27/09/2021
Historische kritiek
LES 1 27/09/2021
INLEIDING
Wat is historische kritiek?
Historische kritiek definitie: Systematische kritische reflectie bij verzamelen, evalueren en
verwerken van informatie.
· Essentiële academische vaardigheid.
· Wezenlijke vaardigheid om als kritisch burger in hedendaagse samenleving te
navigeren.
We leren Kritisch zijn d.m.v. twijfelen op een redelijke manier + het vormen van je eigen
referentiekader. Door 3 stappen:
1. Informatie verzamelen
2. Analyseren
3. Verwerken
Vraag die historische kritiek stelt: wat kan ik aanvangen met de informatie die ik krijg? Wanneer is
iets betrouwbaar?
=> HK om des info te ontmantelen.
5 categorieën van des info. :
1. Fake news (Bill gates en corona = complottheorieën)
2. Foute berichtgeving (racisme)
3. Verdraaide weergave/interpretatie (Obama versus Trump)
4. Selectieve berichtgeving (andere foto => lijkt erger)
5. Gekleurde berichtgeving ( desinformatie d.m.v. combinatie )
Waarom belangrijk voor historici?
· Verleden en geschiedschrijving beide “geschiedenis”, maar niet hetzelfde!
· Verleden is voorbij > enkel sporen van feiten van het verleden
· Geschiedschrijving: werken met sporen + constructie taal en tekst
o 1 historisch werk = 1 ‘lezing’ van (delen van) verleden
· Lezing door historici is selectief > bepaalde groepen en gebeurtenissen uit verleden
amper aanwezig, lang ‘verborgen’ in geschiedschrijving... => ze proberen de
werkelijkheid te benaderen
o Geschreven door overwinnaars dus bepaalde klassen niet aanwezig:
Vrouwen, minderheden, lagere sociale klassen, enz.
· Historici => proberen waarheid te achterhalen, altijd wel bepaalde gebeurtenissen of
personen: niet vermeldt
· Geschiedenis is meestal geschreven door overwinnaars, dus uit hun eigen motivatie
voor hun heldenimago dat ze met geschiedschrijving willen weergeven
,27/09/2021
· Wat gebeurd is en wat gedaan wordt met wat gebeurd is = niet hetzelfde
· Nooit 1 geschiedenis, altijd meerdere geschiedenissen. Geschiedenis = verhaal,
ordenen, selecteren en verkondigen.
Kernprobleem: relatie feit en verhaal
Het verhaal is niet gelijk aan de feiten daarom ander weg:
1. De bron (bvb. ooggetuige) geeft reeds intepretatie van feiten
Van de feiten naar de bron = al een interpretatie
2. De onderzoeker evalueert & interpreteert deze bron opnieuw
Hoe moet de onderzoeker omgaan met deze bron
3. De onderzoeker bouwt een bredere interpretatie tot rapport
Hoe gebruiken om verhaal te schrijven na kristische blik
! Bron is niet de interpretatie. Bron wordt vertaald met taal door
interpretatie. Media doet aan selectie, jij ook.
Feiten versus uitspraken over feiten
· “Empirisme: via directe zintuiglijke waarneming tot waarachtige kennis komen
o Basis van de wetenschap.
o Eerst zien, voelen, horen => dan kan je er mee aan de slag
o In de humane wetenschap = moeilijk want je waarneming = interpretatie
· Maar: waarneming berust op detectie- en identificatieprocessen
· Detectie- en identificatieprocessen worden aangeleerd!
o Leefmilieu, opvoeding, taal, culturele constellatie, …
o Elk informatiesysteem, ook de mens, kan wereld slechts benaderen vanuit
eigen referentiekaders > kan slechts die aspecten van wereld als “feiten”
onderscheiden waarop zijn referentiekader meest is ingesteld
=>Geen waarneming zonder interpretatie!
=>Geen “objectieve” toegang tot feiten!
=>Getuigenissen geven geen feiten, maar uitspraken over feiten!
objectieve verslagen van feiten bestaan niet
leren loskomen van objectiviteit
o Nieuws = niet objectief
o Uitslag match = objectief
referentiekaders worden overal ter wereld anders aangeleerd
,27/09/2021
Bijvoorbeeld: baby’s leren wereld begrijpen door referentiekaders zoals taal.
o Stam in Namibië die 44 kleuren groen onderscheiden. Groen dat wij als groen
beschouwen zij als een ander soort groen. Het is dus subjectief want het
referentiekader is anders en het staat niet objectief vast dat dat voorwerp
hetzelfde soort groen is.
!!! Feiten staan dus niet vast want je hebt andere interpretaties want iedereen heeft een
ander referentiekader. Er zit dus een bril tussen
Voorbeeld van Lodewijk de 16e: hij wordt onthoofd => dit is het feit
o Pierre schrijft: de koning werd door het gepeupel vermoord
o Jean schrijft: burger Capet is door de beul terechtgesteld
o Wat Jean en Pierre zeggen = vertaling van referentiekader => daarom verschillend.
Besluit:
· taal is niet spiegel v/d werkelijkheid
· Taal = vertaling v/d werkelijkheid
· Kleuring v/d vertaling van de werkelijkheid door
o Emotie
o Politieke betrokkenheid
Illusie van objectieve waarneming
Denkoefening onbetrokken Jeanette:
zonder deze 2 elementen nog altijd niet objectief want (filmpje gorrila!)
o Haar info = selectief
o Zij beslist welke elementen van belang zijn.
Elke weergave van feiten = selectief
Elke waarneming = interpretatie = subjectief
Observatie gebeurt niet passief, maar actief via begrippen & taal
Géén principieel verschil tussen weergeven van feiten & interpreteren van feiten!
Opgelet voor naïeve interpretatie subjectief-objectief
Subjectiviteit van waarneming duidelijker aan de orde bij controversiële (aspecten
van) feiten / contrasterende waarnemingen
“objectieve feiten” = algemeen geaccepteerde interpretaties
Uw bron wordt vertaald met taal door interpretatie
o Zijn niet echt objectief, gewoon geaccepteerd
, 27/09/2021
o Als echt objetieve Feiten zou zijn => fake News, complottheorieën =
onmogelijk
Bron = niet de interpretatie
Feiten = interpretatie
Daarom bron niet gelijk aan feiten (interpretatie zit hiertussen)
Media doen aan selectie
o Je doet zelf ook aan selectie
Bestaan feiten dan?
1. Bestaan enkel in het verleden.
2. Algemeen aanvaard omdat er genoeg bronnen zijn die een interpretatie gemeen
hebben.
o Moeten wel bronnen zijn die niet gelinkt
o Qua informatie wel overlappen
LES 2 MAANDAG 4 OKTOBER ’21
DEEL 1: TYPOLOGIE VAN BRONNEN
bronnen
Artefacten: bijvoorbeeld de Eifel toren, piramide, werktuigen
Natuurlijke overblijfselen: bijvoorbeeld beerputten => eetgewoontes achterhalen
Landschap: kan ook beïnvloed zijn door de mens
Teksten: het meest gebruikt door historici (Koninklijke bibliotheek)
Definition Unwitting testimony: is the unintentional evidence provided by historical sources. It
may reflect the attitudes and preconceptions of an author, or the culture to which he or she
belongs. The recognition and interpretation of unwitting testimony by historians acknowledges
that primary sources may contain flaws as well as several layers of evidence, and that there are
messages that are not explicit