Universiteit Leiden - Master Straf- en Strafprocesrecht
Vak: ILS Rechtsbescherming
Jaar:
Samenvatting van alle artikelen (32) die de lesstof zijn voor het tentamen.
ILS Rechtshandhaving | Literatuur samenvatting | 2023-2024
Inhoudsopgave
Week 1 – Algemene inleiding rechtshandhaving en keuze tussen handhavingsstelsels..............................................................3
Artikel 1 - F.C.M.A. Michiels, ‘Handhavingsrecht en handhavingsbeleid’........................................................................................3
Artikel 2 - Kabinetsnota over de uitgangspunten bij de keuze van een sanctiestelsel.....................................................................4
(Kamerstukken I 2008/09, 31 700 VI, D)...........................................................................................................................................4
Artikel 3 - B. van der Vorm, 'Bespiegelingen over de keuze tussen bestuursrecht en strafrecht'.....................................................5
Artikel 4 - J.H. Crijns, ‘Strafrecht als ultimum remedium. Levend leidmotief of archaïsch desideratum?.......................................6
Week 2 – Rechtswaarborgen bij punitieve handhaving............................................................................................................. 7
Artikel 5 - Afdeling Advisering van de Raad van State. Analyse van enige verschillen in rechtsbescherming en rechtspositie van
de justitiabele in het strafrecht en in het bestuursrecht...................................................................................................................7
Artikel 6 - Nader rapport bestuurlijke boetestelsel: standpunt van het kabinet over de verhouding tussen het strafrecht en het
punitieve bestuursrecht....................................................................................................................................................................8
Artikel 8 - J.H. Crijns, ‘Op zoek naar consistentie. Bestraffing buiten de rechter om in strafrecht en bestuursrecht’, RM Themis
2014, nr. 6, p. 263-274....................................................................................................................................................................14
Artikel 9 - N.G.H. Verschaeren, ‘Het Kabinetsstandpunt 2018 over de verhouding tussen het strafrecht en het punitieve
bestuursrecht naar aanleiding van het ongevraagde advies van de AARvS nader beschouwd’....................................................18
Jurisprudentie........................................................................................................................................................................ 22
Artikel 10 - T. Barkhuysen en M.L. van Emmerik, “Öztürk. Punitieve sancties en EVRM- waarborgen.”.......................................22
Week 3 – Samenloop van sancties.......................................................................................................................................... 24
Artikel 11 - T.N. Sanders, Handboek toezicht, handhaving en invordering, Den Haag: Boom juridisch 2022,...............................24
p. 383-398 (hoofdstuk 15 – Combineren van sancties)..................................................................................................................24
Artikel 12 - J.H. Crijns en M.L. van Emmerik, ‘Samenloop tussen strafrecht en punitief bestuursrecht. Zoeken naar evenredige
bestraffing......................................................................................................................................................................................26
Artikel 13 - A.P.W. Duijkersloot, ‘Recente ontwikkelingen met betrekking tot het una via-beginsel’.............................................27
Jurisprudentie........................................................................................................................................................................ 28
Artikel 14 - ABRvS 29 maart 2017, AB 2017/190, m.nt. T. Barkhuysen en M.L. van Emmerik (Marktvergunningen)...................28
Artikel 15 - HR 3 maart 2015 (Alcoholslotprogramma)..................................................................................................................29
Artikel 16 - HR 6 oktober 2015 (Una via-beginsel).........................................................................................................................29
