Samenvatting sociaal
zekerheidsrecht
Hoofdstuk 1: Inleiding tot de sociale zekerheid
Wat is sociale zekerheid?
Sociale zekerheid = Het geheel van maatregelen en instellingen die tot doel hebben aan elke
burger voldoende bestaansmiddelen te waarborgen, op ogenblikken waarop diens
bestaanszekerheid ten gevolge van bepaalde risico’s wordt bedreigd bv. Gezondheidszorg,
het economisch beleid, onderwijs, …
Sociale zekerheid bestaat uit 7 takken:
Rust- en overlevingspensioenen
Werkloosheid
Arbeidsongevallenverzekering
Beroepsziekteverzekering
Gezinsbijslag
Ziekte- en invaliditeitsverzekering
Jaarlijkse vakantie
Met sociale bijstand of residuaire regelingen wordt bedoeld:
Leefloon (en sociale bijstand in brede zin)
Inkomensgarantie voor ouderen
Gewaarborgde gezinsbijslag
Tegemoetkomingen aan gehandicapten
Risico’s kunnen op 2 manieren bestaanszekerheid burger aantasten:
Het inkomen te verminderen: Arbeidsinkomen van verzekerde valt geheel of
gedeeltelijk weg en sociale zekerheid vangt inkomensverlies op (bv. Ongeval,
zwangerschap, bevalling)
De uitgaven te vermeerderen bv. Na een ongeval, ziekte of opvoeding kinderen. De
sociale zekerheid zal deze kosten (gedeeltelijk) opvangen of terugbetalen
Sociale zekerheid zijn wetten, KB’s, gebouwen, mensen die er mee bezig zijn, … Als persoon
in maatschappij er niet in slaagt om voor zijn eigen loon te zorgen, gaat de sociale zekerheid
hen opvangen
! Je kan niet het klassieke systeem volgen als je gehandicapt bent of je past niet in hoe de
maatschappij het ziet (Geraken nooit aan werk, bv. Kunstenaar maakt iets wat niemand mooi
vindt of waar niemand geld aan wil geven) Zij krijgen dan bv. Leefloon
,Kenmerken van de sociale zekerheid
Solidariteit
Solidariteit is centrale begrip in ons sociale zekerheidssysteem tussen werkenden en
werklozen, jongeren en ouderen, gezonden en zieken, mensen met en zonder inkomen,
gezinnen met en zonder kinderen
De bijdragen die worden betaald op het loon van de WN, worden gebruikt voor de
financiering van de sociale zekerheid voor alle rechthebbenden. Deze solidariteit is
gewaarborgd doordat:
Werkenden bijdragen betalen in verhouding met hun loon
De financiering grotendeels gebeurt door de gemeenschap
Vakbonden, ziekenfondsen en werkgeversorganisaties mee beslissen over
verschillende aspecten van het systeem
Verplicht karakter
Sociale verzekeringen zijn verplicht:
Men heeft niet de keuze er al dan niet aan te willen deelnemen en enkel een eigen
persoonlijke verzekering te nemen bv. Pensioengerechtigden kunnen er niet voor
kiezen enkel zelf in te staan voor het eigen pensioen
Men kan ook niet kiezen geen bijdragen te betalen voor takken van de sociale
zekerheid waar men geen belang bij zou hebben bv. Mensen zonder kinderen betalen
nog altijd voor de sector gezinsbijslag
Kenmerken van sociale zekerheid:
Omvat wetgeving van nationale en internationale oorsprong
Is in het algemeen van openbare orde
Doet een objectief recht ontstaan op prestaties in geld of in natura
o Vervangend inkomen = Ontvang je bij loonverlies (niet werken door ziekte,
werkloosheid, pensionering of vakantie)
o Aanvullend inkomen = Dit ontvang je in geval van bijkomende kosten door
bijvoorbeeld kinderlast
o Terugbetaling kosten = Dit gebeurt bij ziekte of ongeval
o Bijstand = Dit ontvang je in een of andere vorm als je niet in staat ben om
voor een inkomen te zorgen en je voldoet niet aan de voorwaarden voor een
vervangend inkomen
Sociale zekerheid is in de Europese lidstaten gebaseerd op twee ideologische systemen:
Bismarck: Duitse kanselier van eind 19de eeuw: financiering sociale zekerheid door
