Deze samenvatting is een nieuwe samenvatting, volledig up to date van de lessen van strafrecht in de eerste bachelor in de rechten aan de UGent.
Dit werd gemaakt aan de hand van het boek, de slides en notities tijdens de lessen.
De lessen werden gegeven door Tom Vander Beken. Alles staat er...
[Meer zien]
Laatste update van het document: 10 maanden geleden
ik behaalde een 15/20 dankzij deze samenvatting! Het is goed uitgebreid en de lessen hoeven hier eigenlijk niet voor gevolgd worden. Let wel op: door de wijzigingen in de strafwet weet ik niet of deze voor het academiejaar van 2024-2025 nog actueel is.
Titel 1. Algemene inleiding
HOOFDSTUK 1: DEFINITIE
Materieel strafrecht = geheel der gerechtsregels waarvoor bepaalde gedragingen strafbaar worden gesteld en
gesanctioneerd (verbodsbepalingen)
Formeel strafrecht = geheel van procedurele spelregels volgens welke het materieel strafrecht wordt
toegepast (strafprocesrecht)
-> beiden behoren tot publiekrecht (verticale verhouding: overheid – burger)
HOOFDSTUK 2: HISTORISCH OVERZICHT
DEEL 1. ARCHAÏSCHE STELSELS
Primitieve maatschappij; recht = mengelmoes v godsdienstige en morele normen
Talio-principe = oog om oog, tand om tand
Straffen is privéaangelegenheid door onder andere wraak -> geen centrale overheid die zegt wat mag en niet
mag
• Vooral gebaseerd op wet van de sterkte en niet op rechtvaardigheid
• Vb. duel, Kanun (bloedwraak; regel geldt dat 1e dag na moord wraak mag w genomen op hele familie
van de moordenaar; vanaf 2e dag mag enkel moordenaar zelf nog gedood w)
DEEL 2. DE MIDDELEEUWEN
HET OUDGERMAANSE STRAFPROCES (ACCUSATOIR)
Meer nadenken over procedures + straffen; overheid (feodale vorsten) treedt bemiddelend op (13e Eeuw)
Nog steeds stuk privaat: leidt wel tot platform tot proces maar rechter neemt passieve rol + partijen regelen
alles
RONDTREKKENDE RECHTERS (ENQUÊTE DU PAYS)
Doel: onderzoeken v reputatie v beklaagde (infamia-procedure)
Infamia-procedure: bij navraag van de reputatie bij andere mensen kan men mogelijk de persoon
kennen en al bevooroordeeld zijn en dit kan invloed hebben
Bewijs: bewijslast bij beklaagde + irrationeel bewijsstelsel
Straffen: gekenmerkt door ongelijkheid en wreedheid
Accusatoir: partijen bepalen zelf richting van proces: bemiddelende overheid, leidende partijen + rechter straft
enkel
Voorbeeld: VK/VS: een onderlinge deal tussen de partijen kan gesloten worden waardoor de rechtszaak vervalt
1
,HET INQUISITOIR STRAFPROCES
Actieve rol van rechter die de functie van openbare aanklager en rechter op zich neemt
Doel: vinden van de waarheid
Bewijs: bewijslast bij vervolgende partij + strikte bewijsreglementering
Straffen: nog steeds wreed en ongelijk (wetteksten <-> praktijk: minder erg dan in teksten)
Inquisitoir = rechter speelt actieve rol + probeert op neutrale manier waarheid te achterhalen: inbreuk op
persoon wordt als inbreuk op overheid gezien
≠ accusatoir: inbreuk op persoon blijft inbreuk op persoon
!!! zomaar bekennen is niet meer mogelijk want rechter oordeelt nu over schuld + klacht intrekken is ook niet
zomaar mogelijk want strafbare gedraging wordt gezien als inbreuk tegen overheid
Straffen tot 18e E: straffen als teken van macht > hoe zwaarder de straffen, hoe absoluter de machthebber
DEEL 3. DE VERLICHTING, HET ‘REVOLUTIONAIR’ STRAFRECHT EN DE CODIFICATIES VAN
NAPOLEON
A. DE VERLICHTING
Na Ancien Régime > socio-economische omwenteling + burgerij grijpt macht en stelt
Frankrijk verandert samenstelling van macht - > strafrecht verandert mee
‘Contrat social’ op om de maatschappij te organiseren
=> invloed op strafrecht + wordt vastgelegd in strafwetboek: wie + hoe + wat moet straffen?
Reactie op excessen van Ancien Régime = reactie op willekeur v rechters, wrede onderzoeksmiddelen (vb.
foltering) en wrede + ongelijk straffen. Enkel wat in het sociaal contract staat kan vervolgd + bestraft w door de
overheid
Strafrecht gebonden aan 3 belangrijke principes (≈ ‘Magna Carta’ van het strafrecht)
1. Legaliteitsbeginsel: geen straf zonder wet (-> rol rechters beperkt tot toepassing van de wet)
2. Proportionaliteitsbeginsel: straffen in verhouding tot ernst van feit (proportioneel)
3. Subsidiariteitsbeginsel: enkel optreden waar het werkelijk nodig is
Misdrijf/ius puniendi (=recht om te straffen) = schending van contrat social Sociaal contract opgesteld door
Montesquieu, Locke en Rousseau.
