100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting historische kritiek (historici en hun métier) & voorbeeldexamenvragen MET oplossing -17/20 in 1e zit! €5,39   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting historische kritiek (historici en hun métier) & voorbeeldexamenvragen MET oplossing -17/20 in 1e zit!

3 beoordelingen
 299 keer bekeken  20 keer verkocht

Dit omvat een samenvatting van het vak historische kritiek gedoceerd aan de faculteit letteren-wijsbegeerte aan de VUB. De samenvatting is per les opgesteld, aan de hand van de powerpoints gebruikt tijdens de colleges, maar aangevuld met de belangrijkste concepten/begrippen/auteurs van uit het hand...

[Meer zien]

Voorbeeld 4 van de 40  pagina's

  • Ja
  • 2 november 2021
  • 40
  • 2020/2021
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (3)

3  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: melikesnbl • 9 maanden geleden

review-writer-avatar

Door: ikramdaali1 • 1 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: scastanos1 • 1 jaar geleden

avatar-seller
filosofevub
M. Claerhout 2020-2021


Historische kritiek - College 1 Inleiding

*Historische kritiek: systematische kritische reflectie bij verzamelen, evalueren en verwerken van
informatie (Systematisch: via bepaalde regels, stappenplannen,… Basisbeginselen van kritisch
omgaan met informatie, specifiek binnen geschiedwetenschap maar niet beperkt.)
➔ Is een essentiële academische vaardigheid
➔ Wezenlijke vaardigheid om als kritisch burger in hedendaagse samenleving te navigeren
➔ Gaat over verleden maar ook over vandaag.

*Waarom is dit een centrale kwestie voor historici?
➔ Het verleden is voorbij, wij zien enkel sporen en feiten van het verleden
➔ Geschiedschrijving: werken met sporen + constructie taal en tekst
- 1 historisch werk is 1 lezing van/delen van het verleden, dus geen volledig beeld
➔ Lezing door historici is selectief -> bepaalde groepen en gebeurtenissen uit het
verledenwaren amper afwezig, ze bleven lang verborgen in de geschiedschrijving,…`
- Vrouwen, minderheden, lagere sociale klassen,…

*Ook andere soorten info om kritisch mee om te gaan die niet noodzakelijk fake news is;

*Wel fake news: meest flagrante valse berichten: vaak verspreid door valse profielen. Verzonnen
situatie: bijvoorbeeld Pizzagate (mensenhandel en kindermisbruik ivm Hillary Clinton en restaurants die
betrekking hadden ertoe) = complot theorie: kenmerken van complot theory is sfeerschepperij, inspelen op
bestaande angst of nieuwe angst ontwikkelen, zodat mensen vragen over betrokken mensen stellen en hen in
vraag stellen, in dit voorbeeld zijn alt right dit massaal gaan delen om Clinton een slecht beeld te geven, bleek
compleet verzonnen te zijn, om Clinton en omgeving te schaden, komt in dit voorbeeld ook van Russische
internettrollen -> documentaire: Factory Of Lies (link op Canvas)

*Foute berichtgeving: wordt onbewust door reguliere media verspreid. Voorbeeld van Mauda die om
leven kwam bij actie van mensensmokkelaars, eerste bericht dat media plaatste was dat politie niet had
geschoten, maar de dag nadien kwam naar buiten dat ze wel door politiekogel doodgeschoten werd. Dit komt
door een soort paniekreactie, soms is dit ook bewust gefabriceerd en dan is het wel fake news (om
verantwoordelijkheid voor iets te ontlopen)

*Vervalste info: je kan berichtgeving sturen. Sommige berichtgeving is verdraaid of gemanipuleerd
(voorbeeld Obama Trump inauguratie luchtfoto’s; foto van Trump is afgeknipt waar de massa bij
Trump stopte, we krijgen niet volledige mensenmassa te zien bij inauguratie van Trump, door te
knippen en in te zoomen van de foto wordt er een ander beeld getekend, niet fake maar soort
manipulatie)
→ Framing slaat op in welk kader je iets plaats, inzoomen op een bepaald detail en daar op focussen
(DVL door linkse media). Beeldmateriaal is het makkelijkst om te vervalsen, na te maken, te
manipuleren = verdraaien, bijsnijden, manipulaties,…

