SOCIALE MARKETING
H1 PLANMATIGE BEVORDERING VAN GEZOND GEDRAG
INLEIDING
Sociale marketing = gebruikt klassieke marketing principes om bepaald gedrag binnen een bepaalde groep te
veranderen, dat niet enkel ten goede is van het individu maar ook van de bredere omgeving, de maatschappij.
We willen dat mensen hun gedrag veranderen op een positieve manier.
Bv.: stoppen met roken, hybride rijden, veilige seks,… Beogen allemaal een positieve impact.
Gezondheidsvoorlichting = alle activiteiten die kunnen worden ondernomen om te zorgen dat mensen zich
vrijwillig gezonder gedragen. Focus op individu. Bv.: vaccinatie, drinken en rijden, verkeersveiligheid,… veel
meer dan gewoon voorlichting.
Gezondheidsbevordering = combinatie van gezondheidsvoorlichting (individu) en omgevingsverandering
(omgeving), die (samen) gezond gedrag en gezonde levenscondities stimuleren. Bv. campagnes over te snel
rijden combineren met het plaatsen van flitspalen.
Planmatige gezondheidsbevordering: multidisciplinair
1. Begrijpen probleem (epidemiologie)
2. Verklaren van gezond en ongezond gedrag (sociale psychologie)
3. Beïnvloeden van gedrag door voorlichting (communicatie wetenschappen)
DOELEN GEZONDHEIDSBEVORDERING
Primaire preventie = voorkomen van gezondheidsprobleem, wegnemen van oorzaken of risicofactoren voor
aandoeningen. Bv. vaccinatie om griep te voorkomen.
Secundaire preventie of vroege opsporing = identificatie van mensen in een vroeg stadium zodat een gerichte
behandeling, gedrags- of omgevingsverandering kan gebeuren. Dit is enkel zinvol wanneer een vroegtijdige
behandeling effectief is. Vb.: Vlaams bevolkingsonderzoek naar darmkanker of borstkanker.
Tertiaire preventie of zorg = start na diagnose. Mensen getroffen door diagnose of handicap, beheersen van
handicap of ziekte, om erger te voorkomen (diabetes/therapietrouw). Cure and care. Doel = zo goed mogelijk
leven met en beheersen van de aandoening om de levenskwaliteit te vergroten of stabiel te houden.
Oefening:
- Lekker en gezond eten met diabetes tertiaire preventie
- Zonnebanken geven meer kans op huidkanker primaire preventie
- Laat je huid checken secundaire preventie
1
,DOELGROEPEN EN PREVENTIE
Hoogrisicobenadering (valpreventie bij bejaarden):
- Identificatie risicogroep o.b.v. erfelijkheid, risicogedrag
- Relatief hoog risico
- Prevalentie verhoogd risico is laag
- Groot voordeel voor individu in risicogroep, klein voordeel voor populatie
Populatiebenadering (bv. stimulatie van gezond eten):
- Hele bevolking – grote doelgroep
- Gemiddeld relatief risico is laag
- Prevalentie van het risico is hoog
- Laag voordeel voor individu, groot voordeel voor populatie/volksgezondheid
Preventieparadox: benadering voor verminderen van binge drinken bij jongeren hoogrisicobenadering.
Benadering verlagen van zoutinname (voedingsadvies) populatiebenadering. Is het wel goed om enkel op de
hoog risicogroep te focussen? We kunnen veel mensen missen die nu geen hoog risicogroep zijn maar later
misschien wel. Als we een aandoening willen verminderen in volledige populatie mogen we grote groep met
laag risico niet negeren. Ze hebben nu geen hoog risico maar kunnen op termijn wel een relatief hoog risico
krijgen.
