Tweedeverblijvers willen rechtszaak aanspannen tegen enkele kustgemeenten
• is de taks voor tweede verblijven een belasting of een retributie? Verklaar je antwoord op basis
van welk grondwettelijk beginsel kan de belasting voor tweede verblijven aangevochten
worden?
o Belasting
o
• Waarom worden specifiek de gemeenten De Panne, Koksijde, Knokke-Heist en Middelkerke
geviseerd?
o Die gemeenten hadden gezegd dat tweedeverblijvers niet werden toegelaten in de
lockdown, omdat zij geen vaste inwoners zijn. Tweedeverblijvers zeiden maar we
moeten wel belastingen betalen en mogen niet komen?
Gemeentelijke milieubelasting en gelijkheidsbeginsel
• Onderstaand vonnis: zie cursus
o wie is de belasting heffende overheid?
▪ Gemeente
o Welk onderscheid werd in het belastingreglement gemaakt?
▪ Onderscheid tussen gezinnen met kinderen jonger dan 3 jaar en gezinnen met
geen of alleen oudere kinderen
o Waarom oordeelt de rechtbank dat het gelijkheidsbeginsel geschonden werd?
▪ Volgens de rechtbank wordt een gezin niet hulpbehoevend omdat ze net een
kind hebben van jonger dan 3 jaar
• Volgens rechtbank mag er geen onderscheid gemaakt worden
o Hoe kan de gemeente in de toekomst toch nog verminderingen toestaan zonder zich
dergelijke problemen op de hals te halen?
▪ Bv. duidelijkere kunnen omschrijven in een wettekst, andere criteria
gebruiken, geen twijfelachtige criteria gebruiken
1.4.4 Het monopoliebeginsel (art. 173 GW)
1.4.4.1 Wettelijke basis
Het vierde en laatste grondwettelijk beginsel is als volgt in de wet terug te vinden:
Art. 173 GW : Behalve voor de provincies, de polders en wateringen en de gevallen uitdrukkelijk
uitgezonderd door de wet, het decreet en de regelen bedoeld in artikel 134, kan van de burgers geen
retributie worden gevorderd dan alleen als belasting ten behoeve van de Staat, de gemeenschap, het
gewest, de agglomeratie, de federatie van gemeenten of de gemeente.
Het principe is vrij eenvoudig: alleen de instellingen die in artikel 173 van de Grondwet genoemd
worden, mogen belastingen heffen. Dit vormt een grote bescherming voor de burgers. Twee principes
treden hierbij op de voorgrond:
- een decentralisatie van het bestuur, waarbij de beslissingsmacht verdeeld werd over verschillende
beleidsniveaus
- de scheiding der machten, die zorgde voor een verdeling van de bevoegdheden.
De scheiding der machten behoort tot de algemene kennis van iedere student. De macht is verdeeld
over drie instanties: de wetgevende macht, de uitvoerende macht en de rechterlijke macht.
23
, • Alleen de instellingen die in art. 173 Grondwet genoemd worden, mogen belastingen heffen:
o De federale overheid
o De gemeenschappen, gewesten en agglomeraties
o De provincies
o De gemeenten en federaties van gemeenten
o De polders en wateringen
• Bespreek de opdracht van elk van deze machten (wat is hun functie?)
o Wetgevende macht: maakt wetten
o Uitvoerende macht: controleert of de wet ook wettelijk is
o Rechterlijke macht: controleert
• Zie je de band met het legaliteitsbeginsel? Wie mag de belastingwetten maken?
o Legaliteitsbeginsel stelt dat het handelen van een bevoegd gezag gebaseerd moet zijn
op een vooraf aanwezige bepaling. Bij scheiding der machten is dit het geval: de ene
stelt de wet op, de andere controleert ze en de laatste controleert of de wet ook
effectief wettelijk is
1.4.4.2 Nog een ‘specialleke’…
Misschien heb je bij het lezen van artikel 173 even de wenkbrauwen gefronst? Neen? Geen probleem,
hier komt de tekst nog eens: “Behalve voor de provincies, de polders en wateringen (…), kan van de
burgers geen retributie worden gevorderd dan alleen als belasting ten behoeve van de Staat, de
gemeenschap, het gewest, de agglomeratie, de federatie van gemeenten of de gemeente”.
