Sociologie van de
stad
DEEL 1: SOCIOLOGISCHE BASISKENNIS VAN DE
STAD
Les 1: Introductie (21/02)
Te kennen: !syllabus!, ppt (geven de hoofdlijnen)
80% examen, 20% literatuuropdracht
- 4 open vragen (schriftelijk): kennisvragen, inzicht vragen en toepassingsvragen
o Kennis
o Inzicht (voorbeelden kunnen geven)
o Toepassing, wat betekend dat voor ons als ontwerper?
- Literatuuropdracht: Max 3 pagina’s, mee te geven met het examen
Basisvraag:
- In welke wereld leven we? Hoe veranderd deze wereld? Hoe kan een gebouw van nu tot 50
jaar verder kwalitatief zijn?
Sociologie als hulpmiddel om de snelle veranderingen in onze hedendaagse samenleving
- Te herkennen
- Te kunnen kaderen
- Je er toe te kunnen verhouden
DEEL 1: Les 1-3: sociologische basiskennis van de stad
Deel 2: Les 4-9: Uitdagingen voor de stad van de 21 e eeuw
Les 1: stad en stedelijkheid (21/02)
Wat roept stad bij jullie op?
- Diversiteit en veelheid van mensen op een beperkt oppervlak
- Vernieuwing
- Openbare plaatsen (misschien belangrijker dan de bebouwde plaatsen)
- Economie en werkgelegenheid
- Openbaar vervoer en openbare faciliteiten
- Grote werf
,Drukte, diversiteit, densiteit, dynamisch, mogelijkheden, samenkomen, economie, menselijk product,
mobiliteit, geschiedenis, verschil tussen bebouwd en onbebouwd, openbare pleinen, criminaliteit,
vervuiling
1. MONDIALISERING
Meerderheid van de wereldbevolking vandaag woont in de stad (80% in 2050)
Wat is een stad? (Patrick Janssens)
- Een stad is een plaats waar zeer veel mensen wonen (schaal)
- Op een beperkte oppervlakte
- En dus met een grote densiteit of dichtheid (=aantal inwoners/km^2)
Een stad heeft vele functies:
- Woonfunctie (onder druk met betaalbare woningen)
- Economische functies: steden zijn economische motoren (haven, bedrijven,…)
- Bestuurlijke functies: vooral hoofdsteden: parlement, regering (ook provinciehoofdsteden)
- Culturele functies (historisch erfgoed, musea)
- Sociale functies: mensen ontmoeten elkaar, uitgebreid netwerk aan sociale voorzieningen
- Centrumfunctie: voor de bewoners en de economie uit de rand: hart van de samenleving
- Vrijplaatsen: samenkomstruimte voor: denkers, activisten,…
- Toevluchtsoorden: meer anonimiteit
- Aankomstplaatsen: immigratie, toerisme
- Emancipatiemachines: opklimmen op de sociale ladder
De vele functies die zich tegelijkertijd op een bepaalde oppervlakte gebeuren maakt een stad.
- Vanuit de interactie ontstaan vormen van stedelijkheid
Stedelijkheid ontstaat door:
- Aard van de bebouwing en inrichting van de openbare ruimte
- Maar ook vooral door de manier waarop mensen met elkaar omgaan
- Mensen in de stad: stedelingen maken een vorm van stedelijkheid
1. Wat is stedelijkheid?(Witboek):
- Een kwaliteit: densiteit, diversiteit en democratie
o Een houding die openstaat voor de veelheid aan ervaringen en ontmoetingen
o De vrijheid om eigen levensstijlen te ontwikkelen
o Omgaan met een veelheid van impulsen
Prikkelt, stimuleert en leidt vaak tot creativiteit
Belang van creativiteit voor kunst en economie als broedplaats voor
innovatie
o 21e eeuw: etnisch-culturele diversiteit
Stedelijkheid tot voorbij de grenzen van de stad (tot waar loopt de stad?)