Artikel 17 - HR 9 februari 2016 (Ne bis in idem-beginsel; hetzelfde feit).......................................................................................30
Artikel 18 - HR 15 maart 2022, NJ 2022/196 m.nt. N. Keijzer (Ne bis in idem bij sanctionering natuurlijke persoon en
rechtspersoon)................................................................................................................................................................................31
Artikel 19 - EHRM 15 november 2016 (A. en B. tegen Noorwegen)...............................................................................................32
Artikel 20 - EHRM 1 oktober 2020 (Prina t. Roemenië), AB 2021/81 m.nt. T. Barkhuysen & M.L. van Emmerik (Bestuurlijke
disciplinaire boete aan ambtenaar geen ‘criminal offence’)..........................................................................................................33
Artikel 21 - HvJ EU 20 maart 2018 (Menci)....................................................................................................................................34
Week 4 – Wettelijke grondslag en onderzoeksbevoegdheden................................................................................................. 36
Artikel 22 - M.J. Borgers, ‘Normering van ‘lichte’ opsporingshandelingen’, Delikt en Delinkwent 2015/15, p. 143-155..............36
Artikel 23 - L. Stevens, ‘Onderzoek in een smartphone. Zoeken naar een redelijke verhouding tussen privacybescherming en
werkbare opsporing’, Ars Aequi 2017, nr. 9, p. 730-735................................................................................................................37
Artikel 24 - J.J. Oerlemans en Y.E. Schuurmans, ‘Internetonderzoek door bestuursorganen’, NJB 2019/1132, p. 1458-1466.......38
Week 1 – Algemene inleiding rechtshandhaving en keuze tussen handhavingsstelsels
Artikel 1 - F.C.M.A. Michiels, ‘Handhavingsrecht en handhavingsbeleid’
Handhaving is: elke handeling die er op gericht is de naleving van rechtsregels te bevorderen of een overtreding te
beëindigen. Naleving van regels kan op verschillende manieren worden bewerkstelligd zoals voorlichting, toezicht,
opsporing, vervolging, sancties, maatregelen en afspraken.
Naleving is: het handelen en nalaten in overeenstemming met rechtsregels, waaronder ook het alsnog naleven nadat
eerst een overtreding is begaan wordt verstaan.
Vier vormen van toezicht:
1. Toezicht op naleving = het verzamelen van informatie over de naleving van wettelijke voorschriften, zo nodig
met behulp van wettelijk toegekende bevoegdheden, en het beoordelen van die informatie, alsmede het
trachten de overtreder tot naleving te bewegen.
2. Uitvoeringstoezicht = toezicht op de uitvoering van publieke taken door zelfstandige bestuursorganen, zijnde
rechtspersonen met een wettelijke en publieke taak.
3. Interbestuurlijk toezicht = toezicht van de verschillende overheidsorganen op elkaar.
4. Toezicht door organen met een marktordenende taak (zoals NMa en AFM).
Handhaving in het bestuursrecht (beleidsvrijheid voor bestuursorganen)
1. Sanctie, zijnde een besluit van een bestuursorgaan waarbij een verplichting wordt opgelegd of een recht wordt
ingetrokken (= maatregel)
2. Ordemaatregel is een tijdelijke maatregel om de openbare orde te herstellen, bv. een tijdelijke ontzegging in
een bepaald gebied te verblijven (≠ sanctie).
Handhaving in het strafrecht (opportuniteitsbeginsel voor het OM)
Sanctie, zijnde een strafmaatregel opgelegd door een rechter op vordering van het Openbaar Ministerie.
Transactie, geeft de overtreder de mogelijkheid om vervolging af te kopen door een bepaald bedrag te betalen
(of een werkstraf te verrichten).
Sepot, een besluit van het Openbaar Ministerie om de zaak om beleidsmatige of bewijstechnische redenen,
niet aan een rechter voor te leggen (al dan niet onder aan de verdachte gestelde voorwaarden).
Strafbeschikking, de bevoegdheid van het Openbaar Ministerie om zelf een straf op te leggen. Verdachte kan
tegen deze beslissing verzet instellen, waardoor de zaak alsnog zelfstandig door een rechter wordt behandeld.
Gedogen (bestuurlijk vs. justitieel) = de beslissing van de bevoegde instantie tot het afzien van handhaving, terwijl zij
op de hoogte is van een overtreding dan wel redelijkerwijs op de hoogte behoort te zijn en in beginsel handhavend kan
optreden.
