H01: De preoperatieve fase
1. De operatiepatiënt
1.1. De preoperatieve screening
Deze gebeurt vaak poliklinisch:
- Kennismaking
- Anamnesegesprek afnemen
- Lichamelijk onderzoek ® RX, ECG, bloedafname, longfunctie, …
Doel ® bepalen gezondheidstoestand en grootte van de risico’s verbonden aan de operatie.
Keuze anesthesie is afhankelijk van:
- Resultaten onderzoeken
- Aard van de ingreep
- Keuze van de patiënt
® locoregionale of algemene anesthesie (altijd nuchter!)
Nuchter = niet eten, drinken of roken
- Tot 6u voor OK ® lichte maaltijd
- Tot 2u voor OK ® alleen heldere vloeistoffen
Aspiratie leidt tot ernstige luchtweginfecties, pneumonie, langdurige beademing en de dood.
1.2. Opname op de verpleegafdeling
1.2.1. Opnamegesprek
- Controle patiëntengegevens met EPD
- Aanbrengen polsbande (naam, datum, patiëntennummer en unieke barcode) ® bevraag patiënt correctheid
- Identificatie bed door middel van een klever
- Actieve bevraging van de te opereren plaats + markeren aan de hand van een pijn (verantwoordelijkheid van de
chirurg)
- Allergie ® extra polsbandje in een andere kleur
o AB
o Jodium
o Anesthetica
- Naam en telefoonnummer van een contactpersoon
- Medicatiegebruik stoppen?
o Diabetes insuline?
o Bloedverdunners?
- Nuchter?
- Uitleg over de procedure rondom de operatie
o Duidelijke taal!
o Reduceert angst en stress ® betere medewerking, rustiger post-op wakker worden
- Inrichting kamer (waar wakker worden?)
- Huisregels afdeling/ziekenhuis
,1.2.2. Informed consent
= een wettelijk document, dat de patiënt ondertekent, en waarin hij te kennen geeft dat hij/ zij alle aspecten, betreffende
zijn specifieke ingreep, begrijpt.
Deze moet zeker bevatten:
- Verklaring van de procedure met alle risico’s
- Of er alternatieven zijn
- De mogelijkheid bieden om vragen te stellen betreffende de procedure
- Ze moet geschreven zijn in een taal die de patiënt begrijpt
1.2.3. Hygiëne en veiligheidsmaatregelen
- Sieraden (hygiëne en diathermie (= het toedienen van warmte door middel van stroom))
- Wat los zit (gebit, bril, hoorapparaat)
- Make-up, nagellak
- Hygiëne (geen eigen kledij), eventueel onderbroek
o Snel en eenvoudig te verwijderen
o Haren ® operatiemuts
- Bed
o Etiket van de patiënt aangebracht
o Hygiënisch in orde
o Infuusstandaard
o Decubituspreventie
Reinigen van de operatiestreek ® preoperatief wassen vermindert het aantal bacteriën gevoelig
- Operatiestreek is voldoende bij hygiënische patiënt
- Aandacht voor navel, nagels, pubisstreek en huidplooien
- Spoedingreep, extra aandacht op OK van properste naar vuilste
1.2.4. Overige
- Controle vitale parameters (zeker geen temperatuursverhoging?)
- Uitplassen
- Laxeren
- Inspectie operatiegebied
- Compressiekousen bij langdurige ingreep ® meten en aantrekken preoperatief
- Premedicatie?
o Als afdeling een seintje krijgt van OK
o In bed blijven!
Vervoer OK ® steeds 1 verpleegkundige
1.3. Aankomst op het operatiecomplex
Overdracht van de afdelingsverpleegkundige aan OK-medewerker ® verplicht STOP moment! (indien voldoende
ruimte aanleggen ECG-elektrodes, BD-manchet, infuus plaatsen)
Indien OK gebruiksklaar is, kan de patiënt naar de operatiekamer.
Overdracht van OK-medewerker aan anesthesist ® verplicht STOP moment
,Taken van de omloopverpleegkundige preoperatief:
Voorbereiding operatiekamer ® voorbereiding patiënt ® hulp anesthesie ® installatie patiënt ® voorbereiding
operatiestreek ® hulp bij steriel kleden.
