§ 1 Plaats van het verbintenissenrecht in het B.W. en het recht
Burgerlijk Wetboek:
Boek 3: titel III: Contracten of verbintenissen uit overeenkomst in het algemeen.
titel IV: Verbintenissen buiten overeenkomst.
titel IVbis: Vergoeding van de schade door abnormalen veroorzaakt.
= algemene regels inzake de vermogensrechtelijke verbintenissen (art. 1101-1386bis B.W.)
Worden vaak bestempeld als gemeen recht: deze regels, geschreven voor
vermogensrechtelijke verbintenissen, kunnen vaak ook bij analogie op andere verbintenissen
worden toegepast
3 boeken:
personen (personen- en familierecht)
goederen en verschillende beperkingen van eigendom (vermogensrecht)
op welke wijze eigendom verkregen wordt (vermogensrecht)
§ 2 De vermogensrechtelijke verbintenis
A. Definitie
Een vermogensrechtelijke verbintenis is een rechtsband tussen twee of meer personen, ontstaan
krachtens de wet, ingevolge een menselijke handeling (nl. eenzijdige of meerzijdige rechtshandeling of
een andere menselijke gedraging).
Gevolg: schuldeiser kan dankzij de verbintenis aanspraken doen gelden op de schuldenaar
- die in geld waardeerbaar zijn.
- die in rechte afdwingbaar kunnen zijn.
Contract = bron van verschillende verbintenissen
- Eenzijdig contract: doet slechts 1 verbintenis ontstaan.
- Wederkerig contract:
maakt van elke partij zowel schuldenaar als schuldeiser
bevat dus wederkerige verbintenissen
= wederzijds en samenhangend!
B. Analyse van de kenmerken
Kenmerk 1: een rechtsband tussen personen
Het verschil tussen vorderingsrecht (verbintenissen) en zakelijk recht
Intern bekeken: = kijken naar de rechtsverhouding
o Vorderingsrecht: het gaat om een band tussen personen waarbij de ene jegens de andere
aanspraak kan maken op een bepaalde gedraging van de andere persoon.
o Zakelijk recht: het gaat om een band tussen personen en een zaak, waarbij de titularis van een
zakelijk recht de zeggenschap over de zaak verkrijgt.
Extern bekeken: = kijken naar het probleem van derdenwerking
o Zakelijk recht: verbintenissen gelden erga omnes
o Vorderingsrecht: opsplitsing tussen aanspraken, tussen SE en SA en tussen haar bestaan als
rechtsfeit in het rechtsverkeer.
Het bestaan als rechtsfeit is tegenwerpelijk aan derden en kan door derden ingeroepen
worden.
De aanspraken werken enkel tussen SE en SA.
4
,Kenmerk 2: bronnen van verbintenissen
Hoe ontstaan verbintenissen?
De wet schept aan bepaalde gedragingen van personen een verbintenisscheppende of obligatoire
kracht.
Art. 1370 B.W.: 3 bronnen van verbintenissen
1) De overeenkomst = menselijk gedrag dat bepaalde rechtsgevolgen beoogt
Twee of meerzijdige rechtshandelingen (art. 1134 B.W.)
Eenzijdige rechtshandelingen (erkend door cassatie)
Bv. aanbod en de beloningsbelofte
2) De onrechtmatige daad = menselijk gedrag dat geen rechtsgevolgen beoogt
Vergoedingsplicht voor schade aan derden (art. 1382 B.W.)
3) Quasi contracten = menselijk gedrag dat geen rechtsgevolgen beoogt
Gelijken op verbintenissen bij de overeenkomst (art. 1371 B.W.)
Bv. zaakwaarneming, onverschuldigde betaling en verrijking zonder oorzaak
De vraag die we ons kunnen stellen is of ons verbintenissenstelsel een open of een gesloten karakter
heeft gekregen? Met andere woorden, mag deze lijst nog uitgebreid worden zoals destijds met de
eenzijdige rechtshandeling en een vorm van een quasi contract?
Een mogelijke uitbreiding is de verbintenis bij het wekken van rechtmatig vertrouwen
Vertrouwensleer eerder als correctiemiddel, bindend effect is nog altijd niet aanvaard
Kenmerk 3: voorwerp van de verbintenis
Waartoe verbindt de SA zich? Waarop kan de SE aanspraak maken?
Klassieke opdeling
Het voorwerp van de verbintenis kan bestaan in een verplichting:
I. om iets te doen (facere)
II. om iets niet te doen (non-facere)
III. om iets te geven (dare) = overdracht van een zakelijk recht
Bij een genus-zaak (‘soort zaak’, stoffelijk) moet er altijd eerst afgezonderd worden (= facere)
eer er sprake kan zijn van de eigendomsoverdracht (= dare).
Bij een species-zaak (‘schijn zaak’, fictie) is de eigendomsoverdracht voltooid bij de consensus
(overeenkomst)
Het verschil tussen een genus- en een species-zaak is nog van belang voor het bepalen van het
tijdstip van het eigendomsrecht.
Moderne opdeling
Resultaatsverbintenis
De schuldenaar verbindt zich er toe een resultaat te bereiken.
Blijft SA in gebreke dan moet SE enkel het bestaan van de verbintenis bewijzen.