*Selectieve berichtgeving: informatie geven, maar niet alles

*Gekleurde berichtgeving: ideologische achtergronden van info verspreider is duidelijk. Beïnvloed
door mening. Bijvoorbeeld campagnes van presidenten (bijvoorbeeld presidentscampagne van Braziliaanse
president: hij is vrouwonvriendelijk, homofoob en dit leverde polarisatie op, hiertegenover stonden Braziliaanse
feministen (elesim17 vs elenao!), hij ziet vrouw als steunpilaar van gezin, de moeder, etc. en beeld de vrouw zo
af, feministen protesteren hiertegen)

*Er is dus een heel continuüm van flagrant fake news tot foute berichtgeving, aandacht is zeker nodig
voor de delicatere vormen van vertekening van informatiebronnen, subtieler.

,M. Claerhout 2020-2021


De centrale vraag die je moet stellen: wat is het waarheidsgehalte en getrouwheidsgehalte van de
informatiebronnen?

*Basisstelregel: niets van informatie zomaar aannemen. Ook niet van gerenommeerde hoek, maar
ook niet overdrijven wat betreft in vraag stellen.

*Verleden en geschiedschrijving beide geschiedenis maar niet hetzelfde:
*Jenkins p67: verleden =/ geschiedenis. Gesch = vertoog, naast andere overtogen over het verleden.
Fundamentele kloof tussen verleden en geschiedschrijving kan nooit overbrugd worden. Elke
historicus bouwt eigen gehaal over een deel van dat verleden. Dat verleden (the before now) hangt
af van toeval, de invalshoek van de onderzoeker en van ‘het eigen persoonlijke verleden’.
*Komt voor uit het feit dat het verwijst naar hetzelfde; zowel geschiedwetenschap als het verleden.
Het verleden en wat historici daarover vertellen is niet hetzelfde, de feiten uit het verleden zijn weg
en kunnen niet worden teruggehaald, historici moeten het doen met de eventuele sporen die
nagelaten worden, werken met bronnen. Info uit het verleden die nooit het hele verleden kan
weergeven; flarden, kleine puzzelstukjes.
Historici moeten zelf puzzelen, ordenen en sporen tot historisch geheel samenstellen om dan
logische redenering te kunnen maken, maar nooit ‘perfecte waarheid’ te weten komen want
verleden is voorbij: geschiedschrijving is niet het verleden maar een neerschrijven er van.
*Een lezing van verleden is selectief, we hebben enkel sporen en geen compleet verleden, elke
historicus heeft ook eigen interesses en zullen op andere zaken de klemtoon leggen, waardoor het
andere lezingen van het verleden worden. De geschiedenis was heel lang een geschiedenis van witte,
rijke mannen, ze schreven vooral over eigen zaken, militaire en diplomataire geschiedenis, slechts
later in geschiedenis kwamen minderheidsgroepen verder, vroeger hadden historici geen interesse in
deze groepen. Gevolg -> Er is niet 1 geschiedenis, maar er zijn meerdere geschiedenissen.
Geschiedenis is een verhaal en daarom perspectief.

*Kernprobleem: relatie feit - verhaal:
Weg af te leggen tot historicus aan verhaal kan komen via 3 stadia, bij elk van die drie stadia is er
sprake van interpretatie, daarom is de relatie tussen feit en interpretatie het probleem bij historisch
onderzoek.

