● Klinische psychodiagnostiek
= oordeelsvorming aangaande psychische disfuncties of gedragsmoeilijkheden en sterktes
→ benadering van probleem op wetenschappelijke psychologie gebaseerd
→ persoon zodanig begrijpen dat uit structurering van probleem relevante aanwijzingen voor
therapie volgen
→ procesmatig gebeuren in interactie tussen cliënt en clinicus
● Basisvragen:
1. onderkenning: wat is er aan de hand?
2. verklaring: welke uitlokkende en onderhoudende factoren? (verleden)
3. predictie: hoe gaat probleem zich verder ontwikkelen? (toekomst)
4. indicatie: is behandeling nodig en zo ja, welke?
5. evaluatie: is probleem voldoende verholpen door behandeling?
→ routine-outcome monitoring
1
,2
, Heuristieken in klinisch-diagnostisch redeneren
Heuristieken en biases
● Heuristieken
= op ervaring gebaseerde verkorte beslisroutes die vaak maar niet altijd tot correcte uitkomst leiden
→ gebruikt indien info onzeker of onvolledig is in klinische praktijk
→ kan leiden tot biases (vertekeningen, oordeelsfouten, vooroordelen, …)
● Satisficen
= stoppen met zoeken naar informatie en met beslissingsproces als ze tevreden zijn met uitkomst
→ niet perse best haalbare oplossing
● Maximizen
= zorgen voor maximaal correcte beslissing
→ vaak onmogelijk in klinische setting
● Soorten heuristieken:
1. geheugenheuristieken
= beslisroutes die gebruik maken van wat je je herinnert
2. aandachtsheuristieken
= beslisroutes die gebruik maken van wat jouw aandacht trekt
Geheugenheuristieken
● Beschikbaarheidsheuristiek
= hoe makkelijker iets in geheugen beschikbaar is, hoe makkelijker je het meeneemt in je verdere
beslisssingsproces
→ validiteit is afhankelijk van hoe accuraat geheugen is
→ gevaar: geheugen is feilbaar en makkelijk beïnvloedbaar
→ bekendheid met en opvallendheid van zaken leidt tot overschatting van waarschijnlijkheid diagnose
→ grote invloed van media en recency-effect
● Simulatieheuristiek
= hoe makkelijker het simuleren gaat, hoe waarschijnlijker je die gebeurtenis vindt
→ bij toekomstige gebeurtenis of contra-feitelijke hypothetische vraagstelling is info niet feitelijk
beschikbaar en kan je antwoord niet uit geheugen halen
→ oplossing: gebeurtenis mentaal simuleren
● Verankering en aanpassingsheuristiek / anchoring- and adjustment heuristiek
= verschijnsel dat van een willekeurige beginwaarde te weinig wordt afgeweken in eindoordeel
→ problematisch als anker disproportioneel grote invloed heeft op oordeel ten koste van relevantere
info die pas later beschikbaar wordt
→ vooral in diagnostische fase als info moet worden gecombineerd
→ bv.: experiment met cliënt vs. sollicitant
● Positieve teststrategie / confirmation bias
= men staat niet open voor ongelijk hebben en men neigt ertoe eigen ideeën te bevestigen
3
, → tegengesteld aan falsifiëren
→ self-fulfilling prophecy = vinden wat je verwacht te zullen vinden
→ gevaar: overconfidence
Aandachtsheuristieken
● Representativiteitsheuristiek
= een moeilijke vraag vervangen door vraag in hoeverre iets lijkt op prototype of representatief
voorbeeld (patroonherkenning)
→ gevaar: klachten die niet passen in prototypische beeld van stoornis worden vaak ten onrechte als
niet ter zake doende afgedaan
→ illusoire correlaties
= correlaties die niet zijn aangetoond maar waarvan men zich goed kan voorstellen dat ze er zijn
● Prototypes
= laten leiden door voorbeelden die voor hen typische representaties zijn van een stoornis gebaseerd
op eerdere ervaring
→ clinici beslissen meer via eigen prototypes dan criteria van DSM
→ gevaar: elke clinici ontwikkelt eigen prototypes
Klinische intuïtie
● Klinische intuïtie
= ingeblikte kennis die is verkregen na uitgebreid en expliciet leren uit handboeken en de klinische
praktijk
→ correctheid afhankelijk van onderliggende kennis (geheugen)
→ enkel om tot diagnostische hypothesen te komen en die dan bewust toetsen
● Voordelen:
1. waarschuwing geven dat er iets onverwachts gebeurt
2. snel beslissen bij tijdsdruk
Beter oordelen en beslissen
● Systematisch werken:
wetenschappelijk onderzoek kennen en wetenschappelijke methoden hanteren
→ via empirische cyclus
→ nog geen statistische modellen beschikbaar voor veel situaties
→ vaak niet gedaan omdat het cliënten ontmenselijkt
● Logica: moeilijk want gebaseerd op abstracte regels die expliciet worden aangeleerd
→ kijken naar vorm en niet naar inhoud van redenering
→ fouten tegen logica:
1. inductie = afleiden van wetmatigheid uit aantal voorbeelden
2. abductie = terug redeneren vanuit conclusies naar premissen (redenering omkeren)
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ifcdm. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.