Fysieke revalidatie volwassenen
Inleiding
Senso
Zintuigen Cognitie
Motorisch
Exteroceptie en Verwerking
Kracht, tonus en
proprioceptie Proprioceptische mobiliteit
Pijn Afferente baan pijn Efferente baan
Stoornissen in
Horen, zien, ruiken, voelen,
proeven Functietraining
functionaliteitstraining
Vb: voelen repetitief prikkels (DOEL)
laten ervaren in juiste gradatie
om vandaaruit een coping Functietraining, vb: bij
strategie te kunnen voelstoornissen eerst
ontwikkelen = focussen op kracht zodat er
Functietraining (repetitief daarna gewerkt kan worden
analytisch) aan het voelen
Doel =
functionaliteitstraining
Iemand met specifieke aandoening waar is de aandoening gesitueerd? Input,
verwerking of output?
We willen zo snel mogelijk van de functietraining af, we willen werken aan de
functionaliteitstraining wanneer stoppen we met functietraining?
- Als je bereikt hebt wat je wilt bereiken
- Overbelasting
- Repetitief is te saai
- Als je op het plafond zit
We schakelen over als we voldoende functie aanwezig hebben om aan de
functionaliteitstraining te starten, of als er geen verbetering meer is bij de
functietraining
Overstap naar functionaliteitstraining versnellen door:
- Hulpmiddelen Zodra het mogelijk is, deze opnieuw achterwege laten
- Assistentie
- Compensatie
- Aanpassingen
Ongeacht of men een haalbaar doel heeft of niet, dit moet altijd meegenomen
worden in het handelingsplan. Zo kan er tijdens de functietraining gepraat,
nagedacht, gewerkt worden aan… tot het punt wanneer het duidelijk wordt dat
iets niet gaat lukken ongeacht wat er in het handelingsplan staat, we starten
ALTIJD met functietraining
,Verschillende niveaus binnen de informatieverwerking
- Archi = strikt geautomatiseerde handelingen – bv: babyreacties; kan niet
kiezen om iets te doen
o Ontwikkeld zichzelf voor de geboorte
o Neuroanatomische structuur verbonden aan archiniveau =
ruggenmerg
- Paleo = complex geautomatiseerde handelingen – bv: stappen en praten
o Ontwikkeld zichzelf rond de geboorte (0 tot 2 jaar)
- Neo = hogere cognitieve functies – executieve functies – bv: plannen
o Ontwikkeld zich na de geboorte (later dan 2jaar)
Methodisch handelen
Zo klein mogelijke kans om iets te vergeten
Acute fase
↓
Therapeutische fase
↓
Verdergezette therapeutische fase
Dwarslaesie
= Beschadiging aan het ruggenmerg, veroorzaakt door een trauma, ziekte of
degeneratief proces ter hoogte van het Archiniveau (verwerking)
Afdalende motorische banen raken beschadigd waardoor er onder de
beschadiging een verlamming ontstaat + onderbreking opstijgende sensibele
banen die verlies van gevoel veroorzaken uitgesproken sensomotorische
stoornis, met uitval gerelateerd aan de hoogte en de al dan niet volledigheid van
het letsel
Afname van spiertonus in de delen waar de prikkels niet meer toekomen geen
mogelijkheid tot contractie
Mogelijkheid tot neurologisch herstel voor 1 neurologisch segment lager dan het
letsel door plasticiteit van de hersenen vb: taken van C6 kunnen soms deels
opgenomen worden door C5 tijdens de functietraining om motorisch niveau
ook focussen op functies van een dermatoom lager.
Paralyse = verlamming, parese = onvolledige verlamming, paraplegie =
verlamming onderste ledematen tetraplegie = verlamming bovenste en onderste
ledematen
Functietraining
Waarom: hoe beter een functie werkt, hoe vlotter de functionaliteit komt
Belangrijk: meenemen in het minst geringe herstel, via assessments die kleine
vooruitgang in kaart kunnen brengen succeservaringen zorgen voor motivatie
Gerichte repetitieve analytische oefeningen om vooruitgang te boeken
Grijpen oefenen, pro- en supinatie oefenen, spellen spelen
, Voelen en proprioceptie is belangrijk om aandacht aan te geven grote
impact op functioneren Door verschillende materialen aan te bieden mensen de
kans geven om terug te kunnen voelen. Overgangen tussen zones die wel en niet
geïnnerveerd worden, terug leren voelen aan eigen ledematen… re-educatie =
opnieuw leren voelen
Functionaliteitstraining
Activiteiten uitvoeren
- Cliënt meenemen in wat de doelgerichtheid van de activiteit is
- Vb: naar de winkel gaan doel = rolstoeltraining, niet winkelen
Taak van de ergo bij dwarslaesie
Dwarslaesie = acute aandoening aan het CZS met typische sensomotorische
problemen; probleem aan het ruggenmerg
Belangrijk: compleet of incompleet? Hoogte aandoening?
Acute fase
Dwarslaesies zijn vaak gevolg van een trauma in het ziekenhuis – afdeling
acute dienst/hospitalisatie
- Wervelkolom moet zo snel mogelijk gestabiliseerd worden
- Ademhaling als aandachtpunt Boven T8 vaak
ademhalingsondersteuning nodig
- Cardiovasculaire instabiliteit met mogelijke shock moet nabij opgevolgd
worden
- Herstelfase RUST, lichaam is in shockfase en moet balans terugvinden
- KENNISMAKING
- Zorgen dat hetgeen dat wel mag/kan bewegen, effectief kan bewegen;
mensen ACTIVEREN; Simpele oefeningen om terug in beweging te geraken
- FUNCTIETRAINING sensibiliteit, proprioceptie, spierkracht, mobiliteit…
van de spieren die wel geïnnerveerd worden, afhankelijk van de hoogte
van het ruggenmerg
o Spinale schok = overbelasting van hetgeen dat niet aangedaan is
- VOORKOMEN VAN ERGER; Mobiliserende oefeningen in de aangedane
delen (door kiné); voorbeelden van ‘erger’
o Contacturen, ontsteking, psychosociale problemen, decubitus
- INVENTARISERING VAN PROBLEMEN
- HULPMIDDELEN/AANPASSINGEN
- ROLSTOEL OF LOOPHULPMIDDELEN AANBEVELEN
- Transfers
- Preventie decubitus: positionering, beperkte opzittijd, antidecubituskussen
en -matrassen
- Blaas- en darmmanagement: intermittente katheterisatie bij urineretentie
en rectale stimulatie
Therapeutische fase ERGO!
Revalidatiecentrum
- ADL-TRAINING, ZELFZORG; eten, gezichtsverzorging, douchen, kleden,
toilet…