Methodologie: kwalitatief onderzoek voor de gezondheidszorg
Deel 1: Introductie tot kwalitatief onderzoek – het begin
HOOFDSTUK 1: DE EIGENHEID VAN KWALITATIEF ONDERZOEK
A. Wat is kwalitatief onderzoek?
Definitie:
“Qualitative research is a form of social inquiry that focuses on the way people make sense of their
experiences and the world in which they live”
Kwalitatief onderzoek:
® Focust op de manier waarop mensen omgaan met hun ervaringen en de wereld waarin ze
leven
® Verschillende aanpakken met hetzelfde doel: het begrijpen, beschrijven en interpreteren van
sociale fenomenen zoals ze worden waargenomen door individuen, groepen en culturen
(gedrag, gevoelens en ervaringen)
® Basis kwalitatief onderzoek: ligt in de interpretatieve benadering van sociale realiteit en het
beschrijven van de beleefde ervaringen van mensen
® Handig bij het exploreren van verandering of conflict
B. De kenmerken van kwalitatief onderzoek
Bij kwalitatief onderzoek heb je geen traditioneel
onderzoeksproces:
® Het is complexer, geen lineair proces
® Bijsturen door bevragingen en percepties
1. Primacy of data
= De data vormen altijd het vertrekpunt
» De data hebben prioriteit
Onderzoekers gaan naar de participanten om rijke en diepgaande data te verzamelen
à Op deze data wordt de theorie gebaseerd, data = basis
» Inductief onderzoeksproces
= Uit de data wordt de theorie geformuleerd, van het specifieke naar het algemene
à Data leiden tot theorie, niet omgekeerd
Het theoretische kader van het onderzoek is niet vooraf bepaald maar gebaseerd op
binnenkomende data.
» Geen hypotheses
Theorieopbouw: niet vertrekkend vanuit hypothese, begin met open perspectief
» De bestaande theorie is niet bepalend
Binnenkomende data kunnen bestaande veronderstellingen en theorieën weerleggen
of bevestigen.
, » De data bepalen het verloop van het onderzoek
De data hebben prioriteit, zorgen voor nieuwe theoretische ideeën en helpen om
reeds bestaande theorieën aan te passen. Je gaat waar de data je brengt, niet
omgekeerd.
» Flexibel en dynamisch
Focus zowel op proces als resultaten
2. Contextualisation
= De context is cruciaal (holistic inquiry)
» Mensen zijn product van hun context, historiek en temporaliteit
De context van participanten hun leven of werk beïnvloedt hun gedrag
» Zowel persoonlijke, sociale als culturele context
» Speelt vooral bij datacollectie en –analyse
De condities waarin data verzameld wordt zijn beïvloedende factoren: locatie, tijd,
geschiedenis, organisationele context, groepsfeer, …
» Moet door de onderzoeker verkend worden
» Onderzoeker houdt rekening met de totale context van mensen hun leven
à Inclusief zichzelf!
3. Immersion in the setting
= Onderzoek in de ‘echte’ leefwereld van de participanten (naturalistic inquiry)
» “Immersion”, jezelf onderdompelen
» De onderzoeker treedt binnen, wordt deelgenoot
» Legt als vreemde het vanzelfsprekende van de leefwereld bloot
= “Naïve observer” (ook wanneer je setting zelf goed kent)
à Onderzoekers bevragen ook hun eigen veronderstellingen en gedragen zich als
onwetend binnen de setting
à Eigen vooroordelen in vraag stellen & je als ‘stranger’ gedragen: “make the
familiair strange”
» Gericht op inzichten in processen, interacties, betekenis, waarden
Familiair worden met hun wereld (niet enkel de fysieke omgeving, maar ook hun
eigen ideologieën, waarden en manier van denken)
à De wereld proberen zien vanuit hun perspectief
Geen experimentsetting!
4. The ‘emic’ perspective
= Inzich vanuit het perspectief van de participant waardoor onderzoekers de situatie bekijken
zoals de participanten doen = ‘the insiders view’
= ‘empathetic understanding’
» Emic
= insider worden – de interne logica van een bepaalde groep proberen doorgronden,
de ‘subjectieve’ belevingswereld van de ander helemaal leren begrijpen; dit kan
alleen door tijdelijk al je eigen (positieve en negatieve) oordelen aan de kant te zetten
, » Etic
= kijken als outsider, je eigen verklaringen, interpretaties en oordelen over wat je ziet
- naar het grotere geheel kijken
Combinatie van beide: onderzoeker wisselt constant tussen ‘emic’- en ‘etic’-perspectief
à Belangrijk: je leert de groep begrijpen maar kan er ook afstand van nemen om zaken in
vraag te stellen en verandering teweeg brengen
! Is niet statisch maar dynamisch (processen, interacties, betekenis, patronen)
à De betekenis die de participanten aan bepaalde situaties linken, kan veranderen!
