Psychodiagnostiek
Deel 1. Inleiding tot de psychodiagnostiek
Hoofdstuk 1.1 Belang van psychodiagnostiek
Casus Jolanta
• 25, werkzoekend, Pools, spreekt geen Nederlands, sociaal
• Poetshulp? Spreekt ze Engels en kan ze meer?
Casus Rik
• 9, concentratiemoeilijkheden, moeilijk stil zitten, impulsief, snel boos
• ADHD? Autisme?
Casus Dounia
• 40, werk verloren, lusteloos geworden, negatieve gedachten
• Depressie? Burn-out? Slaapstoornis? Verslaving?
Experiment: een zakenman en een dakloze struikelen wanneer je ze op straat tegenkomt
• Wat zijn je eerste gedachten? Wat doe je? De zakenman wordt meer geholpen
• voorbeeld alledaags impliciet diagnosticeren
1.1.1 Alledaags impliciet diagnosticeren
= het toekennen van oorzaken aan verschijnselen of gedragingen (attributietheorie)
• iedereen doet het, elke dag, vooral als er een afwijking is van een verwacht patroon
• in tijdschriften en magazines als entertainment
• media, televisie en documentaires: extremer (on)gewenst gedrag
Het probleem van ‘ongewapend oordelen’ of ‘impliciet diagnosticeren’ is dat het leidt tot
foutenbronnen of tekorten en vertekeningen
Onderzoek naar foutenbronnen
Hoe gaan mensen om met kansen en waarschijnlijkheden?
• voorbeeld 1: de meeste mensen vinden (a) waarschijnlijker dan (b) omdat we sneller op
woorden komen die beginnen met ‘r’ dan woorden die ‘r’ als derde letter hebben
• voorbeeld 2: de meeste mensen denken dat het om een hoogleraar Chinese literatuur gaat
omdat deze kenmerken typerend zijn voor een Chinees
• conclusie: mensen zijn slecht in het schatten, afwegen en herzien van kansen
Wat is de oorzaak van foutenbronnen?
• we doen vaak beroep op vuistregels of heuristieken (= regels om sneller tot de oplossing van
een probleem te komen, vaak impliciet of onbewust) ≠ een algoritme (= werken overal)
• het zijn specifieke, informele, intuïtieve en speculatieve oplossingsstrategieën die we leren
gebruiken in specifieke situaties en die niet altijd een oplossing garanderen
• hoe meer ervaring met een taak, hoe beter de heuristieken ontwikkeld zijn
1
,De beschikbaarheidsheuristiek
• = makkelijk uit het geheugen op te halen
• iets wat vaak voorkomt, iets wat emoties bovenhaalt, een speciaal fenomeen
• voorbeeld 1: we achten iets waarschijnlijker als we ons makkelijker een voorbeeld van die
gebeurtenis voor de geest kunnen halen
De representativiteitsheuristiek
• = de vergelijking met typische voorbeelden, prototypes of stereotypen
• probleem: we kijken niet meer verder, zie de drie casussen
• voorbeeld 2: we zijn geneigd om typische dingen in bepaalde categorieën te steken
Hoe statistisch redeneren mensen?
• de kans dat Bart aan 1 kenmerk voldoet is groter dan aan 2, toch wordt C boven B verkozen
o representativiteitsheuristiek: Bart wordt totaal niet gezien als een hardrocker
• andere statistische fouten: denken dat vliegen gevaarlijker is dan autorijden, denken dat er
meer mannen dan vrouwen op een lijst staan omdat de mannen beroemd zijn
o beschikbaarheidsheuristiek: hoe gemakkelijker een voorbeeld van een fenomeen te
binnen schiet, des te frequenter dat fenomeen is
• ‘Mijn ouders slaan mij vaak, dit is geen probleem want dit gebeurt toch in elk gezin?’
o beschikbaarheidsheuristiek: dit beeld zit vers in het geheugen van het kind
• Een zoon wordt met zware verwondingen naar het ziekenhuis gebracht. De chirurg van dienst
stelt echter: “ik kan niet opereren, want dit is mijn zoon”
o representativiteitsheuristiek: chirurg wordt vaak geassocieerd met een man
Wat is de impact op de kwaliteit van de psychodiagnostiek?
