Psychologie =
Wetenschappelijke discipline (betrouwbare kennis) die zich bezighoudt met:
Interne geestelijke processen: dingen die niet observeerbaar is (bv denken)
Externe gedragingen: wat doet iemand (observeerbaar)
Soorten psychologie
Experimenteel = model van de natuurwetenschappen zoals fysica; hier gaat men
proberen meten en op deze getallen dingen afleiden (bv IQ, de mate dat iemand
discrimineert)
Klinisch = Mensen met psychische problemen te helpen. Bv hoe verlopen psychische
processen bij bepaalde mensen
Arbeidspsychologie = De studie van mensen in organisatie en arbeid verrichten (bv
welke factoren burn-out)
Ontwikkelingspsychologie = hoe functioneren mensen in welke fase van hun leven
Persoonlijkheidspsychologie = bestudeert kenmeren van mensen die stabiel blijven.
Zoals verlegen voor heel u leven.
Sociale psychologie = gaat over de invloed van onze omgeving op wat we
doen/denken
Perspectieven (uitgangspunten meestal niet bewezen)
Biologische psychologie = Psychische processen te verklaren adhv biologische
factoren (bv. Erfelijkheid, aangeboren, evolutionair)
Cognitieve psychologie = kijken naar de binnenkant; mentale toestanden
Behaviorisme/gedragspsychologie = Kijken enkel naar gedrag
2. De hersenen
2.1. Inleiding
Het orgaan dat lichamelijke functies uitvoert noemen we het zenuwstelsel, die bestaat uit;
Het ruggenmerg
De hersenen
clinico-anatomische methode (Broca en Wernicke) = De bedoeling van deze methode was
om via klinisch onderzoek te kijken welke psychische functies bij iemand verstoord waren
om vervolgens, eens de persoon in kwestie overleden was, na te gaan welke delen van de
hersenen beschadigd waren.
In deze periode ging men ervan uit dat psychische functies in onderscheiden
hersenstructuren gelokaliseerd konden worden. Pioniers van deze methode waren onder
meer Paul Broca en Carl Wernicke (ontdekker afasie van Wernicke).
Paul Broca = had ontdekt dat bij een letsel op een specifieke plaats vooraan in de
hersenen de spraakarticulatie ernstig verstoord was. Hieruit leidde hij af dat de
articulatie op een specifieke plaats gelokaliseerd was. Verband hersenen en
psychische processen
1
, Luria = kwam echter tot de conclusie dat dit onhoudbaar was. Vervolgens
ontwikkelde hij de dynamische clinico-anatomische methode
Dynamische clinico-anatomische methode = Deze visie vertrekt van het idee dat delen van
psychische functies wel gelokaliseerd kunnen worden, maar dat uit het samenwerken van
verschillende hersenregio’s nieuwe functies kunnen ontstaan.
Lokalisatie = Psychische processen kunnen allemaal in een hokje gestoken worden van de
hersenen
2.2. Zenuwcellen of neuronen
De basiseenheid van de hersenen is de zenuwcel of het neuron.
Neuron = De functie van een neuron is de overdracht van signalen of informatie.
Een synaps kan activerend of inhiberend zijn
Activerende synapsen = Geven informatie door die activiteit veroorzaakt in andere
neuronen
Inhiberend synapsen = Doen de activiteit in andere neuronen wegnemen.
2.3. Het ruggenmerg
Het ruggenmerg functioneert vooral als doorgeefluik van informatie van en naar de
hersenen en de periferie van het lichaam;
Sensorische informatie = vanuit de verschillende zintuigen (afferente, ascenderende
banen) door aan hersenen
motorische commando’s = (efferente, descenderende banen) van onze hersenen
naar onze spieren
2.4. Functionele opdeling van de hersenen
Naast de structurele indeling van de cortex in 4 lobben, kunnen we ook een functionele
indeling maken. Bestaande uit 3 eenheden;
Eenheid voor ontvangen, analyseren en opslaan van data
Eenheid voor programmatie, regulatie en verificatie van actie
Een eenheid voor modulering van corticale tonus en arousal
EENHEID VOOR ONTVANGEN, ANALYSEREN EN OPSLAAN VAN DATA (SENSORISCHE CORTEX)
= Deze eenheid bevat de zogenaamde sensorische cortex die de informatie van de zintuigen
ontvangt nadat deze door de thalamus is doorgestuurd.
Deze eenheid bevindt zich in meerdere zones;
Pariëtale lob = deze zone noemen we de somatosensorische cortex. Hier komen
onze somatische sensaties (waaronder de tast) toe.
Occipitale lob = Visuele informatie
Temporale lob = Geur en geluid
2
, Deze structuren hebben met elkaar gemeen dat ze de zintuigelijke informatie
onmiddellijk ontvangen. Vandaar de naam projectiecortex. Elk lichaamsdeel heeft zijn eigen
stukje cortex waarop het projecteert.
Homonculus van Penfiel = De voorstelling van de verschillende lichaamsdelen in de
somatosensorisch cortex. Deze informatie is gelateraliseerd.
Gelateraliseerd = Dit betekent dat info uit onze rechterlichaamshelft verwerkt wordt
in onze linkerhersenhelft en omgekeerd.
Naast projectiecortex is er ook nog de associatiecortex;
De associatiecortex zorgt ervoor dat verschillende informatie met elkaar in verband
wordt gebracht. Zintuigelijke informatie bestaat dus niet enkel uit geïsoleerde
fragmenten maar wordt opgenomen in grotere gehelen. Het wordt geassocieerd met
wat reeds in ons geheugen aanwezig was.
EENHEID VOOR PROGRAMMATIE, REGULATIE EN VERIFICATIE VAN ACTIE (MOTORISCHE
CORTEX)
= Deze eenheid initieert en organiseert onze bewegingen. Daarom noemen we hem ook de
motorische cortex. Net als de sensorische cortex bestaat hij ook uit projectie- en
associatiecortex. Ook hier zijn verschillende delen van de cortex verantwoordelijk voor
specifieke lichaamsdelen. Verder is er voortdurende feedback tussen de sensorische en de
motorische cortex.
EENHEID VOOR MODULERING VAN CORTICALE TONUS EN AROUSAL
= Deze eenheid die de hypothalamus en het limbisch systeem omvat, staat in voor het
ontvangen van informatie uit het interne van ons lichaam. Interne informatie bereikt deze
eenheid via de ruggengraat en wordt in eerste instantie geprojecteerd op de hypothalamus.
Het associatieproces gebeurt in het limbisch systeem.
Behandeling van patiënten met neurogene stoornissen is zeer complex. Het is onmogelijk
om bij een stoornis op alles te gaan screenen, vandaar wordt obv. een letsel een aantal
hypothesen opgesteld over de verstoorde psychische functies waarop men zal screenen. Een
ander veel gebruikt model hiervan is het drie-assenmodel;
Links-rechts as = Links is dominant voor taal, rechts voor ruimtelijke vaardigheden
Boven-onder as = boven is dominant voor hogere functies zoals taal, gewilde
motoriek,.. en onder is dominant voor bewustzijntoestand en globale activiteiten
Voor-achter as = Frontale delen zijn dominant voor motoriek, gedrag en motivatie,
achterste delen zijn dominant voor waarneming
2.5. Verhouding psychische processen en hersenactiviteit
MRI (structuur) = anatomische structuur in kaart brengen
FMRI (activiteit)= Probeert in kaart te brengen hoe iets functioneert. Bv. Functioneren de
hersenen anders bij een religieuze ervaring.
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper romaneszafiroo. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.