Samenvatting Wijsgerige Agologie
Groepstaak
- Interview een agogische organisatie in Brussel (Sint-Gillis & Vorst)
- Met betrekking tot jongeren
Individuele taak (heeft 2 delen)
- Deel 1 (kan je samen doen met je groep → mag hetzelfde zijn als groepsgenoten)
o Schets van de organisatie
o Analyse van het interview
- Deel 2 (moet individueel)
o Eigen kritische reflectie over politieke rol via een terugkoppeling naar de lesinhoud
Mondeling examen (60%)
- 20 minuutjes
- Geen voorbereidingstijd
➔ Op beide slagen
Agogische kernbegrippen (zie sv vorig jaar)
● Beïnvloeden (beïnvloedend werken op sociale systemen om tot verandering te
komen) (agoog heeft politieke rol)
● Handelen (handelspotentieel)
● Gesprek (het gesprek herstellen) (monoloog, antiloog, antiloog, dialoog met Socrates)
● Educatie (formele, non-formeel en informele) (educere VS educare)
● Sociaal-cultureel (ze versterken elkaar, ze werken op elkaar in → Sociale impliceert
culturele en vice versa) (dubbele betekenis van sociaal en cultuur)
1. Agogiek
● Agogiek = niet eenduidig, want multi-diciplinair karakter
o multi-diciplinair = agogiek is een bovenbouwwetenschap, steunt op
verschillende deelwetenschappen (psychologie, sociologie, filosofie…)
▪ psychologie: Leert ons mensen begrijpen
▪ sociologie: Leert ons de SL begrijpen
▪ filosofie
➢ Levert ons denkmodellen en wereldbeelden
▪ Van de SL
▪ Van agogische modellen
▪ Van de agoog
➢ Wereldbeelden geven richting, zin en betekenis aan
verandering
1
, 2. Agogische kernbegrippen
1) Beïnvloeding
2) Handelen
3) Gesprek
4) Educatie
5) Sociaal-Cultureel
1) Beïnvloeding
Ten Have : beschouwt beïnvloeding als de belangrijkste taak
● Zegt iets over wat de agoog doet, weinig over de aard, motieven en bedoeling
● Een agoog probeert te beïnvloeden, maar aan de andere kant zegt beïnvloeding
weinig over de beïnvloeding zelf, dus je moet kenmerken toevoegen:
o Intentioneel: doelgerichte beïnvloeiding
o Niet wederkerig: Agoog beïnvloed, maar wordt zelf niet beïnvloed
o Welzijnsverbetering: elke beïnvloeding is geneigd naar welzijnsverbetering
o …
→ focus op efficiëntie
→ weinig aandacht voor normatieve
→ weinig kadering binnen maatschappelijke context
● Agoog doet niet zomaar iets, maar
o wil beïnvloeden
o wil maatschappelijke verandering instigeren/begeleiden
● Politieke rol van agoog
o Agoog ≠ politicus, maar werkt wel steeds politiserend
▪ = een thema op de maatschappelijke agenda plaatsen; iets verheffen
van een concreet niveau naar een generaliserend niveau
▪ Politiek maken van bepaalde thema’s/groepen/…
● Beïnvloeden impliceert
o Positie innemen tov maatschappelijke structuur en orde
o in vraag stellen welke waarden en normen belangrijk zijn voor samenleving
2) Handelen
(Nijk, De Zeeuw, Warmenhoven)
● Zegt weinig over wat agoog doet (itt beïnvloeding)
2
, ● Subject (Kant)
o De individuele mens had geen recht in zijn eigen leven (speelpop in de
monarchie). Aantal verlichtingsdenkers: de mens moet een subject kunnen
zijn van zijn/haar eigen leven. Zelf hun keuzes maken, leven indelen
o Object
▪ De rest van de wereld
▪ Een subject kan dingen doen met een object, die kan daarmee aan
de slag…
▪ Het object heeft geen keuze
● Actorschap en eigenaarschap = degene die eigenaar is over zijn eigen handelen
● Empowerment (proces waarin mensen hun handelingsvermogen vergroten en
hierdoor de leefwereld uitbreiden
● Zelfontplooiing
o Hoe meer iemand het gevoel hebt handelsvrij te zijn, hoe meer je het gevoel
van zelfontplooiing ervaart
● Handelen vooronderstelt intentionaliteit/subjectiviteit
o Er schuilt dus iets achter het handelen van iemand. Het handelen heeft een
dieperliggende betekenis
→ Om dieperliggende betekenis achter het handelen te begrijpen → hermeneutiek (=interpreteren)
● HERMENEUTIEK (examenvraag: wat is hermeneutiek)
o Hermes
o Bijbelstudie: Niet alles letterlijk nemen, interpreteren
o Dilthey, Heidegger, Gadamer, Habermas
o Verstehen: begrijpen en interpretatie
→ begrijpen, interpreteren van zin, betekenis achter handelen
→ begrijpen van de leefwereld van mensen
o Gaat uit van relatie tss handelingscompetentie en de manier waarop
iemand zijn verhaal kan verwoorden
▪ Als je weet wat je wil en het ter woorden kan brengen, ga je
makkelijker kunnen handelen
o Hermeneutiek
3
, o < Subjectiviteitsdenken
▪ De mens kan zichzelf zijn, als we maar goed genoeg nadenkt, dan
weet de mens dat dat hij wil. We kunnen onszelf kennen
▪ Subject is fundament voor handelen
▪ Handelen is bewust/zelfbewust
Kritiek hierop
o Postmodernisme: kritiek op subject
o “dood van het subject”
o Subject is sociaal-culturele constructie (Althusser, Foucault)
▪ je bent wie je bent door de context/tijd waarin je leeft
▪ Mens heeft geen ‘kern”
o contextafhankelijk
Examenvraag: welke van de 2 opvattingen vindt je het beste en wrm?
● Semiotiek
o = tekenleer
o Biedt inzicht in handelen van mensen, ook vanuit kritiek
o Je luistert naar een verhaal van iemand en je gaat daarnaast ook alle andere
tekens en betekenissen mee in kaart brengen
▪ Tekens: Woorden, symbolen, verkeersborden, emoji’s, …
▪ Alles is een teken (Roos → liefde, maatpak → succes, piercings →
rebels, …)
→ Betekenissen zijn niet vaststaand (→ hermeneutiek)
→ Ze zijn arbitrair en sociaal geconstrueerd (De Saussure)
o roos ≠ liefde (liefde zit niet in een vaas), maatpak ≠ succes, …
o zijn “slechts” tekens die ook op iets anders kunnen duiden
Hermeneutiek gaat uit van te achterhalen waarheid/zin/betekenis
Semiotiek gaat voorbij aan vraag naar waarheid en richt zich op proces van betekenen: hoe
en waarom verkrijgen tekens betekenis?
4