WG en WN en overheid voor wat de pensioenen betreft. De voordelen zijn afhankelijk
van het salaris: het gaat om een solidariteit tussen de werkende bevolking
Lord Beveridge: Eerste helft 20ste eeuw: niet alleen de werkende bevolking, maar de
hele bevolking heeft recht op bestaansveiligheid, via belastingen wilde hij dezelfde
voordelen voor alle burgers in geval van werkloosheid, ziekte, pensioen, …
België combineert beide systemen: pensioenen (behalve min.- en max. bedragen) zijn
afhankelijk van die bijdragen die je ervoor hebt betaald (Bismarck) en iedereen heeft recht
op terugbetaling ziekenhuiskosten (Beveridge)
,! Sociale zekerheidssystemen in ons omringde landen zijn vaak gebaseerd op het ene of het
andere systeem (Duitsland: Bismarck system, Verenigd Koninkrijk: Beveridge systeem)
Stelsels van sociale zekerheid
Er zijn 3 stelsels:
Stelsel van de loontrekkenden
Stelsel van de zelfstandigen
o Ze zijn verzekerd voor gezondheidszorgen, invaliditeitsuitkeringen,
moederschapsuitkeringen, gezinsbijslagen, pensioenen en faillissement
o Zelfstandigen sluiten zich aan en betalen sociale bijdragen aan een sociale
verzekeringskas voor zelfstandigen of aan de Nationale Hulpkas der
Zelfstandigen in de schoot van het RSZ (Rijksinstituut voor de Sociale
Verzekeringen der Zelfstandigen)
Stelsel voor de ambtenaren
o Plaatselijke en provinciale overheden via RSZPPO
o Andere ambtenaren: rechtstreeks verzekerd via de tewerkstellende overheid
zelf
o Zijn wel via algemeen stelsel van de werknemers verzekerd voor
gezondheidszorgen
o Betalen hun trimestriële sociale zekerheidsbijdragen aan het sociale
verzekeringsfonds waarbij ze zijn aangesloten, gebaseerd op hun
professionele inkomen. Zie hieronder de bedragen voor 2017 (Hoogste
inkomen moet niets betalen vanaf bepaald bedrag)
! Zelfstandigen zijn maar voor een deel verzekerd, niet voor werkloosheid, vakantie,
arbeidsongevallen en ziekten
Structuur van de RSZ
Sociale zekerheid voor werknemers wordt gefinancierd door bijdragen op het loon en
aangevuld met overheidssubsidies. Werknemers en werkgevers dragen samen de sociale
lasten.
, ! Gezinsbijslagen, jaarlijkse vakantie, arbeidsongevallen en beroepsziekten alleen door de
werkgeversbijdragen
Werkgevers- en werknemersbijdragen moeten op vaste tijdstippen door de werkgever
gestort worden aan een centraal inningsorganisme, de RSZ (Rijksdienst voor Sociale
Zekerheid). RSZ verdeelt de bijdragen over de sociale parastatalen:
RIZIV: Rijksinstituut voor Ziekte- en invaliditeitsverzekering
o Verdeelt geld tussen ziekenfondsen en officiële Hulpkas voor Ziekte- en
invaliditeitsverzekering
FPB: Federale pensioendienst
o Pensioenen uitkeren en uitbetalen
RVA: Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening
o Stellen recht op werkloosheidsvergoeding vast
RJV: Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie
o Verricht zelf deel van uitbetalingen van jaarlijkse vakantiegeld voor
handarbeiders
FAMIFED
o Kinderbijslagfonds
o Betaalt zelf beperkt deel gezinsbijslagen uit en stuurt grootste deel naar
kinderbijslagfondsen
Fedris: Federaal Agentschap voor Beroepsrisico’s
o Uitbetaling vergoedingen aan slachtoffers van erkende beroepsziekten
o Voor 1/1/17: FBZ (Fonds voor beroepsziekten) en FAO (Fonds voor
arbeidsongevallen)
Onderlinge verhouding instellingen:
Onderwerping aan de sociale zekerheid voor werknemers
Algemeen
! RSZ-wet is van openbare orde Voorrang op wil partijen
Territoriaal toepassingsgebied
Algemene regel: Belgische RSZ is van toepassing (en alleen dan van toepassing) op
werknemers die in België werken (nationaliteit speelt geen rol)
Voor een WG die in
België is
gevestigd