Histologie hoofdstuk 14: hart en bloedvaten
Bloed
- Vervoer van bloedcellen, serum, zuurstof en (voedings)stoffen naar weefsels
- Communicatiesysteem (vervoert signalen coördinatie van cellen door transport van signaalmoleculen)
- Warmtehuishouding
- Mens van 75 kg: 60% water, 16L extracellulaire vloeistof, 5L bloed (+- 3L plasma, 2L bloedcellen) beetje lymfe
- 1/2 bloed in veneuze systeem, 1/3 in arteriële systeem, 12% in hart en longen, 5% in capillairen
- Pulmonaire en systemische circulatie, o.b.v. diameter van vaten: micro- (<0.2 mm) en macrocirculatie (>0.2 mm)
o Macro: bloedvaten met blote oog waarneembaar, micro: m.b.v. microscoop
Het hart
Opbouw
= holle spier die ritmisch contraheert en zo bloed rondpompt. De hartspierwand is aan binnenkant bekleed in de vorm
van een endocard, dan myocard en epicard. Hartskelet bestaat uit dicht BW dat atria en ventrikels scheidt en waaraan
hartspiervezels hechten en hartkleppen zitten.
- Endocard: homoloog: intima van vaten, bekleed met endotheel (waaronder een dunne laag losmazig BW)
- Myo-elastische laag: gladde spiercellen en BW
- Subendocardiale laag: diepere laag BW, sluit aan op myocard
Deze lagen bevatten ook venen, zenuwen en impulsgeleidende systeem (Purkinye-vezels)
- Myocard: hartspiervezels gerangschikt in complexere spiralen (= eigenlijk gedifferentieerde gladde spiercel)
o Coupes: vezels in allerlei richtingen, te midden van BW dat rijk is aan capillairen
- Pericard: hartzakje, driedubbel vlies: (1) viscerale blad (epicard), (2) pericardiale ruimte, (3) pariëtale blad
o Epicard = mesotheel gesteund door dunne laag BW, coronairvaten, zenuwen met ganglia, vetweefsel
Een sereus membraan van het hart waarmee het vergroeit is
o Pariëtale blad: productie vloeistof (smeermiddel) tegen wrijving tussen viscerale en pariëtale blad
Hartspierweefsel
Hartspierweefsel vs. Skeletspierweefsel:
Skeletspierweefsel Hartspierweefsel
Meerdere kernen, subsarcolemmaal gelegen Één (soms 2) kernen in het centrum van de cel
Goed gevasculariseerd Heel rijk gevasculariseerd
Mitochondria = 2-8% van cytoplasma Mitochondria = 23% van cytoplasma
Hartspierweefsel:
- Beperkt ontwikkeld T-buizen systeem, gecompenseerd door frequente aanwezigheid Gap Junctions
- Atriumgranules met natriuretrische factor (ANF) hart is een endocriene klier
o Bloeddruk verlagend (antagonist van vasopressine en angiotensine II)
o Elektrolietenhuishouding (voorkomt reabsorptie van Na en water)
Bij toename bloeddruk/-volume komt ANF vrij in bloed versch. invloeden: minder dorst, verwijding perifere vaten…
Atria vs. Ventrikels
(1) Ventrikelwand is dikker door zware pompwerking (2) Atriale hartspiercellen zijn kleiner (3) In atria: T-buizensysteem
amper ontwikkeld (4)meer Nexus verbindingen (5)atriumgranula met ANF (effect: bloeddruk + elektrolytenhuishouding)
Aerobe metabolisme en histologische opbouw
22-37% van celvolume = mitochondriën heel gevoelig voor zuurstoftekort
Hartskelet: dicht BW, belangrijke componenten: annuli fibrosi, trigona fibrosa en septum membranaceum. Deze
bestaan allemaal uit dicht, vezelrijk BW met dikke collagene vezels in allerlei richtingen. Hier en daar vezelig kraakbeen.
