Geslaagd in eerste zit!
Samenvatting Hoofdstuk 9 en 10 (handboek, colleges en slides) Wijsbegeerte door professor Tim Heysse
Met de samenvatting kan je makkelijk het open boek gedeelte van het examen oplossen, zonder het handboek nog grondig nodig te hebben! Er staan in de samenvatting ook pag...
Hoofdstuk 9: Taal (p. 160-175)
7 filosofen die transcendentie zo interpreteren dat vanuit een transcendent standpunt bepaalde
aspecten van ons leven onbelangrijk lijken (Vooral: Onze interesse en zorg vr concrete dingen en
personen)
Niet gepast op het domein vd zingeving!
Dilemma: Ofwel acceptatie van hun interpretatie Ofwel geven we de
idee vn transcendentie op en accepteren we stelling vd Sofisten en
Nietzsche dat er gn verschil is tss wat mensen zinvol/waardevol/goed
vinden en wat zinvol/waardevol/goed is
Toch nog 1 nieuwe poging voor een andere interpretatie van transcendentie:
I. Zingeving en taalbetekenis
Interpretatie van transcendentie die past op de terreinen van ins leven waarbij het gaat om ‘de zin’
of ‘de betekenis’ van iets
Betekenis ≈ ‘Belang’, ‘relevant’ of ‘waarde’
Zegt ook iets over ‘taalbetekenis’
o Bijvoorbeeld: Filosoof Ludwig Wittgenstein (1889-1951)
Er bestaat een belangrijke verwantschap tss taalbetekenis en zingeving
Bekwaamheid om in klanken gesproken taal te horen, brengt hij in verband
met de bekwaamheid om het menselijk in een mens te zien
Meer dan een toevallige/oppervlakkige gelijkenis
We zullen zingeving beter begrijpen, wnr we taalbetekenis beter begrijpen
Iedereen begrijpt meestal wat de spreker bedoelt Betekenis = Publiek < Het heeft zin te spreken
over een (on)juiste interpretatie vd woorden vd spreker
Als we kunnen uitleggen wat een onjuiste interpretatie is, kunnen we mss transcendentie op
het terrein vd zingeving begrijpen
Juiste interpretatie vd woorden spreker = Vorm vn transcendentie op vlak vn taalbetekenis
Verwachting zingeving beter te begrijpen als we taalbetekenis beter begrijpen W bevestigd door 2
vaststellingen:
1) Vastgesteld dat de filosofen nt alleen over transcendentie een ongepaste opvatting hbb, mr
ook over taal, taalbetekenis en de functie van taal
2) Wnr we proberen uit te leggen hoe een hoorder de betekenis vd woorden v/e spreker
ontdekt, bespreken we een situatie waarin een spreker geconfronteerd w met een hoorder
Hun filosofie kunnen we ‘monologisch’ noemen
Met monologisch perspectief wordt gebroken
Transcendentie en redelijkheid analyseren vanuit perspectief vd intersubjectiviteit
(Ten minste) 2 subjectieve die zich onderhouden over de wereld – Die info uitwisselen over
een objectieve, uitdrukking geven aan een subjectieve en zich beroepen op een sociale
wereld
Antwoord op 2 vragen:
1) Hoe weet een hoorder wat de woorden v/e spreker betekenen?
2) In welke zin kunnen we spreken v/e interpretatie die juist is?
- Gebaseerd op Kant
- Uiteindelijke bedoeling: Antwoord op die vragen te vinden die interessante interpretatie
van transcendentie zou suggereren op terrein vd zingeving
74
,II. Een (vereenvoudigde) versie van de betekenistheorie van Grice en Searle
1. Taalhandelingen
Aristoteles: Alleen taaluitingen waarin een gezegde aan een onderwerp wordt toegekend zijn
filosofisch belangrijk S is P-zinnen
Waar of onwaar
Alleen aandacht vr zinnen waarin spreker iets beweert
Ook alle andere filosofen
Beperking was vanzelfsprekend niet terecht! < We moeten opnieuw ermee rekening houden dat
taaluitingen op zeer veel verschillende manieren functioneren
Veeleer dat spreker als actief subject met zijn woorden een bepaalde taalhandeling verricht
die bijvoorbeeld kan worden gekarakteriseerd als het doen v/e belofte
Beweringen
Taal = Vorm van gedrag dat gericht is op het bereiken van bedoelingen
o Filosoof J.L. Austin: ‘How to Do Things with Words’
Bedoelingen kunnen verschillend zijn: Niet 1 bedoeling inherent aan
taalgebruik
o Wittgenstein: Vergelijking werktuig (zie p. 162)
2. Intenties en conventies
Britse filosoof H.P. Grice en de Amerikaan John Searle verdedigen (relatie spreker-hoorder):
1) Vertrekken vd bedoelingen of intenties vd spreker = Vrij complex
a. Spreker heeft de intentie bepaalt effect te bereiken bij hoorder
b. Spreker wil dat effect bereiken door iets te zeggen, door taalhandeling uit te voeren
c. Spreker wil dat effect bereiken doordat hoorder op grond van zijn uiting zijn intentie
erkent Spreker wil dat hoorder weet
2) Wnr spreker taalhandeling uitvoert, heeft hij intentie om effect te bewerken dat hoorder
begrijpt welke taalhandeling spreker uitvoert