1. De bron (bv een ooggetuige) geeft reeds interpretatie van feiten. We hebben geen feiten van
verleden enkel bronnen of sporen van menselijke activiteit uit het verleden (bv oude pot,
materiaal voorwerp zoals kledingstuk, oude foto’s, schilderijen, muziek, dagboek,…). Al deze bronnen
zijn bepaalde interpretatie van een feit - ook ooggetuigen gaan interpreteren ipv compleet
de gebeurtenissen registreren zoals die zich afspeelden. Ook een schilderij bijvoorbeeld is maar
een bepaalde weergave van het verleden, bijv hoe men dacht over het in beeld brengen van naaktheid
op dat moment, maar is maar een deel van de waarheid. Elke waarnemer kijkt door eigen bril/ 1
stuk van de waarheid
2. De onderzoeker evalueert en interpreteer deze bron opnieuw.
De historicus moet aan de slag met deze bronnen en moet ordenen, puzzelen met deze
puzzelstukjes, ook deze bronnen kunnen decoderen: bv oud archaïsch taalgebruik decoderen
→ hier heb je veel expertise voor nodig, er zijn ook veel culturele verschillen. De historicus
heeft dus ook een eigen bril en eigen voorkeuren, dus er komt ook interpretatie te pas bv.
Sociaalhistorici gaan specifiek geïnteresseerd zijn in aspecten van het samenleven
3. De onderzoeker bouwt een bredere interpretatie tot rapport. Het moet allemaal
gerapporteerd worden in een verslag, paper, boek, rapport. Taal = niet neutraal! Hoe je de
zaken vertaalt/vertelt heeft verre gevolgen. Hoe een historicus een verhaal neerschrijft →
opnieuw interpretatie

,M. Claerhout 2020-2021


*Feiten vs. uitspraken over feiten:
→ Feit: iets dat vast is, geen discussie mogelijk. =/ mening (= visie dat subjectief is). In alledaagse
leven zorgt de ‘definitie’ van feiten dat men het waarheidsgetrouw vindt.
- “Opinion is free but facts are sacred.” -> CP Snow
→ Probleem: men gaat feiten synoniem stellen voor waarheid, men gaat daarbij terugkijken op het
concept van empirisme
°Empirisme: via directe zintuigelijke waarneming tot waarachtige kennis komen (“ik heb het met
mijn eigen ogen gezien”, terug idee van ooggetuigen -> is ook altijd maar een deel van de bredere
werkelijkheid, een interpretatie [Een foto is altijd maar een foto en kan maar een deel/een moment
weergeven & gaat door eigen bril waarnemen] We zien niet de gebeurtenissen of feiten maar
uitspraken over de gebeurtenis of feiten
→ Empirisme klopt dus niet: zintuiglijke waarneming is geen ongefilterde toegang tot de feiten.
Waarneming gebeurt door detectie- en identificatieprocessen.
- Deze worden aangeleerd
- Iedereen heeft zijn eigen kaders, bril, bepaald door leefmilieu, taal, opvoeding,
cultuur
- Onderzoek heeft uitgewezen dat mensen die blind geboren zijn maar door
technologie kunnen zien niet direct het verschil zien tussen driehoek en vierkant, voor
ons is dit vanzelfsprekend. Je ziet dus niet door je eigen ogen de waarheid zoals ze is,
iedereen heeft eigen detectie- en verwerkingsprocessen, daardoor kom je uit op
uiteenlopende waarnemingen.
→ Elk informatiesysteem, en meer bepaald de mens, kan de wereld slechts benaderen vanuit
zijn eigen referentiekaders > kan slechts die aspecten van de mens als feiten onderscheiden
waarop zijn referentiekader het meest is ingesteld

→ geen waarneming zonder interpretatie
→ geen ‘objectieve’ toegang tot feiten
→ gebeurtenissen geven geen feiten, maar uitspraken over feiten
→ Elke weergave van feiten = selectief
→ Elke waarneming = interpretatie = subjectief

- Geen principieel verschil tussen weergaven van feiten en interpreteren van feiten

