Inleiding
Celafmetingen
- tussen 7 en 40 µm
- grootte hangt af van 2 factoren:
- diffusiemogelijkheid
- controle van de kern
- hoe lager metabolisme, hoe groter de cel
- celvolume: onafhankelijk van grootte organisme
Celvorm
Wisselend of constant
- Wisselend: vrije cellen, afhankelijk van externe factoren
- Constant: vaste cellen (uitz. zaadcel), weinig veranderlijk, bepaald door functionele
differentiatie en door invloed van omgevende cellen
Celbouw
3 grote delen:
- celmembraan
- cytoplasma met zijn verschillende celorganellen
- kern
Hoofdstuk 1: Celmembraan
1. Structuur
Fundament:
- dubbellaag van georiënteerde lipiden (fosfolipiden)
- globulaire eiwitten
Dikte: ong 7.5 nm
Lipiden
Meerderheid lipiden → fosfolipiden zoals fosfatidylcholine en fosfatidylethanolamine =>
vormen dubbellaag
Dubbellaag:
- polair - hydrofiel gedeelte (fosfaatgroep) → gericht naar waterig milieu
- apolair - hydrofoob gedeelte (vetzuurketens) → gericht naar midden van membraan
Fosfolipiden verspreiden zich in de horizontale richting maar gaan niet van zichzelf draaien →
dynamisch model
Functie: hypermobiliteit inperken:
- cholesterol toevoegen in membraan
- eiwitten
Karakteristiek aan fosfaat → sterk negatief geladen
, Eiwitten
Ze hebben geen continue laag maar zijn verdeeld volgens een mozaïekpatroon aan het
oppervlak en in het inwendige membraan
Onderscheid:
- integrale eiwitten: over de hele membraan
- perifere eiwitten: enkel aan buiten- of binnenzijde
- structurele eiwitten: zorgen voor duidelijke structuur in celmembraan
→ hebben allebei een polair en apolair gedeelte
Lekkanaal: kanaal met opening waar molecule van binnen naar buiten kan stromen of
omgekeerd
Spanningsafhankelijke kanalen → ook een integraal eiwit met poorten
Functies eiwitten:
- structureel als bouwelement in het geheel
- transportproteïnen (carriers) → transport van specifieke moleculen door de
celmembraan mogelijk maken tegen een elektrochemische gradiënt
- ionenkanalen → passieve transport van ionen door celmembraan mogelijk maken
- pompen → op actieve wijze ionen door de celmembraan transporteren
- van lage naar hoge concentratie
- vergt altijd energie
→ eiwitten zitten hierin als herkenningscomponent
→ communicatie: vb groeihormoon: GH gaat naar botcellen en bindt aan
receptor en die gaat cel activeren om te groeien
- receptoren → zit op eiwit om te communiceren en om cel te activeren of deactiveren
- enzymen → omzettingen katalyseren ter hoogte van de celmembraan
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper emilydevleeschhauwer. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.