Microbiologie = Wetenschap die organismen bestudeert die enkel met microscoop te zien zijn (MO).
Klassieke microbiologie:
Micro-organismen in de natuur, de fysiologie en de voortplanting van micro-organismen, invloed op
mensen + hun natuurlijk verband met ziekten.
Medische microbiologie:
Wetenschap die zich bezig houdt met de studie v micro-organismen die de mens ziek kunnen maken
en die voor de mens van direct belang zijn.
Bekende micro-organismen:
Bacteriën
Protozoa (= 1-cellige eukaryoot + het is de eenvoudigste)
Schimmels
Virussen
Wormen
1.1. Indeling van micro-organismen
Alle levende wezens bestaan uit cellen = kleinste onafhankelijk
Celkern met meerdere chromosomen
1 chromosoom + Celwand
Geen celkern (nucleoïd)
2. Bacteriën
Reden voor hun blijvend bestaan aanpassingsvermogen + metabolisme - delingsvermogen
omdat ze sterk afhankelijk zijn van hun omgeving (aanpassen aan wisselende beschikbaarheid van VS).
Snelle metabole ritme , levensduur en delingstijd v/d bacterie bedraagt niet langer dan 15 min.
Snelle celdeling (exponentiële functie): 1 bacterie deelt zich in 2, 2 deelt zich ook in 2
1.
2.
2.1. Bouw van bacteriën
Een bacteriële cel kunnen we onderverdelen in 5 delen: EXAAM (gaat over prokaryoten)
1) De kern (geen echte celkern , maar zweeft door cytoplasma)
2) Het cytoplasma (met ribosomen)
3) Het cytoplasmamembraan
4) De celwand
5) Uitwendige structuren
Kapsel
Flagellen
Pili (fimbrae)
Spore
Het inwendige v/e bacterie bestaat uit cytoplasma met onder andere het DNA. Het cytoplasma wordt
omgeven door celmembraan. Bij meeste bacteriesoorten zit omheen een celwand o.b.v. peptidoglycaan. Veel
bacteriën kunnen om de celwand nog een kapsel of een slijmlaag of celenvelop hebben. Bacteriën kunnen
verder uitsteeksels hebben aan de buitenkant in vorm van flagellen en/of pili.
2.1.1 De kern (4)
Bevat geen kern, erfelijk materiaal zweeft rond cytoplasma.
2
, DNA neemt 10% volume in = dubbeldradig circulair DNA streng.
Regio v/h cytoplasma waar DNA zich zal bevinden nucleoïd.
Plasmiden of episomen: losse fragmenten DNA in cytoplasma (vooral gramnegatieve bacteriën):
o Kunnen gen bevatten dat penicillinase codeert (=enzym dat penicilline afbreekt).
o Zijn extra-chromosomale elementen + circulair supercoiled chromosoom geen gen voor coderen
van essentiele functies, wel voor overleving.
o Via plasmiden kan genetische info tussen bacteriën onderling en tussen verschillende soorten
worden uitgewisseld.
o Via plasmiden kunnen eigenschappen die zorgen voor resistentie tegen AB worden doorgegeven.
o Plasmiden worden ook ingezet voor genetische modificaties.
2.1.2 Het cytoplasma (3)
Grootste deel v/d cel bestaat uit cytoplasma dat vooral bestaat uit water + is eenvoudig in opbouw.
Bestaat uit:
o enzymen die belangrijk zijn voor afbraak van basisstoffen.
o Allerlei ionen en chemische stoffen die bacteriën nodig hebben voor hun cellulaire huishouding.
o Ribosomen (worden gebruikt als herkenning en doelwit voor antibacteriële producten).
Ribosomen van eukaryoten zijn anders in opbouw.
Cytoplasma bevat geen endoplasmatisch reticulum of mitochondriën.
2.1.3 Het cytoplasmamembraan/celmembraan (5)
We treffen fosfolipidendubbellaagstructuur (= dubbele vetlaag met aan weerszijde eiwit laag).
Geen sterolen (= organische moleculen die verstevigende functie voor cel hebben)
cytoplasmamembraan minder stevig en hard.
Is complexer dan bv eukaryoten. Ze moeten verscheidene functies overnemen .
Belangrijkste functies door ontbreken van organellen:
o Opname voedingsstoffen uit het milieu.
o Ademhaling van de cel.
o Biosynthese (opbouw) van structurele moleculen (DNA en eiwitten).
Door aanwezigheid van enzymen, ionen en andere opgeloste stoffen heerst een hoge osmotische
waarde (inwendige druk): omdat celmamembraan zwak is (geen sterolen) zouden bacteriën
openbarsten door hun hoge inwendige druk.
2.1.4 De celwand
Geeft bacterie zijn vorm en stevigheid.
Contactplaats tussen bacterie en buitenwereld.
Is opgebouwd uit lange suikerketens die d.m.v. kleine peptiden (AZ-ketens) aan elkaar gekoppeld zijn =
peptidoglycaan (zorgt voor stevigheid en vorm v/d bacteriecel.
Peptidoglycaan komt nergens anders in natuur voor als celwand.
AB penicilline werkt het beste tegen de peptidoglycaansynthese
2.1.5 Uitwendige structuren (4)
Kapsel of slijmlaag
Omgeeft de cel als een kapsel en beschermt tegen externe bedreigingen (bv fagocyten)
Flagellen (3)
o Zweepdraden, lange beweeglijke draden (filamenten) bestaande uit eiwitten
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper iremgurbuz. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.