Time-outprocedure = voordat de patiënt daadwerkelijk geopereerd wordt, vindt er een structureel overleg plaats tussen
operateur en anesthesioloog en OK-personeel. Dit overleg dient op de operatiekamer, vóór de start van de anesthesie
plaats te vinden in de aanwezigheid van de patiënt. De operateur is ervoor verantwoordelijk dat het stopmoment
wordt uitgevoerd en vastgelegd.
1.3.1. Anesthesiologische inleiding
= patiënt installeren voor algemene of plaatselijke verdoving.
Assisteren van de anesthesist:
- Blijf naast patiënt tijdens inductie (random bewegingen)
- Stel patiënt gerust, geef info
- Stilte
- Patiënt toedekken
- Benen naast elkaar ® circulatie benen behouden (benen kruisen geeft druk)
1.3.2. Andere voorbereidingen (na anesthesie)
- Plaatsen maagsonde, verblijfsonde
- Scheren/ontharen?
- Aanleggen tourniquet
1. Scheren/ontharen
Contra: wondjes ® ontsteking ® postoperatieve wondinfecties
Pro: haartjes bevatten veel bacteriën, kleefpleister kleeft beter, minder pijnlijk bij verbandwissel
® meningen en studies spreken elkaar tegen betreffende het nut van preoperatief scheren.
Aandachtspunten bij scheren (clipping):
- Zo kort mogelijk voor de aanvang van de operatie te gebeuren
- Tondeuse met een verwisselbare scheerkop
- Alle losse haren verwijderen (losse haren in de wonde!)
2. Aanleggen tourniquet
Door het aanleggen en insuffleren van een bloedleegteband of tourniquet om een ledemaat, kan een operatie
onder bloedleegte worden uitgevoerd.
Doel:
- Het bloedverlies wordt beperkt
- Beter zicht op het operatiegebied peroperatief
- Reductie operatietijd
Benodigdheden:
- Onderlaag ® stockinet kous (niet rechtstreeks op huid)
- Manchet of knelband ® aangepast aan de hand van het lidmaat om gelijkmatige druk verdelen
, - Elektrisch of pneumatisch toestel
o Druk kan zeer precies geregeld worden
o Automatische tijdsregistratie ® MAX 2u (afvalstoffen moet afgevoerd worden en er moet
oxygenatie van het weefsel zijn ® pauze 15 min)
o Eventueel 2 banden tegelijkertijd
- Esmark of zwachtel van martin of rolspalk ® richting hart stuwen
Druk bepalen ® afhankelijk van de bloeddruk van de patiënt:
- Arm ® systolische druk + 50 – 75 mmHg (max 250 mmHg)
- Been ® systolische druk +100 – 150 mmHg (max300mmHg)
Aandachtspunten:
- Eerst AB geven zodat de arm dit ook krijgt
- Overleggen steriel/niet steriel zwachtelen in functie van tijdswinst
- Beschermlaag aanbrengen (aanpassen dikte arm of been)
- Aangepaste knelband
- Eventueel in kniesteun leggen, hoogstand (bv open breuk)
- Esmark of rolspalk gebruiken: bloedleegte
- Manchet opblazen: juiste druk! Timen!
- Na ontsmetten: controle ontsmettingsstof onder knelband? (irritatie, verweekt weefsel)
- Na 2u pauze inlassen
- Sluiten wonde en aanleggen drukverband
- Langzaam bloedleegte opheffen
o Verwittigen anesthesist
o Bloeddruk val kan ontstaan!
1.4. De acute operatiepatiënt
Meerder voorbereidingen kunnen niet toegepast worden:
Zoals eigen kledij op OK en niet nuchter
- Trendelenburg of anti-Trendelenburg
- Braken ® zijligging
- Uitoefenen cricoïddruk (Sellick-manoeuvre) tijdens inleiding
o Tijdens intubatie voorkomen vloeistof maag naar longen
o Op kraakbeenringen duwen waardoor de slokdarm dichtgeduwd wordt
2. Houdingen en liggingen
Doel?
- Operatiegebied zichtbaar maken
- Optimale toegankelijkheid tot het OK-gebied
- Bereikbaarheid anesthesie ® respiratoire en circulatoire functies behouden
- Maximale comfort voor de patiënt
o Geen hinder aan neuromusculaire functies
o Preventie van doorligwonden
Rekening houden met:
- Aard van de ingreep
- Toestand van de patiënt
- Wens van chirurg en anesthesist (overleg) ® rug, buik en zijligging