 227
3.6.2 Halo-effect 227
3.6.3 Primacy effect 227
3.6.4 Recency effect 227
3.6.5 Contrasteffect 227
3.6.6 Stereotyperen 227
3.6.7 Attributiefouten 227
3.6.8 Like me‐effect (gelijkeniseffect) 227
3.6.9 Projectie 227
4 ALGEMENE DO’S EN DON’TS 228
Slechtnieuwsgesprekken 229
6
,1 HOE MEEDELEN? 229
2 HOE REAGEREN MENSEN OP SLECHT NIEUWS? 230
3 FASEN VAN EEN SLECHTNIEUWSGESPREK 230
3.1 IJSBREKER 230
3.2 FEED-FORWARD EN SLECHT NIEUWS 230
3.3 EMOTIEFASE 231
3.4 ARGUMENTATIEFASE 232
3.5 AFSLUITEN 233
4 STADIA ROUWPROCES: VOORBEELD ONTSLAG 234
5 NOTEER HOE JE EEN SLECHTNIEUWSGESPREK GAAT AANPAKKEN 234
6 JUISTE AANPAK VAN SLECHT NIEUWS 234
Employer branding 236
1 WAT IS EMPLOYER BRANDING? 236
1.1 WAT IS EMPLOYER BRANDING NIET? 236
2 HOE CREËER JE EEN GOEDE EMPLOYER BRANDING STRATEGIE ? 236
2.1 BEPAAL JE EVP 237
2.1.1 Hoe? 237
2.2 IMPLEMENTEER JE EVP IN DE EMPLOYEE LIFECYCLE 238
2.2.1 Candidate experience 238
2.2.2 Preboarding 239
2.2.3 Onboarding experience 240
2.2.4 Employee experience 240
2.2.5 Exit experience 241
2.3 VERTEL EEN WERKGEVERSVERHAAL / EMPLOYER MARKETING 241
3 BELANG VAN EEN GOEDE EMPLOYER BRANDING STRATEGIE 241
4 TIPS & TRICKS VOOR JE ZOEKTOCHT NAAR JE EERSTE JOB 242
Crisiscommunicatie (Whyte Corporate Affairs) 243
1 WAT IS EEN CRISIS? 243
1.1 WAT DEFINIEERT EEN CRISIS? WELKE ELEMENTEN ZIJN NOODZAKELIJK ? 244
1.2 DE OORZAKEN VAN EEN CRISIS 245
1.2.1 Verhoogde gevoeligheid 246
1.2.2 Fake news 247
2 HET BELANG VAN VOORBEREIDING 247
2.1 ISSUES MANAGEMENT & CRISIS PREPAREDNESS 248
2.1.1 Schematische weergave van crisisvoorbereiding 249
2.2 CRISIS MANAGEMENT / CRISIS HANDLING 250
2.2.1 Empathie 250
2.3 CRISIS RECOVERY 252
3 10 GOUDEN REGELS VAN CRISISCOMMUNICATIE 253
7
,Schriftelijke communicatie
Introductiecollege
1 Communicatieschema
CURSUS: Inleiding, p. 4
! Ontvangers decoderen informatie op
hun eigen manier, want elke ontvanger
is autonoom tot op zekere hoogte
• A: gewilde of ongewilde aanleiding van communicatie (te creëren of spontaan, bv.
Twitterbericht over dag van de Diversiteit, ‘er is een huis verkocht’)
• Z: wie communiceert, telkens dezelfde persoon (de makelaar, die naar de beste
manieren zoekt om de informatie te coderen, bv. website, plankarde)
• C: code, voornamelijk talig met op de achtergrond het logo van de makelaar (vooral
tekstueel gecommuniceerd)
• B: boodschap loopt via een concreet kanaal/medium (bv. huis is verkocht, maar op
verschillende manier gecodeerd, zoals ‘verkocht’ of ‘proficiat’)
• O: allerlei ontvangers moeten die boodschap decoderen en proberen de ruis zo klein
mogelijk te houden, bv. niet potentiële koper, maar wel de koper die de transactie heeft
gesloten – is dit verstandig? Ja!
• D: doel, welk doel je wil bereiken, bv. informeren, imago hoog houden… geeft de zin/de
bedoeling van de communicatie aan (bv. goodwill creëren en imago van bedrijf
optimaliseren)
• R: ruis, bv. bericht versturen via Messenger tijdens de les en niet opletten
VOORBEELD
Bij de verkoop van een huis gebruikt ‘Walls’ niet ‘verkocht’ of ‘te laat’,
maar wel ‘proficiat!’. Dat is goed, omdat het gericht is op de ontvanger:
de organisatie feliciteert de koper met de aankoop (en niet zichzelf!). Het
speelt in op de gevoelens van de ontvanger (en toont dat de organisatie
klantvriendelijk is).