Doel: bescherming tegen willekeurig overheidsoptreden Strafrecht = bescherming van de burger
-> slechts die gedragingen zullen strafbaar worden gesteld waarvan bestraffing echt noodzakelijk is
Beccaria schrijft boek Trattato dei delitti e delle pene > concrete vertaling van 3 principes naar strafrecht
waarbij hij pleitte voor recht van verdediging
2
,B. HET ‘REVOLUTIONAIR’ STRAFRECHT
Frankrijk 1789 – Déclaration des droits de l’homme et du citoyen = verklaring van de rechten van de mens
à Eerste codificatie van het nieuwe staatsrechtelijke en verlichtingsideeën in strafwetboek. Dit is een logisch
uitvloeisel van het legaliteitsprincipe: geen straf zonder wet => nood aan codificatie
Invoering: jury + milde en vaste straffen: gelijkheid en voorspelbaarheid was absoluut, rechter moest niet
meer interpreteren enkel wet toepassen.
C. DE CODIFICATIES VAN NAPOLEON (ACHTERUITGANG BESCHERMING BURGER)
Code d’instruction criminelle 1808 : herinvoering inquisitoir systeem
Code Pénal 1810: herinvoering wrede en vernederende straffen + rechter krijgt beoordelingsmarge door
invoering van maximum- en minimumstraffen
DEEL 4. HET HUIDIGE STRAFRECHT IN BELGIË
A. DE GRONDWET VAN 1830
In 1830: voornemen om alle wetboeken te herzien (dus ook strafwetboek + wetboek v strafvordering)
Nieuw Strafwetboek (1867)
Wetboek v Strafvordering: nog steeds oude wetboek v Napoleon (1808)
B. HET STRAFWETBOEK
Oprichting Commissie herziening v Code Pénal (strafwetboek) in 1830 onder leiding van J.J Hauss (Gentse
hoogleraar) + in 1867 aangenomen door parlement
1976: oprichting Commissie voor herziening v strafwetboek + leidt tot voorontwerp v strafwetboek in 1985
2017: oprichting Commissie tot hervorming v strafrecht onder leiding van Joëlle Rozie en Damien
Vandermeersch: afwijkende versie van voorstel voor nieuw Strafwetboek ingediend in de Kamer (hangende in
de kamer)
C. HET WETBOEK VAN STRAFVORDERING
Oude wetboek v 1808: verouderd en uitgehold
1878 gedeeltelijk vernieuwd: ‘voorafgaande titel v het wetboek van strafvordering’ werd toegevoegd aan oude
wetboek van strafvordering
1991: commissie strafprocesrecht onder leiding van Franchimont => wet Franchimont
2015: commissie tot hervorming strafprocesrecht onder leiding van Verstraeten (Ht. 3 Theorieën over
strafrecht)
3
, HOOFDSTUK 3: THEORIEËN OVER STRAFRECHT
DEEL 1. INLEIDING
4 theorieën over strafrecht rond ius puniendi = vraag waaruit maatschappij het recht put om te straffen.
1. Klassieke leer: misdrijfgericht, strafrecht steunt op legaliteit en proportionaliteit, iedereen dezelfde
straf
2. Sociaal verweer/positivistische leer: dadergericht: waarom + wie wordt belangrijk, niet iedereen is
gelijk dus individualisering v straffen
3. Nieuw sociaal verweer: verzoening klassieke en positivistische leer
4. Nieuw realisme: terugkeer naar bepaalde elementen van de klassiek leer
MOGELIJKE FUNCTIES VAN DE STRAF:
1. Vergelding = straf moet onrecht vergoeden dat door misdrijf werd veroorzaakt
2. Verzoening = goedmaken, straffen waardoor slachtoffer gerechtigheid krijgt
3. Herstel van schade = terug goedmaken wat geschaad werd (kan richting slachtoffer/richting
maatschappij)
4. Algemene preventie = door vastleggen van misdrijf gaan we geen misdrijf meer plegen omdat we een
bepaalde straf riskeren => afschrikkende werking van straf ten opzichte van potentiële
wetsovertreders
5. Bijzondere preventie = als je gestraft bent geweest, zul je het niet meer opnieuw doen, want je hebt
geleerd uit je fouten => effect van de straf ten opzichte van de delinquent op wie ze werd toegepast.
6. Resocialiserende werking = mensen verbeteren en veranderen zodat ze terug in de maatschappij
passen
DEEL 2. DE KLASSIEKE LEER
A. ACHTERGROND
• Grote invloed op meeste wetboeken aangezien beiden rond dezelfde periode zijn ontstaan (19e eeuw)
• Neerslag van het gedachtegoed van de verlichting - > ius puniendi steunt op sociaal contract.
a. à Persoon die door gewilde gedraging de strafwet (onderdeel v sociaal contract) schendt,
mag hiervoor gestraft worden
• Mensbeeld: vrije mens met vrije wil (als men voor kwade kiest dan is bestraffing gewettigd)
• Morele schuld is de grondslag voor bestraffing (geen misdrijf zonder schuld)
• Mensen kiezen bewust voor criminaliteit
B. SCHULD EN STRAF
Nullum crimen sine culpa = geen straf zonder schuld > schuld is basis voor bestraffing
Als er geen schuld is bijvoorbeeld bij geestesgestoorden of minderjarigen dan is er ook geen straf.
Straf wordt bepaald door ernst van het misdrijf (proportionaliteit)
Ernst wordt bepaald door
1. Schade die erdoor wordt veroorzaakt
2. Schuld van de dader
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Goedestudent1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €9,99. Je zit daarna nergens aan vast.