Biostatistiek
1. Kadering 3
1.1 Toevalsvariatie 3
2. Beschrijvende statistiek 4
2.1 Soorten variabelen 4
2.2 gemiddelde 4
2.3 mediaan 4
2.4 spreiding 4
2.4.1 symmetrische spreiding 4
2.4.2 asymmetrische spreiding 5
2.5 grafiek 5
3. steekproef versus populatie 6
4. Theoretische verdelingen 7
4.1 waarschijnlijkheid dichtheidsfunctie 7
4.2 Normaal verdeling 8
4.3 Standaard normale verdeling 9
5. Steekproeftheorie 10
5.1 Steekproef verdeling 10
5.2 Betrouwbaarheidsinterval 11
6. Hypothese testen 13
6.1 Nulhypothese 13
6.2 Chi-kwadraat 13
6.3 Odds ratio 14
7a. statistische fouten 16
7a.1 Type 1 fout 16
7a.2 Type 2 fout 16
7b. Power- en steekproefberekening 16
8A. Statistiek in de praktijk : Voorbereidend werk 17
8B. Statistiek in de praktijk : Statistische testen 18
8.1. Verband categorische & continue variabele 19
8.1.1 Ongepaarde t-test 19
8.1.2 Mann withney U test 19
8.1.3 Gepaarde t-test 19
8.1.4 Wilcoxon signed rank test 20
8.1.5 One-way ANOVA 20
8.1.6 Kruskal-Wallis test 21
8.2 Verband tussen 2 categorische variabelen 22
, 8.2.1 Chi kwadraat Test 22
8.2.3 Fisher’s exact test 22
8.2.10 odds ratio 22
8.3 Verband tussen 2 continue variabelen 22
8.3.1 Correlatie 22
8.3.1.1 pearson Correlatie 22
8.3.1.2 Spearmann rank correlatie 23
8.4 Voorspel continue variabele adhv continue & categorische variabele(n) 23
8.4.1 Regressie 24
8.4.1.1 enkelvoudige lineaire regressie 24
8.4.1.2 meervoudige regressie 25
9. meervoudige regressie 27
9.1 ANCOVA 27
9.2 2-way ANOVA 27
10. Niet-onafhankelijke data 28
, 1. Kadering
- statistiek hoort in het wetenschappelijk onderzoek tot verzamelen van data, data
analyse en interpretatie
- statistiek help omgaan met onzekerheden door beperkte aantal observaties.
1.1 Toevalsvariatie
in een steekproef is er een toevalsvariatie.
steekproef = deel populatie. dus bv gemiddelde steekproef is niet ver van gemiddelde
populatie.
Dit laat toe conclusies te kunnen trekken over een onbekende populatie gebaseerd op
beperkte steekproef.
2. Beschrijvende statistiek
2.1 Soorten variabelen
A. categorische variabele: (verdeeld in categorieën, is beperkt/discreet)
a. nominaal (zonder orde vb. bloedgroep)
b. ordinaal (met orde vb. graad)
B. numeriek: (kwantitatief)
a. discreet (geteld aantal, geheel getal vb. punten examen)
b. continu (meetwaarde, percentage vb. gewicht)
2.2 gemiddelde
= som observaties / aantal observaties
- symmetrische verdeling
- gevoelig voor outliers
- gebruikt alle info
- relatie met onderliggende verdeling
2.3 mediaan
= middelste observatie
- verdeling moet niet symmetrisch zijn
- ongevoelig voor outliers
1. Kadering 3
1.1 Toevalsvariatie 3
2. Beschrijvende statistiek 4
2.1 Soorten variabelen 4
2.2 gemiddelde 4
2.3 mediaan 4
2.4 spreiding 4
2.4.1 symmetrische spreiding 4
2.4.2 asymmetrische spreiding 5
2.5 grafiek 5
3. steekproef versus populatie 6
4. Theoretische verdelingen 7
4.1 waarschijnlijkheid dichtheidsfunctie 7
4.2 Normaal verdeling 8
4.3 Standaard normale verdeling 9
5. Steekproeftheorie 10
5.1 Steekproef verdeling 10
5.2 Betrouwbaarheidsinterval 11
6. Hypothese testen 13
6.1 Nulhypothese 13
6.2 Chi-kwadraat 13
6.3 Odds ratio 14
7a. statistische fouten 16
7a.1 Type 1 fout 16
7a.2 Type 2 fout 16
7b. Power- en steekproefberekening 16
8A. Statistiek in de praktijk : Voorbereidend werk 17
8B. Statistiek in de praktijk : Statistische testen 18
8.1. Verband categorische & continue variabele 19
8.1.1 Ongepaarde t-test 19
8.1.2 Mann withney U test 19
8.1.3 Gepaarde t-test 19
8.1.4 Wilcoxon signed rank test 20
8.1.5 One-way ANOVA 20
8.1.6 Kruskal-Wallis test 21
8.2 Verband tussen 2 categorische variabelen 22
, 8.2.1 Chi kwadraat Test 22
8.2.3 Fisher’s exact test 22
8.2.10 odds ratio 22
8.3 Verband tussen 2 continue variabelen 22
8.3.1 Correlatie 22
8.3.1.1 pearson Correlatie 22
8.3.1.2 Spearmann rank correlatie 23
8.4 Voorspel continue variabele adhv continue & categorische variabele(n) 23
8.4.1 Regressie 24
8.4.1.1 enkelvoudige lineaire regressie 24
8.4.1.2 meervoudige regressie 25
9. meervoudige regressie 27
9.1 ANCOVA 27
9.2 2-way ANOVA 27
10. Niet-onafhankelijke data 28
, 1. Kadering
- statistiek hoort in het wetenschappelijk onderzoek tot verzamelen van data, data
analyse en interpretatie
- statistiek help omgaan met onzekerheden door beperkte aantal observaties.
1.1 Toevalsvariatie
in een steekproef is er een toevalsvariatie.
steekproef = deel populatie. dus bv gemiddelde steekproef is niet ver van gemiddelde
populatie.
Dit laat toe conclusies te kunnen trekken over een onbekende populatie gebaseerd op
beperkte steekproef.
2. Beschrijvende statistiek
2.1 Soorten variabelen
A. categorische variabele: (verdeeld in categorieën, is beperkt/discreet)
a. nominaal (zonder orde vb. bloedgroep)
b. ordinaal (met orde vb. graad)
B. numeriek: (kwantitatief)
a. discreet (geteld aantal, geheel getal vb. punten examen)
b. continu (meetwaarde, percentage vb. gewicht)
2.2 gemiddelde
= som observaties / aantal observaties
- symmetrische verdeling
- gevoelig voor outliers
- gebruikt alle info
- relatie met onderliggende verdeling
2.3 mediaan
= middelste observatie
- verdeling moet niet symmetrisch zijn
- ongevoelig voor outliers