De bewijslast ligt dus op de SA, waarbij enkel bewijs van overmacht hem bevrijdt ->
overmachtsleer
Inspanningsverbintenis
De schuldenaar verbindt zich er toe de nodige inspanningen te leveren om een resultaat te
bereiken.
Blijft de SA in gebreke dan moet SE bewijzen dat de SA onvoldoende inspanningen heeft
geleverd om het resultaat te bereiken, nl. dat hij niet gehandeld heeft als een voorzichtig en
bedachtzaam persoon -> goede huisvader
Let op:
1) De moderne opdeling doorkruist dus de klassieke opdeling: non-facere en dare is doorgaans een
resultaatsverbintenis.
2) Uit één overeenkomst kunnen zowel inspannings- als resultaatsverbintenissen voortvloeien.
3) Partijen kunnen zelf het voorwerp – resultaats- of inspanningsverbintenis – kiezen.
5
,4) Bij twijfel zal de rechter kijken naar de gemeenschappelijke bedoeling van de partijen.
Voorbeeld van twjifelgeval:
Wasserij moet een bruidskleed wassen. Er staan geen wasvoorschriften of manieren op om het kleed te
wassen. Wanneer de jurk dus ook effectief kapot gaat, is het in eerste instantie een
resultaatsverbintenis, maar geen enkele wasserij kan een optimaal resultaat garanderen. Dus is het
een inspanningsverbintenis.
Kenmerk 4: afdwingbaarheid van een verbintenis
Als de SA zijn verbintenis niet nakomt, kan de SE hem daartoe in rechte dwingen.
Dit gebeurt steeds in 3 stappen:
1) De ingebrekestelling van de SA
2) Vonnis bekomen met rechterlijk bevel om verbintenis na te komen
3) Vonnis doen uitvoeren met dwangmiddelen (deurwaarders, …)
Hierbij geldt altijd het principe dat de rechtstreekse uitvoering (= in natura) van de verbintenis de
voorkeur krijgt.
Tenzij dit fysieke dwang zou vereisen
Tenzij directe uitvoering onmogelijk is geworden of ingeval van rechtsmisbruik. Dan heeft SE
recht op een vervangende schadevergoeding.
Anders kan de SE:
1) Vrede nemen met de onrechtstreekse uitvoering in natura door een derde (art. 1143 B.W.)
2) Veroordeling eisen om zijn verbintenis na te komen onder verbeurte van een dwangsom (Bv. per
maand uitstel een boete van €100)
6
, HOOFDSTUK 1: BEGRIP EN SOORTEN OVEREENKOMSTEN
Afdeling 1: Begripsbepaling
§1. Het begrip overeenkomst
Een overeenkomst is een op wilsovereenstemming of consensus berustende meerzijdige
rechtshandeling waarbij een of meer partijen jegens een of meer anderen, juridische verbindingen
aangaan
§2. Kenmerken van een vermogensrechtelijke overeenkomst
Overeenkomst tussen particulieren die ertoe strekt vermogensrechtelijke verbintenissen of
zakelijke rechten te vestigen, over te dragen of teniet te doen
A. De overeenkomst berust op een wilsovereenstemming
Wilsovereenstemming: de gezamelijke toestemming van alle bij de overeenkomst betrokken partijen
Alle partijen moeten op elkaar gerichte toestemming hebben
B. De overeenkomst wordt gesloten tussen twee of meer personen
De opstellers van het burgerlijk wetboek namen het tweepartijencontract voor ogen. Dit kan in ruimere
zin ook als twee groepen van partijen worden gezien als de belangen gelijkgezind zijn
Zijn er meer dan twee contractpartijen, dan gaat het om een driepartijen- of
meerpartijenovereenkomst. De partijen hebben tegengestelde belangen of minstens onderscheiden
belangen
Soms kan het zo zijn dat een tweepartijencontract een meerpartijencontract wordt doordat het de
gemakkelijkste weg is wanneer er anders een tweede contract zou moeten worden gesloten. Dit zal het
jegens elkaar inroepen van de exeptio non adempleti contractus of het ontbindingsrecht bij
wanprestatie vergemakkelijken
C. De overeenkomst verondersteld de bedoeling om rechtsgevolgen te doen ontstaan
De partijen moeten de bedoeling hebben zich te verbinden. Is de overeenkomst geldig gesloten, dan
krijgt zij krachtens de wet een verbindende kracht: zij strekt alle partijen tot wet art 1134, lid 1 BW
Er zijn echter ook juridisch onverbindende afspraken: gentlemen’s agreement, louter morele afspraken,
…
Afdeling 2: Soorten overeenkomsten
§1. Vermogensrechtelijke en andere overeenkomsten
A. Andere privaatrechtelijke overeenkomsten
Vb.: familierechtelijke, de proces- en bewijsrechtelijke, de vennootschapsrechtelijke overeenkomsten ,
…
Toch kan het vermogensrecht veeleer analoog worden toegepast op de andere privaatrechtelijke
overeenkomsten omdat het vermogensrecht kan worden gezien als gemeen recht
B. Verdragen, publiekrechtelijke overeenkomsten en contracten van particulieren met de overheid
Internationaalrechtelijke overeenkomsten (verdragen): afspraken tussen soevereine
internationaalrechtelijke rechtspersonen of Staten
Publiekrechtelijke overeenkomsten: alle andere afspraken tussen overheden binnen eenzelfde Staat
7
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper zoëkuijlaars. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.