1 ZELFVERWONDEND GEDRAG (ZVG)
Zelfbeschadiging= sociaal onacceptabel gedrag waarbij een persoon zichzelf opzettelijk en
op een directe manier een fysiek letsel toebrengt, zonder de primaire intentie zichzelf het
leven te benemen
niet zelfde als suïcidaal gedrag, maar wel ermee gelinkt (comorbiditeit in niet-klinische
populaties varieert tussen 20-40 % en in klinische populaties tussen 55-85 %)
ook is zelfbeschadiging een significante risicofactor voor suïcidaal gedrag (risico stijgt
gradueel naarmate de frequentie en ernst van de zelfbeschadiging toenemen), in adolescentie
is zelfbeschadiging een persisterende risicofactor voor suïcidepogingen in volwassenheid
risico van latere suïcidaliteit verhoogt bij meer dan 20 incidenten van zelfbeschadiging
beschermende factoren die risico van suïcidaliteit na zelfbeschadiging laten afnemen, zijn
meaning of life en steun van de ouders
Zelfbeschadigend gedrag komt relatief veel voor
wordt ingezet om psychologische pijn te verminderen of om deze pijn tot uiting te brengen
ZVG is functioneel: helpt persoon om door moeilijke periode heen te komen
Komt zowel voor bij mensen met psychiatrische stoornis, als bij mensen zonder
psychiatrische stoornis
Na confrontatie met ZVG, worden verschillende emoties gezien zoals boosheid, angst of
machteloosheid
1.1 Diagnostische overwegingen [DSM-V]
Sprake van zelfbeschadiging wanneer:
Persoon zichzelf in afgelopen jaar op vijf of meer dagen opzettelijk een letsel heeft
toegebracht aan het eigen lichaamsoppervlak zonder suïcidale intentie (criterium A)
Bovendien verwacht de persoon die zichzelf beschadigt minstens één van de volgende
effecten van het gestelde gedrag (criterium B):
Afnemen van negatieve gevoelens,
Oplossen van interpersoonlijk conflict,
Opwekken van positieve gevoelens.
Zelfbeschadigend gedrag gaat minstens samen met één van volgende kenmerken
(criterium C):
Interpersoonlijke conflicten of negatieve gevoelens of gedachten,
Er is een periode van preoccupatie met het beoogde gedrag,
De persoon denkt frequent aan zelfbeschadiging, ook wanneer hij/zij er niet naar
handelt.
Zelfbeschadiging heeft als gevolg: significante lijdensdruk of beperking in het
functioneren (criterium E)
1
, Zelfbeschadiging kan niet verklaard worden door andere psychische of somatische
aandoeningen (criterium F)
Deze criteria kunnen gemeten worden door de Clinician-Administered NSSI Disorder Index
gemiddelde afnametijd is 15 minuten
a.d.h.v. dit instrument kunnen verschillende methoden van zelfbeschadiging in kaart
worden gebracht
1.2 Prevalentie
Prevalentie (algemene bevolking, die dit jaar aan zelfverwondend gedrag heeft gedaan)
= 7 % van adolescenten
= 3 % van volwassenen
Levensloopprevalentie in niet-klinische populaties
= 18 % bij adolescenten
= 13 % bij jongvolwassenen
= 5 % bij volwassenen
Levensloopprevalentie in klinische populaties = 40-80 % (met verhoogde risico’s indien
persoon lijdt aan borderline, een eetstoornis of schizofrenie).
