Theorie van de visuele
communicatie
Prof. Bekaert
2021-2022
,Inleiding
• Point of view = het punt van waaruit je kijkt, vanuit dat punt interpreteer je het beeld. Je plaatst je
mentaal van uit dat punt
• Wat is de visuele waarneming en waarom is dat eventueel ons belangrijkste zintuig?
• Op welke wijze werken we met die beelden?
• In het westen: het beeld heeft een dubbelzinnige status
o Religies/vroeger: kritisch t.o.v. beelden ➔ het beeld is iets magisch
o Technologie: beeld is alomtegenwoordig
• Semiologie/semiotiek = wetenschap die de tekens bestudeerd
• Twee visies:
o Visuele tekens zijn gebaseerd op een taal
o Visuele tekens werken niet als een taal
2
,1 Hoofdstuk 1: Algemene beeld- theoretische beschouwingen
1.1 Multidisciplinair, een eerste terreinverkenning
Theorie van de visuele communicatie is multidisciplinair
Bv. massacommunicatie, beeldtechnologie, psychologie, mediastudies, linguïstiek, retoriek,
economie…
De raakvlakken van de visuele communicatie met andere disciplines kan niet
hiërarchisch worden ingebed in een boomstructuur. De relaties kunnen best
gevisualiseerd worden als een rhizoom.
‘Molair = niveaus die een duidelijk verband tonen, ‘moleculair’ zijn onderliggende
niveaus die minder opvallend aanwezig zijn
• Massacommunicatie = zender-ontvanger schema, evolutie van top-down gericht in de klassieke
massamedia naar bottom-up communicatie via het Internet. Beeld en functies in het
communicatieschema van Jakobson
• Beeldtechnologie = technische en technologische aspecten wat betreft de creatie, de
reduplicatie en de verspreiding van beeldmateriaal; specifieke problematiek van het bewaren van
technische beelden (foto, film, televisie, websites, ...)
• Foto- film- en mediastudies = binnen ‘cultural studies’ specifiek onderzoek naar de status, de
vormgeving en de werking van wat ’technische beelden’ worden genoemd
• Psychologie = Beeld en visuele waarneming; de wijze waarop beelden worden ‘begrepen’; visueel
versus verbaal-logisch denken
• Pedagogie = opvoeding tot een beeldtaalcompetentie, naast de studie van beeldmateriaal in
onderwijs en educatie; woord versus beeldcultuur, ‘visual litteracy’
3
, • Sociologie = De maatschappelijke invloed van beelden, de omgang met beelden, de toegang tot
beeldmateriaal, de toegang tot verspreidingskanalen
• Antropologie = De studie van beeldvoorstellingen in niet-westerse culturen; iconofiele en
iconofobe culturen, kunstgeschiedenis, iconografie, esthetica: beeldkader, coderingen in de
voorstelling (bv. vliegen in Belgische kolonie Kongo)
• Filosofie = Vraagstelling naar de essentie van beelden, bijvoorbeeld het opstellen van een
taxonomie van beelden
• Linguïstiek = Studie van de werking van taalsystemen, meer bepaald de verbale communicatie als
mogelijk model voor visuele communicatie
• Retoriek = De studie van overtuigingsstrategieën, reclame, propaganda, in relatie tot beelden, de
functie van beelden in narratieve sequenties.
o Beelden hebben drie aspecten: de grammatica, de betekenis (semantisch aspect) en een
waarschuwend aspect (retorisch aspect)
• Semiotiek = De studie van tekensystemen en betekenisoverdracht. Beelden als visuele tekens,
visuele communicatie als een visueel tekensysteem
• Geschiedenis = De evolutie van communicatiemethoden, voorstellingswijzen,
voorstellingstechnieken; de invloed daarvan op het culturele klimaat
• Economie = De studie van de relatie tussen beeldproductie en markt van vraag en aanbod, de
controle van productiefaciliteiten en distributiekanalen
Veelheid aan invalshoeken is een voordeel, maar anderzijds dreigt ook een gebrek aan focus door het
ontbreken van een doordachte methodologie en een funderende theorie
1.1.1 Linguïstische vs cognitieve modellen
Onderscheid tussen twee belangrijke polen:
• Communicatiemodellen die verankerd zijn in de verbale sfeer en de linguïstiek
o Gevaar:
▪ Specifiek visuele aspecten zouden op het achterplan kunnen wordengeplaatst
▪ Ontoereikendheid van het linguïstische communicatiemodel voro de analyse
van visuele transfer
▪ Ontbreken van aandacht voor de technische aspecten
• De studie van de visuele esthetiek
o Gevaar:
▪ De ‘communicatieve competentie’ zou kunnen worden verwaarloosd
▪ Eenzijdigheid die weinig belangstelling toont voor de communicatief- retorische
aspecten van beelden
▪ Ontbreken van aandacht voor de technische aspecten
4