8
, Andere variaties
• Verkocht
• Proficiat / gefeliciteerd
• Te laat / te laet (naam)
• Verkocht binnen de week (geeft succes van vastgoedmakelaar aan)
• Net verkocht / al weg
• Geluk(t)!
• In optie (moeilijker: is het verkocht of niet?)
Voor de anderen die daar voorbijkomen is het ook duidelijk ‘dit is
verkocht’, je verliest geen deel van je informatie door je boodschap naar
de koper te sturen.
De pijlen: tussen Z & B is een pijl van links naar rechts, tussen B & O loopt van rechts naar
links – we willen duidelijk maken dat communicatie niet simpelweg is: zender zendt een
boodschap die terechtkomt bij de ontvanger. De kracht van de ontvanger zit in het
decodeerproces, daar is hij autonoom – het is aan de zender om te zorgen dat dat
decoderen zo juist mogelijk kan gebeuren
VOORBEELD
CASE STUDY: Gsm-gebruik achter het stuur
Hoe gaat een overheid ermee om? Hoe zorg je ervoor dat die boodschap
ook zal leiden tot ander gedrag? Een campagne met bekende Vlamingen
wordt gecreëerd. Je kan ook naar beloofd.be gaan en je eigen foto
uploaden. Zo kan jij de zender worden van de boodschap. Dan koos men
ineens voor een uitbreiding van de campagne. Telenet wordt de zender
van de campagne. Verschillende operatoren worden mee betrokken in
deze campagne. Elk van de zes operatoren geven hun eigen accent aan de
boodschap. De zender is niet meer de overheid, maar de operatoren.
Dominique Leroy is de CEO van Proximus. De interviews met de CEO
gebeurde voordat ze opstapte bij Proximus. Laten we nu alleen de 5 CEO’s
van de andere operatoren aan het woord over deze campagne of zenden
we dat van Leroy ook nog uit? Ze kozen ervoor om Dominique Leroy toch
aan het woord te laten, maar vakbonden zijn hier nu op gesprongen door
te zeggen “Ja maar, zij is niet meer de spreekbuis van Proximus”.
1.1 Zender
De manier waarop de regeringen de communicatie van de coronacrisis aanpakten, zegt veel
over de kracht van hun boodschap:
• Belgische: slechte communicatie, tegenstrijdige boodschappen, onduidelijke PPT
• Nederlandse: één boodschap, duidelijke communicator (Rutte)
9
, VOORBEELD
CASE STUDY: DHL
Wie kies ik als zender? Hoe plaats je deze video in het
communicatieschema? De zender wordt de concurrent van DHL. Deze
campagne is zo anders omdat de boodschap “DHL is faster” op zich geen
overtuigende boodschap is. Natuurlijk zou je dat zeggen over je eigen
bedrijf. Nu laten ze die boodschap via de concurrent uitzenden. Door die
zender te veranderen, krijg je een veel sterkere boodschap. DHL blijft wel
de zender van de video maar niet van de boodschap.
Als DHL zelf zegt ‘wij zijn sneller’ is dat niet zo geloofwaardig, maar als de
concurrenten die boodschap geven (ook al is dat met een knipoog) krijgt
dat een stuk geloofwaardigheid mee: men kiest een andere zender van de
boodschap.
VOORBEELD
CASE STUDY: Coronacommunicatie
Hier zien we waar minister Wilmès een persconferentie geeft waarin ze
een PPT gebruikt. De slides waren te complex, meertalig, vormgeving
wisselde, synchronisatie met slide en wat ze zei klopte niet dus.
Stel dat ze jou inroepen als communicatieprofessional moet je goed
weten wat je grenzen en beperkingen zijn om comm. mee te voeren
Bv. als je Wilmès vergelijkt met Rutte – dan is de startsituatie van waaruit
je als comm.professional de comm. kan aansturen al voor een deel
bepaald, Wilmès: gaat niet veel charisma van uit, de Nederlandse
communicatiecel heeft een stapje voor met iemand als Rutte.
Je kan daarop werken, bv. Door niet altijd dezelfde zender naar voren te
schuiven (Nederland doet dat ook niet, het is niet altijd Rutte die die
persconferentie helemaal invult)
• Kies ook andere zenders, niet alleen omdat premier Wilmès niet het
ideale uithangbord is (het is haar job, ze moet dat doen) maar omdat
we zien dat heel veel doelgroepen niet bereikt worden met zo’n lange
persconferentie
• Bv. onderste posters (11 miljoen) benaderen een andere doelgroep
• Verschillende zenders, verschillende boodschappen, verschillende
kanalen = veel grotere doelgroep
• 6 gouden regels tegen corona, 11 miljoen redenen om vol te houden =
tagline is een constante, zo proberen ze de boodschap verder uit te
dragen
10