Toename in jonge adolescentie (vanaf 13 jaar) en afname in late adolescentie (vanaf 17 jaar)
Startleeftijd na de 18-jarige leeftijd komt voor bij minder dan 10 % van de gevallen, en slechts
7,5-8 % voor de leeftijd van 12 jaar
jonge startleeftijd (jonger dan 12 jaar) is een belangrijke voorspeller van ernstigere en
frequentere zelfbeschadiging + vergroot bovendien kans op latere suïcidepogingen en behoeft
daarom vroegtijdige preventie en detectie
Meta-analyse:
Voornamelijk bij zeer jonge adolescenten en in klinische populaties
Vrouwen > mannen
wel verschil van methoden: vrouwen rapporteren vaker krassen en snijden, terwijl
mannen vaker tot bloedens toe slaan
2
,1.3 Betekenis en functie van zelfbeschadiging
Zelfbeschadiging heeft verschillende functies
Intrapersoonlijke functies
worden het meest genoemd als reden; helpt hen om (voornamelijk negatieve) emoties
en gedachten die als ondraaglijk worden ervaren, te reguleren zoals verdriet, pijn, angst,
wanhoop, eenzaamheid, onzekerheid, schuld en schaamte
gedachten die vaak beschreven worden, zijn zelf-beschuldigende en zelf-
veroordelende gedachten zoals niets waard zijn en zelf de schuld zijn van hun aangedane
leed (= negatieve bekrachtiging; zorgt voor directe afname negatieve gevoelens)
zelfbeschadigend gedrag kan ook positief gevoel oproepen, vaak bij mensen waarbij
het contact en controle over zichzelf is kwijtgeraakt zoals bij depersonalisatie of
dissociatie
Interpersoonlijke functies
heeft eerder een sociale en communicatieve betekenis in tegenstelling tot de
intrapersoonlijke functies
sommigen beschadigen zichzelf omdat dit voor hen de enige manier is om aan te
geven aan hun omgeving dat zij het heel erg moeilijk hebben en hulp nodig hebben
negatieve bekrachtiging: als zelfbeschadiging tot het beëndigen van een situatie leidt
die als negatief wordt ervaren of waarbij de zelfbeschadiging voorkomt dat deze ontstaat
(bv. beëindigen van conflict of voorkomen dat iemand weggaat)
Vier-functie-model (Nock en Prinstein, 2004)= de gebeurtenissen die direct voorafgaan aan
de zelfbeschadiging in combinatie met het directe gevolg, worden in dit model gebruikt om de
functies te beschrijven
Intrapersoonlijke negatieve Interpersoonlijke negatieve
bekrachtiging: bekrachtiging: afname van negatieve
Onmiddellijke afname van negatieve sociale gebeurtenis (pesten/ruzie)
gedachten/gevoelens (verdriet, spanning)
Intrapersoonlijke positieve bekrachtiging: Interpersoonlijke positieve bekrachtiging:
toename positieve gedachten/gevoelens toename/ontstaan positieve sociale
(weer levend voelen na dissociatie) gebeurtenis (aandacht, steun)
Zelfbeschadiging is complex gedrag, waarbij de verschillende functies naast elkaar kunnen
bestaan en elkaar kunnen afwisselen, maar ook tegelijkertijd kunnen spelen
zo kan iemand zichzelf beschadigen omdat er veel emoties opgebouwd zijn en er
tegelijkertijd een heftige ruzie plaatsvindt met een geliefde persoon
3
, 1.4 Risicofactoren
Rol van neurobiologische elementen
zelfbeschadiging heeft een emotie-regulerende werking, wat wordt bevestigd door
hersenonderzoek
pijnperceptie is significant lager bij mensen die zichzelf beschadigen
Vijf risicofactoren:
Comorbiditeit
Emotieregulatie en copingvaardigheden
Identiteit en zelfbeeld
Persoonlijkheidskenmerken
Sociale stress
1.4.1 Comorbiditeit
Hoge comorbiditeit met:
Indirecte zelfbeschadiging (zoals drugs- en nicotinegebruik, seksueel risicogedrag,
afwijkende eetgewoonten en roekeloos gedrag)
Internaliserende problematieken (zoals depressie)
Bordeline-persoonlijkheidsstoornis
Eetstoornissen
1.4.2 Emotieregulatie en copingvaardigheden
Ontoereikende emotieregulatie en copingvaardigheden worden naar voren geschoven als in
stand houdende mechanismen van zelfbeschadiging
zelfbeschadiging wordt dan vaak gezien als maladaptieve vorm van omgaan met emoties,
stress en frustratie, waardoor jongeren onvoldoende leerervaringen opdoen met adaptieve
copingvaardigheden (er ontstaat dan gevoel van controle en rust, maar dit houdt slechts kort
aan waarna gevoelens van schaamte en schuld ontstaan, en er dus vicieuze cirkel ontstaat)
Heeft bovendien direct regulerend effect waardoor motivatie tot stoppen laag is
Ook ruminatie is cruciale in stand houdende factor en moderator tussen stress en
zelfbeschading
4