à Probeer het proces te begrijpen waarmee de participanten hun eigen gedrag proberen te
begrijpen en hou rekening met de motieven en intenties
‘Empowerend’ : Je geeft stem aan de deelnemers + zij sturen de studie
5. Thick description
= Onmisbaar, “description in vivid detail”
Volledige, diepgaande beschrijving van:
- Onderzoeksproces
- Cultuur/context
- Resultaten: “deep, dense, detailed account of experiences.”
- Verduidelijkt detail, context, emoties en het web van sociale relaties die de ene persoon
aan de andere linkt
» Niet enkel feitelijk maar ook theoretisch en analytisch
» Geeft een theoretisch en abstract idee over wat leeft
6. The research relationship
= Verhouding, relatie onderzoeker-deelnemer
Niet-beoordelende houding
= Belangrijk om toegang te krijgen tot de ware gedachten en gevoelens van de participanten
» Wederzijds vertrouwen
» “Rapport” verkrijgen: onderhandelen, bespreken en ideeën delen
» Expertise ligt bij participanten, zij gidsen de onderzoeker door het thema, wat voor
hen belangrijk is om mee te geven
Jij als onderzoeker moet blijven leren en die kennis ligt bij de participant (ookal heb je al veel
gelezen en geïnterviewd, moet je open minded blijven want iedereen heeft een ander
verhaal; zij gidsen jou, niet omgekeerd)
7. Insider-outsider research
= De positie van de onderzoeker situeert zich op een continuüm van insider-outsider
- Insider = onderzoeker maakt zelf deel uit van de leefwereld waarin het onderzoek
plaatsvind
- Outsider = buitenstaander
à Dus de mate waarin de onderzoeker deel uit maakt van de (sub)cultuur van de
participanten
, Insider research:
Voordelen Nadelen
> Kan betere inzichten verkrijgen > Onderzoeker kan vooroordelen
> Makkelijker aangezien de groep de hebben
onderzoeker reeds kent > “Gesloten geest” voor de mening van
> Voor de hand liggende regels en anderen waardoor blinde vlekken
observaties binnen de setting hoeven > Niet in staat zijn de nodige afstand van
niet meer uitgelegd te worden het onderzoek te nemen waardoor
> Participanten vertellen meer tegen een geen nieuwe kennis verzamelt kan
collega dan een buitenstaander worden
> Verwachtingen van participanten (=
collega’s): denken dat je hun vooruit
gaat helpen – duidelijk maken vanaf
begin wat wel en niet mogelijk is
8. Reflexivity
= Belangrijke kwaliteitsmaatregel, onmisbaar bij kwalitatief onderzoek (ivm bias/vertekening)
à Reflexiteit = rekening houden met jouw visie op het onderzoek, kritische houding
aannemen tegenover zichzelf
à Beïnvloeding door de onderzoeker (“researcher = main research instrument”)
“Researcher as main research instrument”: de onderzoeker bepaalt nog steeds waar de focus
in het onderzoek gaat liggen, analyseert de data, schrijft een rapport en bepaalt wat hij
includeert en excludeert.
5 soorten reflexivity:
» Introspectie – introspection:
Verkenning van onderzoekers eigen ervaringen en de betekenis hiervan voor verdere
inzichten en interpretaties binnen het onderzoek
“Wees bewust van je eigen denken en verwachtingen.”
» Intersubjectieve reflectie – intersubjective reflection:
Focus op relatie onderzoeker – participant
à Bewust zijn van de manier waarop deze relatie het onderzoek beïnvloedt
“Heb ik een invloed gehad op wat ze mij verteld en getoond hebben?”
» Wederkerigheid – mutual collaboration:
Samenwerking met deelnemers
à Context van de relaties binnen het onderzoek (partners, onderzoeker, participant)
beïnvloeden het proces van het onderzoek.
» Social critique:
Kritische kijk op de machtsrelatie (onderzoeker-participant) & sociale positie vd
onderzoeker
(Machts-)relatie: collega’s gaan misschien niet alles willen zeggen tegen jou.
» Discursive deconstruction:
Taal en de verschillende betekenis(sen) hiervan
Wees bewust van je woordkeuze.