Hoofdstuk 3: Hedendaagse thema’s
Assessment van persoonlijkheid
Informatiebronnen m.b.t. persoonlijkheid
Triangulatie: soorten data (meetmethoden en informatiebronnen) combineren
doel: meetfouten uitschakelen
Evalueren via validiteit en betrouwbaarheid.
Zelfrapportage (self-report data) = S-data
• Meest gebruikte methode om persoonlijkheid te meten
• Meet ervaringen, gevoelens, gedachten, meningen, verlangens, wensen,…
3 soorten PH-tests:
1) Ongestructureerde tests => open vragen zonder vaste volgorde
Vb: twenty statements test = 20x “I am…”, client vult vrij aan => meet ZC
2) Gestructureerde tests => gesloten vragen met vaste antwoordmogelijkheden
Meest gebruikt
Volgens het scoren van trekbeschrijvende zinnen of adjectieven m.b.t. zichzelf
3) Experience sampling
Via apps die data verzamelen (dagelijkse gemoedstoestand, hartslag,…)
Via narrative clips = apparaat voor op je kleding dat regelmatig een foto neemt (doel:
patronen in de dag duidelijk maken
Beperkingen van zelfrapportage: - sociaal wenselijke antwoorden
- oneerlijke antwoorden
- gebrekkig zelfinzicht
- recall bias (geheugenfout bij het herinneren van zaken)
Observatiegegevens (observer-report data) = O-data
ZIE PRACTICUM 1
Testgegevens (test data) = T-data
= via gestandaardiseerde testsituaties gedrag uitlokken
Beperkingen van test data: i - invloed experimentleider
- artificiële setting => natuurlijk gedrag?
Hoe testgegevens verzamelen/meten:
• Mechanische opnameapparatuur (zoals wearables) kunnen activiteitsniveau meten
• Fysiologische data (zoals een fMRI of een electro-dermale meting naar zweet => angst)
• Projectieve tests (vage stimuli, peilen naar het onbewuste => Rorschach inktvlekken)
Anamnestische informatie (life-outcome data) = L-data
• bron van diagnostische informatie
• bepaalde gebeurtenissen in de levensloop => manifestaties van persoonlijkheid
huwelijk, scheiding, schoolloopbaan, carrière, verkeersboetes, internetgebruik,…
vb vrouw, 30 jaar, 7 relaties, 6 jobs, 2 suïcidepogingen => hypothese: borderline
15