• een psychodiagnosticus kan meer gespecialiseerd zijn in autisme en ADHD dan in een scheiding
van ouders (beschikbaarheidsheuristiek)
• hij zal zo minder snel denken aan iets anders (representativiteitsheuristiek)
• daarna zullen ze info opzoeken die hun denkwijze bevestigd (confirmation bias)
1.1.2 Impliciet diagnosticeren in psychodiagnostiek
Mogelijke foutenbronnen
• geen systematische en consistente werkwijze door te veel werken vanuit je intuïtie
• confirmation bias: informatie zoeken die je idee bevestigt ipv ontkracht
• te vlug adviezen formuleren en niet meer verder kijken
• geen betrouwbare en valide onderzoeksmiddelen en ongeschikte normen
• voor de hand liggende diagnosen en interventies over het hoofd zien omdat je gespecialiseerd
bent in één soort diagnose
• een diagnostisch proces onvoldoende afstemmen op de hulpvragen van de cliënt
• besluitvorming onvoldoende baseren op beschikbare gegevens waardoor er geen objectieve
criteria gehanteerd wordt (= verhoging van de subjectiviteit)
• besluitvorming onvoldoende duidelijk maken voor collega’s en cliënten
• je eigen persoon als foutenbron
• onvoldoende samenwerking met de cliënt en zijn omgeving
• teveel vakjargon in de communicatie
2
,Fouten en vertekening zijn mogelijk in elke fase van de psychodiagnostische besluitvorming en kunnen
verminderd worden door gebruik te maken van een duidelijk psychodiagnostisch procesmodel
1.1.3 Expliciet diagnosticeren als oplossing
= gebruik maken van een prescriptief kader of model dat op voorhand bepaald is
Het psychodiagnostisch procesmodel
• een wetenschappelijk verantwoorde vormgeving van het proces
• valide en betrouwbare producten zoals instrumenten en methodieken
De basis van het PSD procesmodel: de empirische cyclus of het hypothesetoetsend denken
• observatie of exploratie = het verzamelen en groeperen van feitenmateriaal
o Rik heeft concentratieproblemen, is impulsief, snel boos, …
o → Rik heeft geen ADHD
• inductie = het formuleren van hypothesen en theorie
o Rik heeft ADHD
o → Rik heeft de vechtscheiding niet verwerkt
• deductie = het afleiden van toetsbare voorspellingen
o Rik heeft ADHD indien de resultaten voldaan zijn aan …
• toetsing = nagaan of de voorspellingen stand houden
o gedrag enkel thuis, niet op school
• evaluatie = kan de hypothese verworpen of aangehouden worden
o er wordt niet voldaan aan de criteria
Wat betekent expliciete psychodiagnostiek?
• je gaat explicieter werken met gevalideerde theorieën
• bewust rekenschap geven van de keuze van bepaalde theorie
• praktijkkennis baseren op gesystematiseerde praktijkervaringen
• duidelijk de denkstappen vastleggen die leiden tot het advies
• onderzoek doen naar de waarde van theorieën en de effecten van interventies
• resultaten uitwisselen met collega’s (supervisie-intervisie)
Waarom doen we nu aan psychodiagnostiek?
Conclusie
• als we dit niet doen: alledaags impliciet diagnosticeren
• ≠ expliciet diagnosticeren, door wetenschappelijke opgeleide psychodiagnostici
• = het schatten, afwegen en herzien van kansen op basis van het psychodiagnostisch
procesmodel (empirische cyclus)
• adviezen en behandeling op maat van de cliënt
3
, Hoofdstuk 1.2 De geschiedenis van de psychodiagnostiek
1.2.1 Van focus op tests …
De context
A. Historische voorlopers: psychodiagnostiek (testonderzoek) vóór psychologie als wetenschap
Wanneer? Wat? Historische voorbeelden Voorbeeld ‘nu’
2200 voor Ratrace Selectie in het Chinese keizerrijk via een overheid, politie,
Christus - schriftelijk examen, taken, ... bedrijven
nu (= afvallingskoers,
selectieprocedure) Gideonsbende (selectie leger), apostelen
4e eeuw Griekse Hippocrates, Plato, Aristoteles: Big five
voor typologieën zicht krijgen op gedrag van mensen door
Christus typologieën
13e eeuw - Schoolprestaties Universiteit van Bologna: eerste LVS in België
nu via examens mondelinge examens op school
CITO toetsen in
e
17 eeuw: universiteit van Oxford Nederland
16e eeuw Meten Eerste poging door Huarte (Spanje) IQ-testen
uitzonderlijk
intelligentie Eerste interesse in hoogbegaafdheid
18e en 19e Persoonlijkheid Frenologie via de schedelomtrek Samenhang tussen
eeuw obv uiterlijk lichamelijke en
Via de schedel (uiterlijk) zogezegd biologische
kunnen afleiden hoe iemand zijn kenmerken én
persoonlijkheid is intelligentie
4