Examen Nederlands juni
Deel 1: Literaire competentie
Randinfo:
• Jeugdboekenmaand 2021: 1 – 31 maart
Verschil tussen leesbevordering en literaire competentie?
Leesbevordering = er voor zorgen dat je leerlingen aanspoort om te lezen, door
leesplezier/leestechniek/leesbegrip.
Literaire competentie = leerlingen aanleren dat er in een goed verhaal een bewust gekozen verteller
is, gekozen personages, een bepaald tijdsverloop … je zorgt er voor dat de leerlingen literair
vaardiger worden.
Overzicht literaire genres
Fictie: literaire genres per thema
• Realistische genres (over alledaagse, herkenbare situaties)
- Detectiveverhaal
- Realistisch verhaal
- Verhaal over andere culturen
- Historisch verhaal
- Oorlogsverhaal
• Fantastische genres (over zaken die in het echte leven niet kunnen)
- Fantasieverhaal
- Sprookje
- Griezelverhaal
- Sciencefictionverhaal
- Mythe
• Gemengde genres (mengvorm: zowel realistisch als fantasie)
- Dierenverhaal
Verhaaltechnische aspecten op studentniveau
1. Thema
• Waarover gaat het verhaal? (meestal in 1 woord omschreven)
2. Boodschap
• Wat wil de schrijver vertellen of leren aan de lezer? (meestal in 1 zin omschreven)
3. Verhaalopbouw
• Vierdelige verhaalstructuur = klassieke structuur 1:
- Inleiding
- Motorisch moment
- Evolutie (met of zonder herhaling)
- Slot
, 2
• Zevendelige verhaalstructuur = klassieke structuur 2:
- Inleiding
- Motorisch moment
- Evolutie (met of zonder herhaling)
- Hoogtepunt
- Keerpunt
- Evolutie
- Slot
• Cirkelverhaal
- Kan vierdelig of zevendelig zijn MAAR einde = begin
• Raamvertelling
- Verhaal is omlijsting voor andere verhalen
- 1 overkoepelend verhaal of hoofdverhaal dat aparte losse verhalen omkadert
4. Vertelperspectief
• Alwetende of auctoriële verteller
- Neemt zelf niet deel aan het verhaal
- Kan gedachten lezen van meerdere personages
- Heeft zicht op volledige verhaal
- Kan in verleden en in toekomst kijken
• Ik-verteller
- Belevende ik
▪ Vertelt over gebeurtenissen op het moment zelf en neemt deel aan het
verhaal
- Vertellende ik
▪ Vertelt over gebeurtenissen in het verleden en neemt deel aan het verhaal
• Personele verteller
- Vanuit 1 personage verteld
- Benoemt alle personages bij naam (vertelt hij/zij-vorm)
- Enkelvoudig personeel perspectief: vanuit 1 personage in hij/zij-vorm
- Meervoudig personeel perspectief: vanuit meerdere personages in hij/zij-vorm
5. Tijd
• Tijd van de handeling
- Verleden/toekomst/middeleeuwen/…
• Grammaticale tijd
- Tegenwoordige tijd/verleden tijd (meestal verleden)
• Tijdsduur: verteltijd – vertelde tijd
- Verteltijd = hoe lang lezer nodig heeft om verhaal uit te lezen
- Vertelde tijd = tijd waarover verhaal gaat (een jaar, enkele jaren, een dag …)
- Tijdvertraging = verteltijd > vertelde tijd – korte handeling heel gedetailleerd
beschreven waardoor het langer duurt
- Tijdversnelling/tijdverdichting = verteltijd < vertelde tijd – zaken die lang duren (bv.
