DEEL 2 (Atypische ontwikkeling)
Handelingsproblemen bij kinderen
met ADHD
LESDOELEN
De student omschrijft ADHD aan de hand van een definitie.
De student kent de DSM-5 criteria van ADHD.
De student kent en beargumenteert het verschil tussen een categorische of
dimentionele diagnose.
De student beschrijft de invloed van ADHD op het handelen van de kleuter, het lager
schoolkind, de adolescent en de volwassene.
De student legt het begrip ‘zelfregulatie’ uit aan de hand van de verkregen theorie.
De student kent de vier verklaringsmodellen rond ADHD en kan deze verduidelijken
aan de hand van een casus.
De student kent en stelt het transactioneel ADHD model grafisch voor.
De student legt het 4-factorenmodel uit
De student somt de comorbiditeiten met ADHD op.
De student heeft kennis van de bestaande richtlijnen rond ADHD.
De student raadpleegt de richtlijnen en beschikbare literatuur rond ADHD zoals
weergegeven in de referentielijst van de cursus.
De student motiveert waarom de diagnosestelling een multidisciplinair gegeven is.
De student verduidelijkt en motiveert waarom een ergotherapeut best betrokken is
binnen de ondersteuning van een cliënt met ADHD.
De student heeft kennis van verscheidene meetinstrumenten die gehanteerd worden
binnen het onderzoeksproces.
De student kent en beschrijft risico- en beschermende factoren
INHOUD
Geschiedenis
What’s in a name
ADHD neuropsychologisch verklaren
Risico- en beschermende factoren
Prevalentie en comorbiditeit
Gevolgen voor functioneren
1
Handelingsproblemen – ADHD – les 2- 21/04/2021
, Assessment
DEEL 1: INLEIDENDE TEKST
Let me see if Philip can be a little gentleman. Let me see if he is able to sit still for once at table. Thus,
papa bade Phill behave, and mamma looked very grave. But fidgety Phill, he won’t sit still; he
wriggles, and giggles, and then, I declare, swings backwards and forwards, and tilts up his chair. Just
like any rocking- horse “Phillip! I am getting cross!” See the naughty, restless child, growing still more
rude and wild, till his chair falls over quiet. Philip screams with all his might, catches at the cloth, but
then that makes matters worse again. Down upon the ground they fall, glasses, plates, knives, forks,
and all. How mamma did fret and frown, when she saw them tumbling down! And papa made such a
face! Philip is in sad disgrace. Where is Philip, where is he? Fairly covered up you see! Clash and all
are lying on him; he has pulled down all upon him. What a terrible to do! Dishes, glasses, snap in two.
Here a knife, and there a fork! Philip, this is cruel work. Table all so bare, and ah! Poor papa, and poor
mamma, look quite cross, and wonder how they shall have their dinner now (Hoffman, 1845,
geciteerd in Hammerness, 2009, p.6)
DEEL 2: GESCHIEDENIS, WHAT’S IN A NAME EN ADHD
NEUROBIOLOGISCH VERKLAREN
KENNISCLIP 1 BEKIJKEN
Geschiedenis – evolutie
1. Heinrich Hoffman 1845: ‘ZappelPhillip Syndrome’
o Oorsprong eind 19de eeuw- begin 20ste eeuw
2. Hyperkinetic Disorder
o Hyperactiviteit vooral bij kinderen met encephalitis (= acute ontsteking
hersenweefsel)
Toch al een verklaring gezocht in de hersenen
3. Minimal Brain Damage/ Minimal Brain Dysfunction (Jaren ’60)
o Cerebrale oorzaak – oorzaak ligt in de hersenen
Schade/ disfunctioneren van het brein
4. Deficits in Attention, motor control and perception
5. ADHD (vanaf de DSM-3 in 1987)
o DSM-5 in 2013 en spreekt nog steeds van ADHD
2
Handelingsproblemen – ADHD – les 2- 21/04/2021
, De diagnose van ADHD kan eigenlijk enkel gesteld worden indien dat er over beweeglijkheid,
concentratieproblemen of impulsiviteit gesproken wordt en heel belangrijk dat dat niet
leeftijdsadequaat is en dat het dagelijks handelen zodanig verstoort is dat het kind, de
jongere of de volwassene een soort van participatieprobleem krijgt. Dat er dus een
disfunctioneren is door ofwel die onoplettendheid of door die bepaalde hyperactiviteit en of
impulsiviteit.
+ Filmpje op Youtube
What’s in a name? – wat betekent ADHD concreet?
Het filmpje (verhaal van de mensen) is interessant gezien dat wij als ergotherapeut zeer
cliëntgericht werken, maar daarnaast is het ook belangrijk om te weten van wat de
theoretische achtergrond is achter ADHD.
Neurobiologische ontwikkelingsstoornissen
o = Stoornis die zich manifesteert in de loop van de ontwikkeling van een
individu en heel vaak is dat al op jonge leeftijd
Gedragsdiagnose
o Omdat het een vaststelling is van observeerbare gedragspatronen die
gekenmerkt worden door vb. overmatig druk zijn.
Dat gedrag moet disproportioneel zijn met de ontwikkelingsleeftijd
Moet pervasief zijn (= aanwezig zijn in verschillende contexten) en
leidt tot disfunctioneren en niet verklaarbaar door andere
psychiatrische problematieken
Attention deficit hyperactivity disorder
o We spreken niet meer over ADD en ADHD (geen opsplitsing meer)
Je hebt wel 3 beelden binnen ADHD
ADHD is dimensioneel en dynamisch
Dimensioneel: Niet alle mensen met ADHD vertonen hun symptomen
op dezelfde manier. Er is een soort van ernstgraad die zich over
verschillende dimensies zich verspreid. Dus eigenlijk moet er een
bepaalde ernstgraad overschreden worden.
3
Handelingsproblemen – ADHD – les 2- 21/04/2021