Valt nu je euro? Inderdaad: de grondwettelijke beginselen zijn toch alleen van toepassing op de echte
belastingen… Waarom begint de wetgever hier dan plots over retributies?
Laat ons eerlijk zijn… Dit is gewoon een schoonheidsfoutje in de wetgeving, begaan door juristen die
niet fiscaal onderlegd zijn en het verschil tussen belasting en retributie niet kennen. De rechtsleer
maakt hedendaags dan ook een onderscheid tussen een retributie-belasting en een retributie-
vergoeding. In bovenstaande wet heeft men het duidelijk over de echte belastingen, en niet over de
retributies-vergoedingen zoals we die in eerder in dit hoofdstuk besproken hebben.
1.5 Algemene rechtsbeginselen
Er bestaan geen specifieke algemene fiscale rechtsbeginselen, maar wel algemene rechtsbeginselen
die op de fiscaliteit kunnen toegepast worden. Een algemene rechtsbeginsel is een (meestal)
ongeschreven regel, waarvan iedereen weet dat deze bestaat, maar waarvan via wet of decreet kan
afgeweken worden.
1.5.1 Non-retroactiviteitsbeginsel
Artikel 1 van het Burgerlijk Wetboek stelt: De wet beschikt alleen voor het toekomende; zij heeft geen
terugwerkende kracht.
• Om de burger rechtszekerheid te bieden en het investeringsklimaat niet te vertroebelen lijkt
het logisch dat fiscaal wetgeving niet met terugwerkende kracht kan worden ingevoerd. Een
wet wordt slechts bindend nadat ze wordt bekend gemaakt in Belgisch Staatsblad (in beide
landstalen) en de wet treedt dan in werking de 10e dag na publicatie tenzij er in de wet een
andere datum voorzien werd. Vanaf dat ogenblik wordt iedereen geacht ook de wet te kennen.
Geen enkele grondwettelijke bepaling kan verhinderen dat die fiscale wetten met
24
, terugwerkende kracht worden ingevoerd. Dit gebeurd om te voorkomen dat er anticiperend
zou worden opgetreden tegen aangekondigde maatregelen.
• Binnen het fiscaal recht worden er vaak pas wetten toegepast binnen een volgend aanslagjaar.
Dan wordt er dit jaar iets bevestigd om pas van volgend aanslagjaar van kracht te zijn
• Bijvoorbeeld:
o Niet zo dat men een wet kan invoeren en zeggen als je een terras buiten plaatst als
café dat je dan daarop moet betalen
▪ Je kan dit niet nu invoeren en dan zeggen wie allemaal de afgelopen 10 jaar
een terras heeft buiten geplaatst die mag nu betalen, dat mag niet!
Op deze manier wil de wetgever meer rechtszekerheid aan de natuurlijke en rechtspersonen bieden.
Ook voor de belastingplichtige is dit belangrijk: vermits een belasting steeds op een wet gebaseerd
moet zijn, kan taxatie alleen gebeuren op bestaande of toekomstige situaties, niet op toestanden uit
het verleden. Dit wordt geïllustreerd door volgend arrest: zie cursus
1.5.2 Territorialiteitsbeginsel
Het fiscaal recht is steeds verbonden aan een bepaald grondgebied. Gelukkig maar. Zonder deze
verbinding zou het voor één of andere gekke president in een land hier ver vandaan perfect mogelijk
zijn om de Belgen in België te belasten. Neen, de fiscale wet geldt steeds voor een bepaald territorium.
Een belasting is maar verschuldigd als er een aanknopingspunt met het grondgebied bestaat.
Hierbij kunnen we twee soorten aanknopingspunten onderscheiden:
Bij personele aanknopingspunten kijkt men naar de persoon (het subject). Als men een band kan
leggen tussen de persoon in kwestie en een belastingheffende wet, zal deze persoon aan die belasting
onderworpen worden. Een voorbeeld is artikel 3 WIB, dat stelt dat de rijksinwoners aan de
personenbelasting onderworpen zijn. Geheel conform het legaliteitsbeginsel moet dan wel uitgelegd
worden wat men onder “rijksinwoner” verstaat. Dit is terug te vinden in artikel 2 WIB:
“Voor de toepassing van dit Wetboek (…) hebben de volgende termen de betekenis die is bepaald in
dit artikel:
1° Rijksinwoners
Onder rijksinwoners worden verstaan:
a) de natuurlijke personen die
- hun woonplaats in België hebben gevestigd
- wanneer ze geen woonplaats in België hebben, de zetel van hun fortuin in België hebben gevestigd.
