Hoofdstuk 11: Democratie en vertegenwoordiging
1. Inleiding: Waarom democratie?
Democratie (> kratein (heersen) + demos (volk)) is een omstreden begrip dat verschillende vormen en
betekenissen kent
Iedereen is voor democratie, zelf ondemocratische regimes beweren democratisch te zijn (bv. China,
Noord-Korea)
Maar: Er is geen algemeen aanvaarde definitie, wel enkele essentiële ingrediënten die algemeen
aanvaard zijn
Kern: Recht van het volk om zelf te beslissen wie hen zal besturen en op die manier invloed
zal uitoefenen op het beleid
Emotioneel geladen begrip
Soms fout gebruikt (bv. Democratische prijzen)
‘The primary control on governement’ (Mill, Federalist Papers)
o Democratie moet de belangen van de overheid doen samenvallen met die van het
volk
o Bestuur is ‘de wil van het volk’
o Politiek moet schaarste oplossen
2. Wat is democratie
2.1. Op zoek naar een onmogelijke definitie
Er is geen algemeen aanvaarde definitie, maar wel bepaalde kenmerken die algemeen aanvaard zijn
Democratie is weer ‘in’ (Trump, Brexit, Corona, Oekraïne...)
o Maar: De Amerikaanse organisatie Freedom House meldt in 2020 in haar jaarlijkse rapport
‘landen in transitie 2020 een verontrustende instorting over de democratie in Europa (bv.
Polen, Hongarije…)
Democratie is flexibel: Een doel dat veel middelen toelaat
o Maar: Oppassen voor het gebruiken ervan als containerbegrip (vb. democratische prijzen)
o Democratie is geen binaire categorie: Het kan min of meer democratisch zijn
Democratie is onbepaald (vb. kleur zou niet bestaan zonder kleurenpalet, democratie zou niet bestaan
zonder verschillende interpretaties ervan)
o Het begrip verwijst naar een nooit bereikte of te bereiken ideale situatie dat zich in de
werkelijkheid in minder perfecte mate voordoet
Democratie is het platform en resultaat van een machtsstrijd waarin de uitkomst de vorm en grenzen
van de democratie bepaalt
Maar: Er zijn wel verschillende visies over democratie (voorwaarden, vormen, criteria)
- Substantiële: Enkel de waarden en doelstellingen die liggen aan de gronslag van de democratie
- Procedurele: De instellingen en procedures om de democratie te realiseren
Daarnaast hebben we de principal-agent theorie
= De macht van heersers wordt ingeperkt om die van het volk te vergroten/beschermen
- Probleem: Zelfbestuur door honderduizenden burgers is onmogelijk
- Oplossing: Macht van de soevereine volk/natie (= Principaal) wordt gedelegeerd naar een kleine groep
vertegenwoordigers (= Agenten), die in opdracht van de principaal taken moet vervullen
Reden:
o Efficiëntie
o Principaal beschikken niet over de nodige middelen en/of tijd voor het nemen van de
beslissingen
- Maar: Als democratie op grote schaal wordt toegepast
Wanverhouding tussen principaal en agent (bv. Kennismonopolie, meervoudig, verschillende
belangen)
Daarom: Bijzondere zorg voor verhouding (bv. Controlemechanismen, rechten en vrijheden,
tegengewichten)
, Schattschneider: Het onderscheid tussen partijen en hun duidelijke opinies zijn een essentieel van de
democratie, anders betekent het keuzerecht niets.