*De illusie van “objectieve waarneming”
Meer neutrale verhalen zijn niet meer waar dan subjectieve verhalen; als je kritisch denkt kan je
evenveel met een geopinieerd verhaal dan een neutraal verhaal om een correct en volledig beeld te
schetsen. Notie van subjectiviteit is dus niet erg, zolang men er bewust van is. Streven naar
objectiviteit = wel belangrijk
➔ Opgelet voor naïeve interpretatie subjectief – objectief
- Elke weergave van feiten = selectief & elke waarneming = interpretatie =
subjectief
- Subjectiviteit van waarneming duidelijker aan de orde bij controversiële (aspecten van)
feiten/contrasterende waarnemingen
- “Objectieve feiten” = algemeen geaccepteerde interpretaties
→ belangrijk te weten: wie, wanneer, waar & waarom iemand de bron geschreven eeeft

Historische kritiek – Les 2 Typologie van de bronnen I

*Alles kan een bron zijn. Alles waaruit men bewijzen put voor wat men beweert, alle sporen van
menselijke activiteit in het verleden kunnen bronnen zijn: info + notie van bewijs/ basisbouwstenen
v/e bewijs

, M. Claerhout 2020-2021


Historische bronnen
➔ Soort bronnen die iets kunnen opleveren om beweringen te doen over verleden
Soorten historische bronnen:
- Artefacten: materiële overblijfselen door de mens gemaakt (bv. werktuigen)
- Natuurlijke overblijfselen (bv. het menselijke skelet zelf, botten, pollen,…)
- Landschap: en evoluties in bepaalde landschappen en leefomgevingen (bv. De sporen die
het landschap vertoont bv. Landbouw, uitgeslepen landschap…)
- Teksten: belangrijkste bron om kennis te krijgen over verleden als geschreven door
historici
-> enerzijds: bevatten inhoud die geïnterpreteerd kan worden
-> anderzijds: zijn ook een soort artefact. Boek, tekst als voorwerp: veel historici gaan
niet enkel inhoud van tekst onderzoeken maar ook als materieel vb. uit welk materiaal
en uit welke perkamenten dit toen gemaakt werd)
- Visuele bronnen: afbeeldingen, schilderijen, foto, film,…
-> kan opnieuw zowel als verhaal dienen, als artefact

Overblijfselen’ vs. ‘getuigenissen’
*Overblijfselen ‘van’ het verleden (voorwerpen die alleen al door bestaan een spoor van verleden
opleveren)
- Materiële voorwerpen
- Domein van archeologie
bv. Potscherven, oud gereedschap…

*Getuigenissen ‘over’ het verleden (mondelinge/geschreven getuigenissen die eenvoudige/complexe
gebeurtenis beschrijven/van commentaar voorzien)
- Geschreven “teksten”, ‘verhaal’ ~ook afbeelding of schilderij
- Domein van Geschiedenis

*Maar: overlap!
- behoort soms bij beide. Enerzijds materiaal van verleden en anderzijds weergave, beschrijving
bevatten waardoor boodschap kan vertaald worden bv. Visuele bronnen

*Belang van ontstaanscontext (i/e specifieke context gemaakt met een bewust doel. ~niet gemaakt
voor archeologen in de toekomst. -> afvragen waarom bron is ontstaan en dus wat de context is)
➔ Bewuste vs. onbewuste creatie
- Unwritting testimony –ongewilde getuigenis: bronnen ontstonden met een bepaalde
intentie maar krijgen voor de historicus een totaal andere functie bv. Vuilnisbelten, Zapruder die
zijn camera uittestte op de dag dat JF Kennedy voorbij kwam rijden en zo zijn moordenaar op beeld
vastlegde
➔ Selectiviteit & betrouwbaarheid
- Omdat de bron selectief is, moet je de betrouwbaarheid altijd in vraag stellen. Welke mate
v selectiviteit is van pas gekomen bij het maken v deze bron?

Primaire bron vs. secundaire bron
*Primaire bron = ‘historische bron’
-> rechtstreekse informatie, gelijktijdig met de gebeurtenis, een overblijfsel uit het
verleden
(bv. brief, verslag van vergadering in het Parlement)
-> ‘bewijs’ voor feit

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper filosofevub. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,39. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 71184 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,39  20x  verkocht
  • (3)
  Kopen