Spreker slaagt erin deze complexe bedoelingen te realiseren, omdat er regels of conventies bestaan
in de gemeenschap waartoe spreker en hoorder behoren
Regels/conventies bepalen dat een bepaalde reeks woorden geldt als een belofte
CONCLUSIE: Volgens Grice en Searle: Uitvoering van taalhandelingen gebonden aan:
- De intenties vd spreker
- Bepaalde conventies/regels die bestaan in de gemeenschap van taalgebruikers waartoe spreker
en hoorder behoren
3. Betekenis, regels en transcendentie
Grice en Searle beantwoorden de 2 vragen:
1) Taalgebruiker kent de betekenis v/e taaluiting, als hij de regels kent die vastleggen hoe men
die uiting op een correcte manier kan gebruiken; Hoorder weet war de woorden vd spreker
betekenen, omdat hoorder de regel (R) kent en die kan toepassen op de concrete woorden
vd spreker Competent taalgebruik berust op de kennis van die regels
2) Iedereen die de regels kent, kan achter betekenis komen vd woorden vd spreker; Regels kent
vanzelfsprekend iedereen, betekenis van war een spreker zegt is publiek
Interpretatie vn transcendentie volgens Grice en Searle bepalen regels wat een juiste interpretatie is
Creëren bijgevolg een vorm van transcendentie op het vlak van taalbetekenis
Opvatting over relatie tss betekenis – regels EN over verhouding tss hoorder – spreker
Er bestaan regels die vatslegge welke betekenis een zin heeft
75
, Bepaalde opvatting over de verhouding tss spreker – hoorder
o Vanuit perspectief hoorder: Concrete interpretatie volgt uit de regels en us dus
vooraf geregeld
o Voor de spreker: Omdat (correct) interpreteren verloopt volgens regels die spreker
en hoorder vr hun ontmoeting kennen, bestaat er vr de spreker gn risico dat zijn
woorden een betekenis zullen krijgen die hij nt voorzien heeft
o In principe is de spreker “heer en meester vd betekenis”
CONCLUSIE: Grice en Searle: Vorm van transcendentie w gecreëerd door regels die betekenis
vastleggen en die onafhankelijk vd concrete omstandigheden gelden waarin gesproken w; Regels
bieden een transcendent standpunt van waaruit zekere kennis mogelijk is, los vh concrete
III. Een ongepaste vorm van transcendentie
1. Regels over taalbetekenis helpen niet bij het interpreteren
2 voorbeelden (zie p. 165):
1) Indirecte taalhandelingen en zijn zeer alledaagse taalfenomenen; Vraag of bewering wordt
gebruikt om te bevelen
Donald Davidson: Essentie van taal = Een zin is alleen een uitdrukkingsmiddel in
taal, als hij om vr het even welk doel of met om het even welke bedoeling kan
gebruikt w
Davidson noemt dit het “principe vd autonomie van betekenis”
2) Hoorder weet welke taalhandeling spreken wil uitvoeren, omdat hij bijvoorbeeld de regels
kent die vastleggen dat een zin ene bewering of een vraag is
Grice en Searle geven geen antwoord op vraag hoe een taalgebruiker achter de
betekenis komt van wat de spreker zegt
Illustratie door Wittgensteins analogie van taal met gereedschapskist
3) Probleem waarmee Grice en Searle geconfronteerd w = Fundamenteel probleem ivm de idee
van taalregels; Het kan bijgevolg niet w opgelost door nog meer subtiele regels in te voeren
Regels die betekenis van woorden vastleggen = Zinloos, omdat je in taal altijd
tegen de regels in kan gaan
2 verschillen tss taalregels en spelregels (zie p. 166)
Problemen met transcendentie bij zingeving Elke interpretatie van transcendentie (zie voorgaande
hoofdstukken) heeft een probleem met de interpretatie van zingeving
Voorbeeld: Schroevendraaier < Wittgenstein vergelijkt taal met een gereedschapskist
Extra regels? < Vergelijking spelregels en betekenisregels
o Spelregels kunnen ‘extern’ beschrijven
o Spelregels overtreden heeft geen betekenis – Bij taalregels is dit wél zo!
2. Het probleem van de acteur
Probleem van theorie ligt in de interpretatie van transcendentie die impliciet in hun theorie aanwezig
is; Gedachte opgeven dat het mogelijk is de betekenis van zinnen vooraf vast te stellen
Consequenties voor hoorder en spreker
Hoorder: Om iemand te interpreteren, kan het nooit volstaan bestaande regels over
betekenis toe te passen op wat spreker zegt of doet: De interpretatie v/e spreker komt tot
stand in de oren v/e concrete hoorder
Spreker: Omdat we gedachte opgeven dat betekenis al in regels vastligt vr de interpretatie
door een concrete hoorder, is spreker nt meer vooraf zkr vd betekenis die hoorder aan zijn
woorden zal hechten; Enige dat spreker kan doen, is zich zo interpreteerbaar mogelijk
76
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ElleWoods2709. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.