Samenvatting Internationaal publiekrecht AJ 21/22
SAMENVATTING INTERNATIONAAL
PUBLIEKRECHT
H1: INLEIDING
1. K ENMERKEN VAN HET INTERNATIONAAL R ECHT
Definitie = interstatelijke betrekkingen maar verdragen worden niet enkel gesloten tussen
staten, ook tussen of met internationale organisaties (vb.: EU)
→ vroeger waren staten de belangrijkste actoren binnen het internationaal recht en
bezitten volledige rechtspersoonlijkheid
→ regels die de interstatelijke betrekking regelen en zich onderscheidt van het
nationaal recht en internationaal privaatrecht (regels van nationaal recht die gaan
over civiele of commerciële kwesties die een grensoverschrijdend karakter hebben en
kent ook een harmonisatie)
→ de laatste jaren is er een opkomst van informele rechtsvorming = meer regels
komen tot stand in het kader van niet-gouvernementele organisaties die geen
wetgevend mandaat hebben
Oorsprong van het moderne internationaal recht
→ de term komt van Bentham maar het ontstaat al sinds dat de mens bestaat met
politieke structuren
→ het modern internationaal recht als uitgewerkte discipline is van Europese bodem
en vindt de oorsprong in de 15de eeuw in de theologie (natuurrecht = opgelegd van
bovenaf, de goddelijke wil of universele reden) en evolueert naar het positief recht
(wat staten zelf maken of wat ze zelf willen als regels)
Onderscheid wat wordt geponeerd door positivisten
• Lex lata = het recht zoals het is en het is steeds onderhevig aan evolutie
• Lex ferenda = het recht zoals het zou moeten zijn op grond van beleidsmatige keuzes
en is subjectiever
Functies van het internationaal recht
• Het doel is om rust en stabiliteit te brengen in een vijandelijke omgeving en samen te
kunnen leven naast elkaar. Het belang ligt bij de afbakening van jurisdictie = recht
co-existentie
• Geëvolueerd naar het recht van samenwerking, er bestaat steeds
grensoverschrijdend verkeer en internationaal recht wil voorspelbaarheid en
rechtszekerheid creëren om handel te faciliteren en betekent ook gezamenlijk het
1
,Samenvatting Internationaal publiekrecht AJ 21/22
hoofd bieden aan uitdagingen die men niet alleen het hoofd kan bieden = recht van
co-operatie
Vb.: milieucrisis
Oppenheim = peetvader van internationaal recht (positivist) en men moest de grens
respecteren tussen lex late en lex ferenda
Internationaal recht is een horizontaal en onvolmaakt systeem = de instemming van staten is
cruciaal om het recht te kunnen afdwingen (work in progress)
→ horizontaal = het wordt gemaakt door en voor staten, ze zijn elkaars gelijken met
dezelfde rechten en plichten
→ is er een centrale wetgever ?
= de VN Veiligheidsraad die resoluties kan aannemen die bindend zijn voor alle staten
onder Hoofdstuk VII maar is daarom geen centrale wetgever. Het is eerder een
uitvoerend orgaan om crisissen te ondersteunen door afdwingingsmaatregelen
= de Algemene Vergadering is er geen, het kan resoluties aannemen over vele
inhoudelijke zaken maar het is niet bindend, enkel maar aanbevelingen. Het is wel de
plaats waar veel verdragen tot stand komen en worden aangenomen, echter zijn die
verdragen slechts bindend voor de staten die ze ratificeren
→ is er een centrale rechter ?
= het Internationaal Gerechtshof kan enkel optreden als de rechtsmacht van het Hof
erkennen door eenzijdige verklaringen, een compromis ad hoc of een
compromissoire clausule in een verdrag. Eigenlijk is er dus geen vaste rechter zoals bij
het nationaal recht. Als men zich terugtrekt uit een verdrag geldt dit enkel voor de
toekomst, zaken die al aanhangig, blijven geldig en worden verdergezet
>< internationaal strafhof voor mensen
Vb.: Iran startte een zaak op tegen de Verenigde Staten. Trump verklaarde zich niet
langer te houden aan het kernakkoord tussen beide staten. Kort nadien begint een
procedure voor het IGH en dit op basis van een bilateraal akkoord tussen Iran en de
Verenigde Staten. Iran kon dit verdrag inroepen om inbreuken op bepalingen in dat
verdrag te laten beslechten. De dag na de vordering zegt de Verenigde Staten het
verdrag op. Het gevolg is dat de zaak kan blijven doorgaan want op het moment
van de vordering was er nog een rechtsmacht voor het IGH. De opzegging kent
enkel maar gevolgen voor de toekomst
→ is er een centrale afdwinging ?
= de VN Veiligheidsraad kan dwangmaatregelen nemen maar die bevoegdheid
is beperkt tot de bedreiging van de internationale vrede en veiligheid. Staten kunnen
zelf economische maatregelen nemen, zoals tegenmaatregelen zodat de inbreuk
wordt stopgezet via een proportionele tegeninbreuk
Geweld mag niet gebruikt worden, het zijn vooral de grote staten die van
tegenmaatregelen kunnen gebruik maken
2
,Samenvatting Internationaal publiekrecht AJ 21/22
Waarom leeft men het internationaal recht na ?