3
, ILS Rechtshandhaving | Literatuur samenvatting | 2023-2024
Artikel 2 - Kabinetsnota over de uitgangspunten bij de keuze van een sanctiestelsel
(Kamerstukken I 2008/09, 31 700 VI, D).
Wanneer wordt het strafrecht ingezet en wanneer het bestuursrecht met de bestuurlijke boete/strafbeschikking? Bij de
keuze voor een sanctiestelsel staat de effectiviteit van de handhaving centraal. Effectiviteit van de handhaving is
afhankelijk van twee elementen:
1. De wijze waarop deskundigheid en capaciteit kunnen worden verzorgd ten behoeve van het toezicht op de
naleving van rechtsregels en vervolgens het sanctionerend optreden wanneer sprake is van een overtreding
van die regels.
2. Het incasseren van een opgelegde geldboete en, indien betrokkene zich verzet tegen de sanctie, de afhandeling
van beroeps- en bezwaarschriften en het voor de rechter behandelen van zaken.
Bij de keuze voor het sanctiestelsel kan onderscheid gemaakt worden naar de context waarin de overtreding is begaan;
een besloten context vs. open context.
Besloten context. In een besloten context staat een specifiek overheidsorgaan in het kader van de uitvoering
van de (bijzondere) wet in een rechtstreekse verbinding tot de burger of het bedrijf.
Kenmerken besloten context:
Het bestaan van een gespecialiseerd bestuursorgaan dat met de uitvoering van zekere wetten is belast, en
uit dient hoofde te maken heeft met een afgebakende doelgroep; en
Dat tussen dat orgaan en de doelgroep verbindingen zijn ter uitvoering van de wet of ten behoeve van het
toezicht op de naleving van wettelijke bepalingen.
Open context. Binnen een open context vindt handhaving van algemene rechtsregels plaats zonder dat er een
specifieke rechtsbetrekking tussen een gespecialiseerd overheidsorgaan en burger/bedrijf bestaat (bv. het
overschrijden van de maximumsnelheid waar algemene surveillance met camera’s of door politie nodig is
voor effectieve handhaving).
In een besloten context is bestuurlijke sanctionering het uitgangspunt. Binnen de open context vindt handhaving in
beginsel plaats middels het strafrecht.
Er kunnen contra-indicaties zijn die leiden tot de keuze voor een ander sanctiestelsel. Gelet op de ernst en de aard van
de overtreding (indien deze een zodanig aanzienlijke inbreuk maakt op de belangen van anderen of een forse
bedreiging vormt voor functioneren van de samenleving), de verwevenheid met andere delicten, internationale
verplichtingen en/of de noodzaak van rechtseenheid, kan ook in een besloten context het strafrecht wordt toegepast of
in een open context een bestuurlijke boete wordt opgelegd.
Handhaving door het bestuur
Bestuurlijke strafbeschikking is een vorm van strafrechtelijke handhaving, waarbij een bestuursorgaan
bevoegd is een strafrechtelijke boete op te leggen. Zij is zelfstandig verantwoordelijk voor het niveau, de aard,
de kwaliteit en de inzet van toezicht, alsmede de oplegging van sancties. Het Openbaar Ministerie is belast
met de afhandeling van verzet tegen de door het bestuur opgelegde sanctie; zij beoordeelt de zaak en beslist of
de zaak wordt geseponeerd (wegens bewijstechnische gebreken) of alsnog aan de strafrechter zal worden
voorgelegd.
Bestuurlijke boete is een vorm van bestuursrechtelijke handhaving. Het bestuursorgaan heeft de zelfstandige
bevoegdheid om een geldboete uit te vaardigen en is ook exclusief verantwoordelijk voor het
handhavingsbeleid, de kwaliteit van de handhaving, de incasso van de boetes en het behandelen van bezwaar-
en beroepschriften.
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper MasterStrafrechtLeiden. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €10,49. Je zit daarna nergens aan vast.