• Kun je in eigen woorden uitleggen wat men bedoelt met “zetel van fortuin?”
o Zetel van fortuin = naast de fiscale woonplaats de andere voorwaarde om als
rijksinwoner beschouwd te worden. Betreft eigenlijk de plaats waar je fortuin beheert
wordt, staat los van de werkelijke woonplaats en kan dus in België blijven, zelfs als de
woonplaats zich in het buitenland bevindt
▪ Bv. je bent matroos op een schip, je bent altijd weg en je hebt in België geen
woonplaats maar wel een bankrekening. Al je financiën worden ook in België
beheert, dan is dat jouw zetel van fortuin
25
, Bij zakelijke aanknopingspunten staat de zaak (het object) centraal. Dit is bijvoorbeeld het geval met
een onroerend goed, dat op basis van de Vlaamse Codex Fiscaliteit aan de Vlaamse onroerende
voorheffing onderworpen is indien het zich op het grondgebied van het Vlaamse Gewest bevindt. Het
doet er niet toe wie de natuurlijke persoon-eigenaar is. Wie een appartement in Oostduinkerke (aan
de Vlaamse kust) bezit, betaalt onroerende voorheffing, ongeacht of men de Belgische, Duitse of
Zwitserse nationaliteit heeft.
• Noem nog een andere belasting die geheven wordt op basis van een zakelijk aanknopingspunt.
o Btw, registratierechten, erfbelastingen
De vraag of een bepaalde belasting van toepassing is op een bepaald persoon of een bepaalde zaak, is
erg belangrijk in het kader van internationale fiscaliteit. Maar dat zou ons nu te ver leiden.
1.5.3 Non bis in idem
In de ruime betekenis houdt dit principe in dat dezelfde belastbare materie geen twee keren kan
belast worden. Op deze manier probeert men dubbele belasting te vermijden.
Er bestaat ook een enge betekenis: dezelfde belastbare materie kan ten aanzien van dezelfde
belastingplichtige en voor eenzelfde belastbaar tijdperk geen twee keer door dezelfde overheid belast
worden met dezelfde belasting of belastingen met eenzelfde doel. Het non bis in idem-principe heeft
als doel dubbele belasting te vermijden. Maar dit lijkt in de praktijk toch niet volledig te lukken. Een
zelfstandig loodgieter die de verwarming komt herstellen, wordt op de materialen én de werkuren
getroffen door zowel de BTW als de personenbelasting. Een kostelijk zaakje, maar laat dat geen alibi
zijn om het even “in het zwart te doen”. Een ander voorbeeld is de taks op tweede verblijven, die zowel
door de provincie als door de gemeente belast worden. (nog een voorbeeld taxatie van dividenden)
In België is bepaald dat gemeenschappen en gewesten geen belasting mogen heffen op materies die
reeds federaal belast worden, zoals winsten. Op haar beurt mag de federale overheid geen belastingen
zetten op materies die exclusief aan een gemeenschap of een gewest toegewezen zijn, zoals afval en
water
• Kan je een onderscheid maken tussen een juridische dubbele belasting en een economische
dubbele belasting?
o Juridische dubbele belasting = 1 belastingplichtige wordt meermaals over dezelfde
materie belast
▪ Vaak in internationale sfeer. Daarom bepalingen tussen verschillende landen
om tegen te gaan dat men dubbel gaat belasten
o Economische dubbele belasting = herhaalde belastingheffing over dezelfde
economische grondslag ook wanneer je belasting naar aanleiding van verschillende
belastingplichtige wordt gevestigd
▪ Bv. onderneming A maakt winst en moet daar belastingen op betalen, zij keert
winst uit aan vennootschap B, B moet daar nog eens op betalen omdat het
een uitgekeerd dividend is (roerende voorheffing)
1.5.4 Het fiscaal recht is van openbare orde
Het fiscaal recht maakt deel uit van het publiek recht, dat de relaties tussen de burger en de overheid
regelt. Het publiek recht is van openbare orde. Partijen kunnen nooit afwijken van rechtsregels die van
openbare orde zijn. Rechter moet regels zelf ambtshalve toepassen. Ook als de partijen hierom niet
verzocht hebben. (zie ook legaliteitsbeginsel) Dit heeft verschillende gevolgen:
26