• Het creëert een houvast en een referentiekader
• Voor het imago en een goede reputatie zodat men aan politieke of economische
samenwerking kan doen
• Uit eigenbelang en voor eigen voordelen
• Diplomatieke betrekkingen opdat de diplomaten in andere landen op eenzelfde
wijze behandeld worden
• Angst voor sancties en tegenmaatregelen
• Naming and shaming waardoor men het recht kan afdwingen
Onderscheid tussen primaire en secundaire regels
• Primair = de inhoudelijke rechten en plichten die staten afspreken en worden
vastgelegd in verdragen en gewoonterecht
• Secundair = spelregels en die de werking van het internationaal recht beheersen
Vb.: hoe een staat aansprakelijk stellen, hoe verdragen wijzigen, hoe verdragen
opstellen
Na WOII kent het internationaal recht een sterke ontwikkeling
→ proliferatie van internationale en regionale organisaties
→ codificatie en opkomst van nieuwe subdomeinen (opkomst van mensenrechten en
men dit niet uithollen door nationaal recht aan te nemen
Koude Oorlog zorgde voor een versnelling van de uitbouw van de rechtsorde zoals een
toename van juridische geschillenbeslechting + nieuwe instellingen zoals WTO, ISH,
verschillende verdragen, meer aandacht voor klimaat
2. A LL LAW IS POLITICS
Internationaal recht is niet apolitiek => het is ontstaan uit botsende belangen en politieke
keuzes (recht is gestolde macht)
Vb.: Zeerechtverdrag over het maritieme transport en de handel wat het resultaat is
van onderhandelingen met tegengestelde belangen – mare liberum >< mare closum
Vb.: strijd tegen klimaatopwarming waar er ook verschillende overwegingen spelen.
Internationaal recht is een Europese creatie waar er ook verschillende overwegingen spelen
(Westerse landen in de 16de eeuw) waarbij dat internationaal recht gebruikt werd om de
dekolonisatie te rechtvaardigen
Kent het internationaal recht een ideologisch aspect ?
→ het VN Handvest gaat uit van non-interventie want ieder land kiest zijn eigen politiek bestel
en bestuur (domain reservé)
3
, Samenvatting Internationaal publiekrecht AJ 21/22
→ eerder liberaal met 3 pijlers (democratie, mensenrechten en rule of law), er ontstaat dus
meer en meer ideologische onderstroom
The Declaration of the Russian Federation and the People’s Republic
of China on the Promotion of International La w
=> international recht moet steeds samen bekeken worden met de politieke context
1. The Russian Federation and the People’s Republic of China reiterate their full commitment to the principles of
international law as they are reflected in the United Nations Charter, the 1970 Declaration on Principles of
International Law concerning Friendly Relations and Cooperation among States in accordance with the Charter of
the United Nations. They are also guided by the principles enshrined in the Five Principles of Peaceful Coexistence.
The principles of international law are the cornerstone for just and equitable international relations featuring win-win
cooperation, creating a community of shared future for mankind, and establishing common space of equal and
indivisible security and economic cooperation.
2. The Russian Federation and the People’s Republic of China share the view that the principle of sovereign equality
is crucial for the stability of international relations. States enjoy their rights on the basis of independence and on an
equal footing, and assume their obligations and responsibilities on the basis of mutual respect. States have the right to
participate in the making of, interpreting and applying international law on an equal footing, and have the
obligation to comply with international law in good faith and in a coherent and consistent manner.
3. The Russian Federation and the People’s Republic of China reaffirm the principle that States shall refrain from the
threat or use of force in violation of the United Nations Charter and therefore condemn unilateral military
interventions.
4. The Russian Federation and the People’s Republic of China fully support the principle of non- intervention in the
internal or external affairs of States, and condemn as a violation of this principle any interference by States in the
internal affairs of other States with the aim of forging change of legitimate governments. The Russian Federation and
the People’s Republic of China condemn extraterritorial application of national law by States not in conformity with
international law as another example of violation of the principle ofnon-intervention in the internal affairs of States.
5. The Russian Federation and the People’s Republic of China reaffirm the principle of peaceful settlement of
disputes and express their firm conviction that States shall resolve their disputes through dispute settlement means
and mechanisms that they have agreed upon, and all means of settlement of disputes should serve the goal of
resolving disputes in a peaceful manner in accordance with applicable international law, thus leading to de-
escalation of tensions and promotion of peaceful cooperation among disputing parties. This applies equally to all
types and stages of dispute settlement, including political and diplomatic means when they serve a pre-requisite to
the use of other mechanisms of dispute settlement. It is crucial for the maintenance of international legal order that
all dispute settlement means and mechanisms are based on consent and used in good faith and in the spirit of
cooperation, and their purposes shall not be undermined by abusive practices.
6. The Russian Federation and the People’s Republic of China share the view that good faith implementation of
generally recognized principles and rules of international law excludes the practice of double standards or imposition
by some States of their will on other States, and consider that imposition of unilateral coercive measures not based
on international law, also known as «unilateral sanctions», is an example of such practice. The adoption of unilateral
coercive measures by States in addition to measures adopted by the United Nations Security Council can defeat the
objects and purposes of measures imposed by the Security Council, and undermine their integrity and effectiveness.
7. The Russian Federation and the People’s Republic of China condemn terrorism in all its forms and manifestations as
a global threat that undermines the international order based on international law. To counter this threat requires
collective action in full accordance with international law, including the United Nations Charter.
8. The Russian Federation and the People’s Republic of China assert that international obligations regarding immunity
of States, their property and officials must be honored by States at all times. Violations of these obligations are not in
conformity with the principle of sovereign equality of States and may contribute to theescalation of tensions.
4