Mens en Leren2
Werkcollege 1: Introductie Mens en Leren 2
Wat is het verschil tussen een ontwikkelingsstoornis en een ontwikkelingsprobleem?
Stoornis : grotere ernst, diagnose kan gesteld worden, trekt zich door naar verschillende domeinen
en over een grotere tijdspanne.
Probleem : minder ernstig, afgebakend in tijd en plaats, kan opgelost geraken (bv. driftbuien,
opstandig schoolkind, puber met grote mond tegen leerkrachten).
Een ontwikkelingsstoornis is:
Neurobiologisch (bv. zuurstoftekort bij geboorte, roken/drinken tijdens zwangerschap)
Start in de vroeger ontwikkelingsperiode
Ontwikkelingsachterstanden (bv. op taal, cognitie, motoriek, sociaal-emotioneel, …)
Levenslange beperkingen (bv. problemen binnen maatschappij, eenzaamheid, …)
Werkcollege 2: gesprekken met ouders, kinderen en jongeren
Gesprekken met kinderen
Luisteren kan op vier niveaus:
1. ik luister selectief en hoor alleen wat ik wil horen.
2. ik luister kritisch of ik het eens ben met de ander of niet (en probeer de ander dan te
overtuigen van mijn gelijk).
3. ik weet dat iedereen een andere mening over iets heeft maar ga uit van ‘twee weten meer
dan één’.
4. ik ga er vanuit dat ik van iedereen kan leren en verander mijn eigen denkbeelden door het
luisteren naar de ander.
Volwassenen luisteren vaak enkel op niveau 1 en 2 naar kinderen
Gesprekken met kinderen/jongeren → stem af op de leeftijd !
Jonge kinderen:
beperkte aandachtspanne
al spelend praten
kort & concreet
oppassen voor suggestieve invullingen, wel helpen bij het verwoorden van dingen
veel non-verbale taal gebruiken (lichaamstaal, uitbeelden, spelletjes, voorwerpen, …)
open vragen over het hoofdonderwerp en gesloten vragen om verder uit te diepen (details) –
situeren van gebeurtenissen in ruimte en tijd
zorgen voor extrinsieke motivatie (“beloning”)
afronden wanneer aandacht weg is
,Oudere kinderen:
focus op het gesprek zelf
intentie uitspreken + reflecteren over het gesprek (metacommunicatie)
woorden v/d jongere in een groter geheel proberen plaatsen
non-verbale taal terugkoppelen naar jongere (“ik merk dat …”)
starten met gesloten vragen om jongere op gemak te stellen, verder zo veel mogelijk open
vragen stellen
te veel doorvragen heeft geen zin
denkproces begeleiden, samenvatten
afronden als het onderwerp afgerond is
motivatie creëren door wederzijdse gelijkwaardigheid
Gesprekken met ouders
… boze ouders?
Boosheid serieus nemen, perspectief proberen innemen
Regie behouden
Geef je professionele grenzen aan – afstand nemen – de-escalatie
… ongeïnteresseerde ouders
Begrip tonen – ondersteunend werken
Informeer hen over het kind
Zoek naar gemeenschappelijk belang (= belang van het kind voorop stellen)
… perfectionistische ouders
Spreek waardering uit
Vraag naar concrete en realistische verwachtingen
Stel hun perspectief bij – psycho-educatie meegeven
… professionele ouders
Advies serieus nemen
Wees duidelijk over de verantwoordelijkheid
Geef grenzen aan en werk samen
… afhankelijke ouders
, Wees duidelijk - opsplitsing thuis/school
Ondersteuning bieden
Samenwerken
… overbezorgde of beschermende ouders
Objectieve en eerlijke informatie geven
Zorgen erkennen (“Ik merk dat …”)
Ondersteuning bieden
… verwaarlozende ouders
In gesprek gaan
Leg de verantwoordelijkheid van de school uit
Overweeg doorverwijzing – beroepscode uitleggen
… ouders uit niet-Westerse culturen
Wat is ‘goed onderwijs’ ? – andere opvattingen over onderwijs en opvoeding
Toon respect voor de achtergrond en gewoonten
, Werkcollege 3: HGW en HGD, faire diagnostiek
HGD - handelingsgerichte diagnostiek
HGW - handelingsgericht werken
Intakefase – informatie verzamelen
Strategiefase – reflectie rond aanpak
Onderzoeksfase – duidelijk beeld scheppen
Integratie/aanbevelingsfase – info verwerken + hypothese
Adviesfase – gesprek met alle betrokkenen
Interventie en evaluatie – plan uitvoeren
7 uitgangspunten bij HGD en HGW
1. gericht op onderwijs- en ondersteuning
2. afstemming / wisselwerking
3. leerkracht doet er toe
4. positieve aspecten
5. constructieve samenwerking
6. doelgericht
7. systematisch – transparant
Faire diagnostiek
Zorgzame & kwaliteitsvolle diagnostiek bij anderstalige en/of kansarme kinderen.
Lage test score:
= weergave van hetgeen de test wil weergeven
= andere oorzaak