2.2. Betekenissen van democratie (Niet kennen)
2.3. Het imago van democratie
Vanaf de oudheid zijn denkers kritisch over de democratie, want ook toen was ze niet steeds aanwezig
- Voorbeeld: Athene
Aristoteles vond Athene geen soevereine stadstaat meer, maar vroeg zich af wie bij het
bestuur betrokken wordt en wie niet, wie heerst en wie geniet van de heerschappij
o Bestuurs kan in handen zijn van
Tirannie: Een individu
Oligarchie: Een kleine groep
Democratie: De massa
-> Armen heersen er in hun eigen belang (<-> Algemeen belang)
o Bestuur kan gericht zijn op
Eigenbelangen van bestuurders
Voor de hele gemeenschap
- Churchill: Stond kritisch tegenover democratie
- Plato: Had het over de ochlocratie (= Staatvorm waarin het bestuur vertrekt van de opvattingen van de
menigte)
Wie heerst?
Eén persoon
Enkelen (meermansregime) Allen (allemansregime)
(eenmansregime)
Bestuurders
Wie profileert? Tirannie Oligarchie Democratie
(despotisch)
Iedereen
Monarchie Aristocratie Politeia
(constitutioneel)
Daarnaast hebben we politeia (= Regime van allen voor het algemeen belang)
- Aristotles beschreef zes vormen van bestuur, waar hij de sociale basis van omschreef
In een aristocratie regeren de deugdzame
In een oligarchie regeren de rijken
In een democratie zit het bestuur in handen van de middenklasse
Tirannie, oligarchie en democratie zijn geperverteerde vormen van bestuur ten koste van
anderen
Voorkeur voor monarchie, aristocratie en politea (combinatie aristocratie en democratie)
! Veel klassieke denkers vonden dat de democratie geen ideaal was
- Kinneging: Stelt dat het meest gangbare schema drie verschillende constituties onderscheidt die
uiteenvallen in een goede en slechte variant
Heerschappij Goed Slecht
Enkeling Monarchie Tirannie
Elite/Minderheid Aristocratie Oligarchie
Volk/Meerderheid Democratie Ochlocratie
- Tocqueville: Is bezorgd over de democratie, want onvermijdelijk maar kent gevaren
Voorbeeld: Spanning vrijheid-gelijkheid, tirannie van de meerderheid
Hedendaags pleidooi voor epistocratie
,Ook vandaag zijn er auteurs ontevreden met de werking van de democratie
Voorbeeld: Brennan
Vindt dat de democratie de heerschappij van de onwetenden en irrationelen is
Dus: Pleidooi voor de epistocratie (waarin wetende besturen, <-> Volk)
o Hobbits: De helft van de kiezers, hebben geen politieke kennis en zijn niet
geïnteresseerd in de actualiteit
o Hooligans: Die die geïnteresseerd zijn in politiek en geëngageerd, maar wel fanatiek
o Vulcans: De logische denkende mensen die argumenten afwegen
o Dus: Kiezers moeten een test afleggen omdat een betere publieke opinie leidt tot
betere regeringen
Maar: Visie botst met een fundamenteel punt van de democratie
o Namelijk: De gelijkheid van de burgers die zich toont in de gelijkwaardigheid van elke
stem
2.4. Het belang van verschil
Om iets een democratie te kunnen noemen, moeten er veel criteria voldoen zijn (Schattschneider)
- Vele: Institutioneel
Voorbeeld: Vrije en geheime verkiezingen, evenwicht tussen de machten, parlement met
tijdelijk mandaat
- Andere: Cultureel
Voorbeeld: Burgers/Organisaties leggen zich neer bij een beslissing van de meerderheid, de
meerderheid legt zich neer bij vernietiging door rechters
- Nog andere: Inhoudelijk
Voorbeeld: Belang van verschil en conflict
Een essentieel onderdeel is het onderscheid tussen partijen, opinies en visies
o Als alle partijen op elkaar lijken, dan betekent het keuzerecht niets
Gevolg: Formele democratie
o Enerzijds: Democratie drijft op verschil
o Anderzijds: Verschil kan gezien worden als een techniek van conflictresolutie
“Een manier om onvermijdelijke conflicten aan te pakken en op te lossen
