422016 OneNote Online
H2
dinsdag 22 december 2015 00:05
Hoofdstuk 2 ‐ De marketingomgeving
DESTEP‐factoren zijn samenvatting van de meest relevante omgevingsfactoren die voortdurend en
nauwgezet moeten worden opgevolgd.
Demografische (omgevingsfactoren)
leeftijd, geslacht, bevolkingspiramide, gezinssamenstelling, verstedelijking,
opleidingsniveau,...
Economische
inflatie, tewerkstelling, belastingen, bestedingspatronen, ...
Sociale
subculturen, life style, tijdsgeest, maatschappelijke waarden en normen, sociale
mobiliteit,...
Technologische
innovaties, R&D van bedrijven, universiteiten of overheid, technologische ontwikkelingen,...
Ecologische
energiekosten, milieuvervuiling, afvalberg, hernieuwbare natuurlijke bronnen, recyclage,…
Politiek‐Juridische
wetgevingen en overheidsreguleringen, politiek binnenlands en buitenlands beleid, rol van
de overheid,…
2.1 Inleiding
Doelmatigheid marketingtaken hangen af van inzicht in omgeving.
Omgeving = gehele externe gebeuren dat direct of indirect een invloed kan hebben op de wering
van de onderneming.
Onderneming moet zich voortdurend aanpassen aan de steeds wijzigende omgeving.
Micro omgeving = organisatie, leveranciers, distributiekanalen, concurrenten,… (in en om bedrijf)
Macro omgeving = maatschappelijke krachten zoals demografie, ecologie, culturele krachten,…
2.2 Leveranciers
Leverancier kan van zowel grondstoffen, goederen als diensten zijn.
Iedere onderneming wil goodwill verkrijgen van de financiële wereld, arbeidsmarkt, leveranciers,…
=> belangrijke samenwerkingsverbanden op gebied van Just in Time, innovatie, kostprijsbeheer,
kwaliteitszorg,…
Ontwikkelingen bij leverancier => mogelijke tekorten, vertraging in levering, prijsstijgingen,
technologische evoluties,… => waakzaam zijn!
2.3 Concurrenten
Aanbod onderscheiden van concurrent, in de ogen van de consument!
Ondernemingsconcurrentie = Volkswagen, Fiat, Opel,… (specifieke gelijke ondernemingen op
eenzelfde markt)
Generieke concurrentie = vb. ontspanningslectuur is concurrentie voor TV.
2.4 Tussenpersoon
Brengen product van onderneming naar afnemer.
vb.: transport (spoorweg, vrachtvervoer), informeren en beïnvloeden van de kopers
(reclamebureaus, tijdschriften, televisie, journalisten), distributie (grootwarenhuizen,
marktkramers, dealers, groothandel)
2.5 De markt
Er wordt verteld over de positieve economische evolutie in West‐Europa en België (meer auto's,
internet gebruikers,…), beter opgeleide Belgen, ruimere verspreiding informatie, internet
revolutie, toenemende vrije tijd + benutting hiervan, betere mobiliteit, urbanisatie, ...
fig. 8 p. 43, marketingomgeving schets
Deze evoluties => consument wordt veeleisender en kritischer en is beter geïnformeerd.
Ondernemer moet zich dus aanpassen aan ontwikkelingen.
Meer tijdsbesparende producten, meer ontspanningsproducten, …
Wet van Engel: gezin verbruikt relatief minder levensnoodzakelijke goederen naarmate inkomen
stijgt. (arme Belgen spenderen 14% inkomen hieraan, rijke Belgen 11%) Vrijetijdsgoederen en
transport zijn met de jaren belangrijker geworden in uitgaven van inkomen.
BBP (Bruto Binnenlands Product) = geeft aan hoe economische groei van een land evolueert.
=> samengesteld uit 4 componenten:
gezinsconsumptie
bedrijfsinvesteringen
overheidsconsumptie
netto‐uitvoer
https://hubkahomy.sharepoint.com/personal/raf_cyran_student_odisee_be/_layouts/15/WopiFrame.aspx?sourcedoc={39A4C91A74674BE6AD… 1/3