DOELGROEPEN EN INTERVENTIE
Universele preventie:
- Bij alle mensen gezondheid verbeteren (=populatiebenadering)
- Bij allen ziekte verminderen
Selectieve preventie:
- Gericht op specifieke groep
- Hoogrisicobenadering
- Gelinkt aan secundaire preventie
Geïndiceerde preventie:
- Gericht op individu met beginnende klachten en symptomen
- Ontstaan ziekte/verder klachten voorkomen
- Hoogrisicobenadering
- Gelinkt aan secundaire preventie
Zorg gerelateerde preventie:
- Gericht op individu met ziekte
- Ziektelast reduceren
- Gelinkt aan tertiaire preventie
MIDDELEN OM GEZONDHEIDSBEVORDERING TE BEREIKEN
Voorlichting: interventies ter bevordering van gezond gedrag, informatieoverdracht. Enkel dit is niet voldoende.
2
,Voorzieningen: bv. spuit§ omruil bij druggebruikers, fruit programma’s op school, signaal bij niet dragen gordel,
nudging.
Regelgeving, controle en sancties: bv. leeftijd alcohol. Kan niet altijd bv. condoomgebruik omgeving
aanpassen, beschikbaarheid.
Werken in interactie met elkaar: bv. verplichten fietshelm, goed idee? Grootste slaagkans als ze gecombineerd
worden
GEDRAG EN OMGEVING
Educatieve benadering: verantwoordelijkheid bij individu.
Ecologische benadering: rol van omgeving als risicofactor meer benadrukt
- Groeiend belang omgeving
- Meer nuance: interactie tussen individu, organisatie, omgeving, regelgeving, community,…
- Bv. dronken rijden: individu, peers, cafébaas, politie, alternatief vervoer, wetgeving,…
- Bv. voeding kinderen: opvoeding, thuisomgeving, schoolsituatie, regelgeving,…
ETHIEK
Mogen we mensen wel lastigvallen? Mogelijke negatieve effecten: angst, stigmatisering (bv. rokers,
overgewicht), grote gezondheidsverschillen tussen diverse groepen (hoge Sociaaleconomische status (SES),
makkelijker bereikbaar)
Rol van autonomie vrijwillige gedragsverandering: moeten we gezond gedrag bevorderen of autonomie?
Medisch model (paternalistische visie, gaat eerder om de uitkomst dan wat mensen er (vrijwillig) uit geleerd
hebben) vs. hoger-onderwijsmodel (geïnformeerd-keuzemodel, inzetten op vrijwillige keuzes, mensen laten
nadenken over gezonde keuzes, stimuleren optimaal geïnformeerde autonome keuzes over gezond en
ongezond gedrag).
Wanneer kan autonomie ingeperkt worden? Roken bij kinderen bijvoorbeeld, waar ligt de grens?
Stigmatisering van obesitas tegenbeweging probleem: de negatieve gevolgen van overgewicht worden
niet vermeldt, net iets te weinig focus op dat het effectief voor gezondheidsproblemen kan zorgen. Welke
campagnes zijn goed en welke niet?
VALKUILEN PLANNINGSMODEL
1. Focus op een niet bestaand probleem: >2 glazen alcohol bij zwangere vrouwen
2. Het verkeerde gedrag: gasfornuis promoten ter preventie van brandwonden terwijl dit net meer
voorkomt bij gasfornuis.
3. Verkeerde determinanten: kinderzitjes in auto’s, ouders bewuster maken van het gebruik maar ouders
waren zich hier al van bewust. Kinderen wouden hier niet in zitten omdat het niet gemakkelijk was.
4. De verkeerde interventie: promoten van schone spuiten bij druggebruik. Alleen info geven is niet
voldoende als deze propere spuiten niet beschikbaar zijn.
5. Evaluatie op juiste niveau: kennis slogan is geen maat voor gedrag. Iedereen kent de slogan van de
BOB-campagne maar dit betekent niet dat de campagne sowieso effectief is
3
, Hulpmiddelen:
- Definieer vraagstelling correct
- Inventariseer kennis
- Desk research (literatuur, statistieken,…)
- Laat je leiden door theorie
- Doe aanvullend onderzoek
H2 ANALYSE VAN GEZONDHEIDSPROBLEMEN (VOLKSGEZONDHEID)
4