door ze toe te vertrouwen aan een groep vertegenwoordigers die over de
nodige kennis, tijd, vaardigheden en legitimiteit beschikken om een
bindende regel uit te vaardigen die deze conflicten beslechten”
Democratie drijft op verschil, maar overbrugt dit verschil op vreedzame wijze
2.5. De democratische paradox
Democratie drijft op verschil, maar overbrugt dit verschil op een vreedzame wijze
Komt tot uiting in de democratische paradox
o Algemeen: Iedereen is het eens dat ‘democratie de uitoefening is van macht in de naam van
het volk’
Met andere woorden: Het volk is vrij om zelf voor de samenleving bindende
beslissingen te nemen (via vertegenwoordigers)
o Maar: Voor de meesten gaat democratie ook over fundamentele waarden en behoren de
gelijkheid en vrijheid van burgers tot de essentie van democratie
Maar: Collectieve en individuele vrijheid botsen echter wel eens met elkaar
Voorbeeld: Sommige collectieve beslissingen kunnen individuele rechten
en vrijheden schaden en omgekeerd
Dus: Collectieve vrijheid voor zelfbestuur <-> Gelijke individuele vrijheid van alle burgers
Twee tradities van Mouffe (komen samen in onze democratie)
, Liberale: De individuele vrijheden van alle burgers verankeren om ze te beschermen tegen politieke
willekeur en het individu beschermen ook al is dit tegen de wil van de meerderheid (bv. Locke)
Democratische: Vooral de volonté générale van het volk als collectieve groep staat centraal (bv.
Rousseau)
o De minderheid kan gedwongen worden zich te schikken naar de wil van de meerderheid
<-> Rummens: Nieuwe synthese die de tradities overstijgt (in plaats van een paradox)
Haalt inspiratie bij de Duitse filosoof Habermans
o Stelt dat beide tradities een verkeerde visie hebben op de verhouding tussen individuele
burgers en de politieke gemeenschap
Ene kijkt te veel naar het autonome individu
Andere kijkt te veel naar het volk als collectieve identiteit met eigen wil
Individuele vrijheid: Een waarde die enkel in een democratie realiseerbaar is
Democratisch project: De gelijke vrijheid van alle burgers
o Vrijheid is nooit gegarandeerd door oude wetten
o Maar: Wordt gerealiseerd door een nooit aflopend democratisch project waarin we vrijheid
constant actualiseren (en vertegenwoordiging dus cruciaal is)
3. Criteria en voorwaarden van democratie
3.1. Verschillende visies
Er is geen duidelijke lijst van criteria en voorwaarden, wel mogelijke criteria en voorwaarden
Twee hoofdstromingen
Liberaal-individualistisch
o Legt de nadruk op de rechtstaat
o Maar: Vrijheden en bescherming tegen een te opdringerige staat staan centraal
Negatieve vrijheden
o Gelijkheid is vooral formeel
o Dus: Procedurele democratie
Sociaal-collectivistisch
o Legt de nadruk op de gelijkheid
o Vrijheden en volkssoevereiniteit gerealiseerd door een grote en sterke staat staan
centraal
Positieve vrijheden
o Dus: Substantiële democratie
Ook: Verschillen in wat er nodig is om democratie te doen ontstaan en in stand te houden
3.2. Niet enkel een kwestie van instellingen
Democratie komt voor in landen met heel verschillende maatschappelijke omstandigheden
<-> Niet in alle landen mogelijkheid tot oprichten en onderhouden (bv. Dekolonisering)
Robert Dahl: Formuleerde de voorwaarden voor een stabiele polyarchie
Namelijk: Effectieve participatie, gelijkheid van stemmen, inzicht van burgers in de politiek,
controle van het volk op de politieke agenda, inclusiveness
Maar: Er moeten ook heel wat sociaal-economische en sociaal-culturele voorwaarden vervuld zijn
opdat een formele democratie feitelijk goed kan functioneren
3.3. Een bijzondere voorwaarde: Sociaal kapitaal
Verenigingsleven
Het sociaal kapitaal (Tocqueville)