- Kleppen: kern van dicht collageen type I, via laagje losser BW verbonden met endotheel dat hartkleppen bedekt
- Septa in het hart: kern van fibreus dicht BW, aanhechtingsplaats voor hartkleppen en chordae tendineae
, Prikkelvormende geleidingssysteem
Verzorgt coördinatie van contractie atria en ventrikels efficiënte pomp. Bestaat uit gespecialiseerd hartspierweefsel:
1. Sinoatriale (SA) of sinusknoop, in wand van rechteratrium tssn uitmondingen van v. cava superior en inferior
2. Atrioventriculaire knoop (AV), in wand van rechter atrium bij het septum
Het weefsel van de knopen: kleine hartspiercellen, weinig myofibrillen, veel mitochondriën en glycogeen. De cellen
liggen in BW met bloedvaten. SA- en AV-knoop zijn elektrisch gekoppeld via internodale banen.
AV-knoop
- Hier ontspringt de AV bundel (bundel van His): spitst in septum tussen ventrikels in 2 takken.
- Bundel bestaat eerst uit zelfde kleine cellen als knopen, na splitsing steeds groter, tot groter dan hartspiercellen
(= purkinye-vezels)
Purkinyevezels vormen het geleidingssysteem.
- Centrale kern - Rijk aan glycogeen - Slecht ontwikkeld SR, wel veel mitochondriën
- Weinig myofibrillen (gelegen aan periferie) - Elektrisch gekoppeld met Nexus verbindingen
Hartspiercellen kunnen spontaan contraheren zonder impulsen van zenuwstelsel (prikkelgeneratie). Hartspiercellen zijn
gekoppeld tot functionele complexen via Nexus verbindingen. De cellen die het snelst contraheren, kunnen het
contractietempo opleggen aan de andere cellen.
- Normaal zijn de cellen in de SA-knoop die gangmaker (pacemaker)
- Direct t.o.v. atriale hartspiercellen, indirect door stimulatie van de AV-knoop en ventrikels via Purkinye vezels
Innervatie van het hart
Zowel ortho- als parasympatisch deel van het autonome ZS zorgt voor innervatie van het hart.
- Parasympaticus (n. vagus): vertraging van hartslag, orthosymaticus: versnelling van hartslag
- Gebieden van knopen: veel zenuwvezels en ganglioncellen: invloed op hartslagfrequentie door effect op SA-
knoop
Sensibele innervatie ligt in vrije, afferente zenuwuiteinden tussen myocard vezels. Die registreren pijn bij angina
pectoris (kan optreden bij gedeeltelijke afsluiting van een coronaire arterie zuurstoftekort).
Bloedvaten
Algemeen bouwplan
= gesloten systeem. Binnenzijde bekleed met endotheel. Pulmonaire én systemische circulatie zijn aangesloten op hart
maar apart. Lymfevatenstelsel bestaat ook uit capillairen en steeds grotere vaten. In bloedcapillairen en venulen: wand
enkel bedekt met endotheelcellen. Dikkere vaten: verschillende lagen:
1. Tunica intima
- Aaneengesloten endotheel en lamina basalis
- Glycocalyx heeft negatieve elektrische lading neg. oppervlakteladingen (trombocyt, bloedcel) afgestoten
- Endotheelcellen=dun, plat, uitgestrekt. Wrijving met bloed (shearing forces): functie en morfologie endotheelcel
- Beschadiging: trombocyten aggregeren en hechten sterk op subendotheliaal collageen dat wordt blootgesteld
o beschermings- en afdekkingsmechanisme. MAAR trombus kan negatief zijn bij bloedflow
- Arteriën: intima en media apart door lam. elastica int. (versmolten elastinevezels opening voor uitwisseling)
- Atherosclerose is gelokaliseerd in de intima
2. Tunica media
- Circulair gerangschikte gladde spiercellen met ertussen matrix geprod. door spiercellen (niet door fibroblasten!)
o Proteoglycanen en elastische en collageenvezels
- Tussen media en adventitia: lamina elastica externa
3. Tunica adventitia
- BW met vooral fibroblasten en fibrocyten, enkele gladde spiervezels, gaat over in omgevend BW.
- In grote bloedvaten: vasa vasorum aanwezig (bevloeiing van vaten), niet in arteriën (daar in media)
o Ook vasa lymphatica asorum (lymfevaten) aanwezig
- Vasomotorische zenuwen vormen een netwerk met norepinefrine als neurotransmitter, ook gap junctions
Voor transport van bloed vanaf hart: elastische arteriën. Musculeuze arteriën: verdeling over regio’s en organen.