huis bouwen) worden in enkele zinnen beschreven
- Tijdsprong = deel van verhaal wordt niet verteld (bv. ‘een jaar later’)
, 3
• Tijdsvolgorde
- Chronologische tijdsvolgorde = chronologisch verteld zonder flashbacks/…
▪ Chronologische rechtlijnige tijdsvolgorde (één verhaallijn)
▪ Chronologisch vertakte tijdsvolgorde (meerdere verhalen die zich
tegelijkertijd afspelen)
- Niet – chronologische tijdsvolgorde = onderbroken door flashbacks/flashforwards/…
- ‘ab ovo’ = vanaf het prille begin beginnen vertellen
- ‘in media res’ = in het midden van zaken, midden in een gebeurtenis
- ‘post rem’ = vertelt vanaf na de zaak (verhaal zelf is lange flashback)
6. Plaats en ruimte
• Plaats van handeling
- = aardrijkskundig, in een dorp, stad, land …
• Ruimte
- Beschrijving van de omgeving
- Functioneel = ruimte is nodig voor logische samenhang met handeling
- Decoratief = ruimte heeft geen belang in het verhaal
- Symbolisch = ruimte weerspiegelt gevoelens/emotie van personage(s)
7. Personages
• Protagonist, antagonist, nevenpersonages
- Protagonist = hoofdpersonage
- Antagonist = tegenspeler (vaak even grote rol als protagonist)
- Nevenpersonages = alle andere personages
• Rond karakter, vlak karakter, typetje
- Ronde karakters/round characters/dynamische personages = evolueren als persoon,
leren bij, passen zich aan, karakter ontwikkelt onder invloed van gebeurtenissen
- Vlak karakter/flat characters/statische personages = voorspelbaar gedrag, nauwelijks
of geen evolutie in karakter
- Typetje/karikatuur = één eenvoudige karaktertrek
8. Verwijzingen
• Intertekstualiteit
- Een verhaal refereert naar een andere bestaande tekst, verwijst naar ander verhaal
• Betekenislagen
- Concrete verhaallaag: verwijzing naar concrete gebeurtenis
- Concrete verhaallaag: verwijzing naar gedragingen in relatie tot iets of tot anderen
- Diepere thematische laag: verwijzing naar een bepaalde maatschappij
- Diepere thematische laag: verwijzing naar literair historische motieven
- Diepere thematische laag: verwijzing naar filosofische of mythologische motieven
• Archetypes
- Symbolen
▪ Element dat naar iets verwijst (water, getal 40, getal 3)
- Personages
▪ Boze stiefmoeders, mooie prinsessen, lelijke oude heksen …
- Coming-of-ageverhaal = individuatieproces
▪ Schaduwfase = ‘ik’ wordt geconfronteerd met andere kant van zichzelf
▪ Anima- of animusfase = bewustwording en aanvaarding van schaduwzijde
▪ Fase van het ‘Zelf’ = ‘ik’ is gegroeid tot een volwaardig volwassen individu
, 4
Literaire competentie in de lagere school
Leerlijn literaire competentie
Verhaaltechnische aspecten worden vertaald in een ‘leeservaringsschaal’ (LES)
= niveaubepaling volgens verhaalkenmerken: welke elementen maken een verhaal complex?
• LES heeft een toenemende moeilijkheidsgraad van links naar rechts
→ links + midden = lagere schoolniveau – rechts = secundair onderwijs niveau
• AVI-niveau = bepaalt door woordlengte en woordfrequentie
• LES = bepaalt door verhaaltechnische aspecten
Boekenpraatjes
SOORTEN GESPREKKEN:
• boekenkring
• boekgesprek
o basisvragen die naar eerste indruk peilen
o algemene vragen die naar verwachtingen en belevingen polsen, en die doen
vergelijken
o specifieke vragen over bepaalde verhaaltechnische elementen
• literair gesprek
o lezer zegt iets voor zichzelf (vormt gedachten tijdens lezen)
o lezer zegt iets voor anderen (vertelt zijn gedachten na lezen)
o leerlingen zeggen iets in samenspraak met een ander (reageren steeds op elkaar)
o leerlingen zeggen iets nieuws (andere inzichten komen boven)
LITERAIRE GESPREKKEN ORGANISEREN:
• inleidend klasgesprek
• sturing op verschillende wijzen
o leerkrachtgestuurd
o gedeelde sturing
o leerlinggestuurd
• opbouw literair gesprek
o vooraf afspreken hoeveel (hoofdstukken) de leerlingen moeten lezen, gedachten of
vragen noteren op post-its
o in kleine groepen bespreken wat op post-its staat en kiezen wat ze in de klas willen
bespreken
o elk idee aan bod laten komen in de grote kring
o evalueer gesprek
LITERAIRE GESPREKKEN VOORBEREIDEN:
• Laat boekenkisten in je gemeentebib samenstellen met het nodige aantal exemplaren.
• Laat leerlingen met leesmoeilijkheden hetzelfde boek gratis lezen via de Anderslezen-app.
• Laat je school de boeken aankopen via https://geefeenboekcadeau.nl Elk jaar kan je
een klassieker tegen een sterk gereduceerde prijs aankopen.
• Neem de boeken op in het leesplan van de school.
• Via het betalende leesplatform boekies.be kan je leeslijsten voor je leerlingen klaarzetten.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper julieguldentops. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.