Ethiek in de zorg: Les 5
1. Onderlinge relatie tussen zorgverstrekkers enerzijds en tussen
zorgverstrekkers en-organisaties anderzijds
1.1Verhouding arts-verpleegkundige
Weinig geanalyseerd
Door het publiek gekend als vennoten in de gezondheidssector
Verpleegkundige meest aanwezige en constante element in de verhouding
o Meest contact tussen verpleegkundige en patiënten/familie
o Vermoedelijk ook meest open discussie, waarin reële
bekommernissen en motieven en niet louter medisch-technische
dimensies aan bod komen
Anderzijds perceptie door publiek van verpleegkundige als ondergeschikt
aan arts
1.2Historische evolutie in rollenpatroon
- “De getrainde verpleegster is een van de grote zegeningen geworden van
de mensheid, een plaats innemen naast de arts en de priester en niet
onderdoen voor een van beide in haar missie”.
- “In de geleidelijke arbeidsverdeling, waardoor de beschaving heeft
voortgekomen uit de barbaarsheid, hebben de dokter en de verpleegster
ontwikkeld, als nuttige accessoires in de onophoudelijke oorlogvoering,
waar de mens mee bezig is” (Sir William Osle).
1
, 1.3Historische rollenpatroon
Priester: streeft het ‘summum bonum’ na, hulp aan de mens naar het hoogste
goed (religieuze insteek)
Arts: getraind om te vechten tegen het ‘summum malum’.
Frustratie dit niet te kunnen waarmaken, zowel bij artsen als bij bevolking.
Blijvende confrontatie met broosheid van het leven:
- Plotse dood van een kind/adolescent aan bacteriële meningitis.
- De schok en de maatschappelijke ontwrichting bij nieuwe, ongekende
epidemie zoals COVID-19 of natuurrampen
- Relatieve verbetering van prognoses, waarin bescheidenheid aan de orde
blijft ondanks evidente vooruitgang en verbetering.
Verpleegkundige: het moederlijke verzorgen
Verzorgingsfunctie, die in principe iedereen aankon vanuit de bevolking
zelf (als een bijna intrinsieke, basale competentie).
1.4Florence Nightingale
= FLORENCE NACHTINGAAL
“Elke vrouw of in ieder geval bijna elke vrouw binnen Engeland heeft op een of
ander moment de leiding over haar leven de persoonlijke gezondheid van
iemand, kind of invalide met andere woorden, elke vrouw is verpleegster”.
Opmerkingen over verpleging 1859
Te situeren in tijdsgeest en -kader tegen achtergrond van frequente acute
pathologie, beperkte voorzieningen, kortere levensverwachting, hoge
kindersterfte,…
Nog steeds frequent of dominant in vb: Afrikaanse samenlevingen
Kenmerkend: functies staan naast elkaar.
1.5Artsen en verpleegkundigen
Beroepsgroepen in toenemend complexere organisaties
Betrokkenheid van alle werknemers in de organisaties met inbegrip van
ondersteunende diensten
Gezamenlijk doel van kwalitatieve patiënten/ klanten-zorg
Gezamenlijke rechten en plichten, vertaald in een arbeidsreglement
Gezamenlijke trots uitdragen
Vertaald in een missie/visie van de instelling
2
, 1.6Ethiek in de geneeskunde
Vrij goed gedefinieerd voor artsen formele code
- Reeds lang ontwikkeld
- Vrij universeel
- Toegang tot beroep, naast opleidingstraject en attestering van behalen
van eindtermen, meestal geregeld door eet of gelofte als consecratie
o Eed van Hippocrates
o Gelofte van Maimonides
o Eed van WHO (1948)
Eed van Hippocrates:
De nationale raad van de Orde der artsen heeft zijn Artseneed (oorspronkelijk de
Eed van Hippocrates) geactualiseerd in het licht van de Verklaring van Genève,
herzien en aangenomen door de World Medical Association (WMA) sinds 2017.
Nu ik toetreed tot het medisch beroep, beloof ik dat ik mij naar mijn beste
vermogen zal inzetten voor een kwaliteitsvolle geneeskunde ten dienste
van de medemens en de samenleving.
Ik zal de gezondheid en het welzijn van mijn patiënt als prioriteit
beschouwen.
Ik zal de personen die mijn zorg vragen correct informeren.
Ik zal de autonomie en de waardigheid van mijn patiënt eerbiedigen.
Ik zal erop toezien dat het menselijk leven optimaal geëerbiedigd wordt.
Ik zal mijn plicht ten aanzien van mijn patiënt vervullen zonder
onderscheid van leeftijd, ziekte of handicap, levensbeschouwing, etnische
afstamming, gender, nationaliteit, politieke overtuiging, ras, seksuele
geaardheid, sociale stand of enige andere factor.
Ik zal de geheimen die mij worden toevertrouwd bewaren, ook na de dood
van mijn patiënt.
Ik zal het beroep van arts plichtsbewust en waardig uitoefenen, met
inachtneming van de goede medische praktijkvoering.
Ik zal mijn professoren, mijn collega’s en mijn studenten het respect en de
erkenning tonen die hen toekomen.
Ik zal mij blijven bijscholen en mijn medische kennis delen in het belang
van de patiënt, de grenzen van mijn mogelijkheden niet overschrijden en
waar mogelijk bijdragen tot de vooruitgang van de geneeskundige kennis.
Ik zal verantwoordelijk omgaan met de middelen die de maatschappij ter
beschikking stelt en ijveren voor een gezondheidszorg die toegankelijk is
voor iedereen.
Ik zal toezien op mijn eigen gezondheid, mijn welzijn en de instandhouding
van mijn opleiding om onberispelijke zorg te verlenen.
Ik zal mijn medische kennis niet gebruiken om de mensenrechten en de
burgerlijke vrijheden te schenden, zelfs onder dwang.
Dit verklaar ik plechtig, uit vrije wil en op mijn woord van eer.
3