- In stadsuitbreidingen en nieuwe woonwijken stedelijke gewoontes overgenomen
1. Vlaanderen worstelt met zijn steden (antistedelijkheid)
- De baksteen in de maag van vele Vlamingen gedijt vaak het beste in het verkavelde veld
- Nefast voor Vlaanderen en voor onze steden: minder open ruimte en meer automobiliteit
, - Vanaf 1950: stadsvlucht: bevolkingsdaling in de steden, verarming van de bevolking
o Financiële problemen en rem op stadsontwikkeling
Groeiende steden in de 21e eeuw
- Steden terug aantrekkelijker voor jongeren en jonge gezinnen
- Toenemende migratie
- Verjonging en verkleuring van onze steden
Groei van steden door:
- Natuurlijke groei door geboortes (bij kantelpunt op de eeuwwisseling (na stadsvlucht)
- Binnenlandse migratie
- Internationale migratie
Gevolg in de Stad:
- Vergroening (verjonging)
- Verkleuring: superdiversiteit
- Verkleurde armoede: duidelijke grens tussen rijk en arm
Toch nog stadsvlucht (groepen die naar de stad komen, hebben een zwakker inkomensprofiel dan
diegenen die de stad verlaten)
- De stad is fysiek en psychisch ‘vol’
- Zoeken naar groene ruimte voor de kinderen en een veilige omgeving (ook criminaliteit)
- Door witte stadsvluchters in verhouding een grotere diversiteit in steden
- Al deze krachten samen werken tegen de aantrekkingskracht van de stad en zorgen voor een
blijvende suburbanisatie
o Met een sociale uitsortering groeiende ruimtelijke ongelijkheid
Les 2 (28/2): Cities en Urban Life
Leerstof: Anthony Giddens & Philip Sutton: Cities and Urban Life: syllabus (cities and urban life)
1. STEDEN: VROEGER EN NU: CONTEXT
- Geschiedenis: geschiedenis van urbanisering en verstedelijking:
o Vooral vanaf IR: steden in stroomversnelling
o Rond 2000 helft van de bevolking: mensen in verstedelijkt gebied
- Jager verzamelaars: paar kleine nederzettingen en start van handel:
o Ontstaan eerste steden: Babylon, Athene, Rome,…
o Stadsleven:
Ommuurd: centrum met heersers (religie, paleis, bestuur en publiek plein:
handel)
Elite woont centraal: plaats van macht
Steden op zichzelf gericht, weinig invloed van buitenaf
- Industrialisering en urbanisering (1750: Engeland als voortrekker)
o Van landbouwsamenleving naar industriële samenleving
o Rond industrieën komen er wooneenheden en verstedelijking
o Bevolkingsexplosie
, - Wereldwijd: aandeel van mensen in de stad
- 1950:30%
- 21e eeuw: 50%
- 2030: 60%
- 2050: 80%
WAT IS DAN EEN STAD? Giddens:
o Grote bevolking en hoge densiteit
o Arbeidsspecialisatie (door genoeg eten: specialisatie van andere beroepen mogelijk)
o Permanente markten
o Onpersoonlijke, rationele omgang tussen bewoners
o Mix van demografische, sociale en psychologische kenmerken
o Zonder muren/omwalling (weinig bespreking van de vanzelfsprekende architectuur)
Waar stopt de stad?: veel moeilijker antwoord als vroeger
SASKIA SASSEN: The Global City (1990): meest geglobaliseerde steden: New York, Londen, Tokyo
- Grote wereldsteden = kernsteden voor de economie
o Beurzen en financiële markten
- Productie met innovatieve industrieën
- Globalisering en lokalisering komen samen: globale goederen komen samen in grote steden,
samen met lokale beurzen,… deze locatie werden tijdens de crisis het hards getroffen
Urbanisatie= het proces dat steden doet ontstaan
Urbanisme of stedelijkheid= de levensstijl en persoonlijkheid die steden kenmerken
1. SOCIALISTISCHE THEORIEN OVER STEDELIJKHEID
- Culture: stadscultuur, hoe ga je om met de geschiedenis van de stad
- Consumtion: marktfunctie in de stad: economie: hoe organiseer je het economisch leven?
o Hoe geraakt iedereen aan zijn levensbehoeften?
- Conflict: Ongelijkheid tussen rijk en arm --> Hoe deel je ruimte in? Straten, fietspaden,
voetgangers. Wie mag wat waar bouwen? Hoe moeten ontwikkelaars de stad ontwikkelen?
- Community: hoe sociaal leven in de stad? Architectuur beïnvloed.
Ferdinand Tönnies (1900) Gemeinschaft en Gesellschaft
- Effect van verstedelijking op sociale banden en solidariteit:
Van persoonlijke solidaritaire banden (familiaal, vriendschap, geloof) tussen mensen die
elkaar kennen (gemeinschaft: gemeenschap) naar meer zakelijke, rationele contacten
(gesellschaft: overheid maatschappij= solidaire structuur door belastingen)
Georg Simmel (1900): The metropolis & mental life
- Hoe ervaren mensen de stad?
- Bombardement van, indrukken, prikkels en ervaringen: Doet onszelf filteren, anders te veel.
o Om zich te beschermen: ‘seen it all before’
- Stedelijke gereserveerdheid als stedelijke persoonlijkheid
- De stad is geen ruimtelijke entiteit met sociale gevolgen, maar een sociologische entiteit die
ruimtelijk is gevormd.