Communicatiewetenschappen I
Hoofdstuk 1: inleiding
Communicatiewetenschappen: een academische discipline?
=> negatieve associaties bij communicatiewetenschappen
- Geen echte wetenschap Geen toekomst
- Triviaal - Triviaal
- Efemeer - Onaantrekkelijk voor werkgevers
- Leentjebuur
- Containerdiscipline
- Lichtgewicht
A-historisch
- Focus op de waan van de dag; moral panics
- Medium- of technologie-geöriënteerd
Communicatiewetenschappen – een Mickey Mouse wetenschap?
- Onwetendheid en misrepresentatie
- Media en communicatieprocessen Steeds doordringender in samenleving en het dagelijkse
leven => Mediatisering
- Media als startpunt voor maatschappelijke vraagstukken
- Complexiteit en multipliciteit: materieel en ideëel
o Materieel: het tastbare bv computer, gebouwen
o Ideëel: niet tastbare => de wereld van het ideeën: films, programma’s, inhoud die
verspreid wordt op sociale media.
▪ Interessante Vragen bij stellen: bv welke beelden worden geselecteerd in het
nieuws
o Materieel en ideëel hangen samen
- Multi- en interdisciplinair
- Dynamisch en (zelf-)kritisch
- Historische reflex en toekomstgericht
- Jobmogelijkheden
Moeilijke afbakening, open grenzen
- Diversiteit
- Fragmentatie => veel verschillende delen (bv marketing, economisch,..)
- Beperkte integratie
- Interdisciplinariteit => meerdere disciplines gebruiken
- Jonge wetenschap
- Academische marginaliteit?
- Nederigheid
- Flexibiliteit
- Intellectuele creativiteit
- Interdisciplinariteit
- Dynamisch
- Incontournable
,Centrale en terugkerende thema’s
1)Macht
=> Media, macht en ongelijkheid
- Media hebben ambigue positie t.o.v. maatschappelijke machtssectoren
- Media instrument in handen van machtselite
o Media zijn machtsinstrumenten en kunnen potentieel (een grote) invloed
uitoefenen
o Media hebben economische kost/waarde en zijn een object van competitie voor
controle en toegang
o Media zijn niet voor allen op gelijke manier voorradig (bv Hollywood vs. Belgische
filmindustrie => andere macht)
o Media zijn onderhevig aan politieke, economische en juridische regulering
- Media kunnen echter ook machtsposities ondergraven: macht en tegenmacht
Media, macht en ongelijkheid Macht: dominante tegenover pluralistische media
,Bv
- De warmste week => centripetaal => Het idee van de warmste week is een event waar
iedereen samenkomt om te luisteren naar daar. Mensen dragen samen bij om geld te
verzamelen voor het goede doel.
- Internet => centrifugaal => positief => bied veel vrijheid want internet is breed/ negatief =>
bv cyberbulling
- games => centrifugaal => spelers vaak positief, niet spellers pessimistisch (bv gamen is niet
goed, gewelddadig, afsluiting)
Media, sociale verandering en ontwikkeling
- Media oorzaak of gevolg van sociale verandering? => vragen:
o Hoe verhoudt communicatie(technologie) en media-inhoud ...
o zich tot distributie van / verschillen in waarden, perspectieven, praktijken, ...
o en maatschappelijke verandering?
- Motor van verandering of reflectie van bestaande structuren?
- Ambivalentie (=bv media is vaak conservatief zijn, maar soms ook revolutionair om dingen in
de maatschappij te veranderen)
=> Boom en doom; progressief of conformistisch; modernisering of afhankelijkheid?
~ Determinisme: technologisch / mediadeterminisme of maatschappijcentrisme
- Boom visie= het wordt beter (bv via het internet wordt ons leven makkelijker
- Doom visie = het word allemaal slechter (bv internet gaat ons steeds meer en meer
manipuleren)
- Progressieve dynamiek = > bv door media gaan vrouwen de motivatie krijgen om ook een
dominante rol na te streven
- Conformistisch => bv media die nog veel stereotypes bevat
Dubbele dimensie van media
- Ambivalentie en complexiteit van media
o Ambivalentie = je wilt iets, en je wilt het tegelijkertijd ook niet
- Dubbele dimensies of ‘aard’ van media
o Twee dimensies die fundamenteel van elkaar verschillen, maar ook gelijken.
Materiële dimensie (tastbaar)
- Macro perspectief
- Economisch
- Maatschappelijk
- Structureel
Media zijn industrie in een bepaalde politiek-economische organisatie
Wat media gaat doen wordt door grote maten bepaald door bv wie het economisch te
zeggen heeft. Groepen die heel machtig zijn.
Immateriële dimensie => Aandacht voor zowel materiële als immateriële aspecten van media nodig
- Niet tastbaar
- Cultureel
- Ideëel (boodschap, wereld van ideeën)
- Geestelijk
Media zijn producten, maar bijzondere: betekenissen
, Materiele dimensies kunnen invloed hebben op de immateriële dementie (wat de inhoud is van de
media) deze kunnen op hun beurt ook invloed/dingen te weeg brengen op de materiële dimensies
Dubbele dimensie van media – typologie
In deze typologie staan er twee vragen centraal:
- Bepaalt de cultuur de maatschappelijke structuren?
- Bepalen maatschappelijke structuren de cultuur?
Materialisme
- (Massa)media zijn onderdeel van de sociale structuur
- Cultuur is afhankelijk van de economische structuur en
heersende machts(on)balans
- Marxistische perspectieven
- Macht, eigendom en controle van media bepalend voor
sociale verandering
Bv => in Rusland in de media niet vrij. Ze staan onder controle. Als je kritiek hebt ga je de gevangenis
in. dus heel materieel. De inhoud wordt bepaald door sociale structuren.
Idealisme
- Cultuur staat (relatief) autonoom tegenover de
economische structuur en heersende machts(on)balans
- Media enorm potentieel om effecten te ressorteren
(zowel ten goede als ten kwade)
- Ideeën en waarden doorgegeven via media-inhouden
of -technologie zijn oorzaken van sociale
verandering (ongeacht wie bezit of controleert)
Bv media zelf kan een impact hebben ten aanzien van de maatschappelijke structuren. Dus niet de
macht, maar de inhoud zelf die effecten kan hebben op de maatschappelijke structuren.
Bv een pano rapportage over grensoverschrijdend gedrag. Dit heeft bv een meldpunt gecreëerd,
heeft mensen doen ontslagen,..
Bv de genocide in rwanda => de radio zorgde er voor dat mensen elkaar gingen vermoorden.
Idealisme = een idee. Vanuit een idee.