Jade Orthopedagogiek 1.2 2017-2018
Orthopedagogiek 1.2
1 H1: GEWOON IN HET SPECIALE, SPECIAAL IN HET GEWONE
Voorwoord en nieuwe ontwikkelingen
o Vera Van Hove
o Betekenis titel
o Beschrijving ‘good practices’
o Brede doelgroep!
o Boek kwam tot stand dankzij enkele Diensten Begeleid Wonen
-> doorheen de jaren een brede expertice opgebouwd in de
nieuwe ontwikkelingen van het zorglandschap
o Cliënten wonen en werken in de samenleving
o Ondersteuningstraject -> gebaseerd op principe ‘ondersteuning
op maat’ en ‘flexibele ondersteuning’ waarbij de cliënt duidelijk
de regie van zijn leven in handen heeft
o Begeleider ondersteuning bieden -> aan huis (mobiel), wat een totaal ander gegeven is
dan ondersteuning bieden in een organisatie -> begeleider begeeft zich op eht terrein van
de cliënt
o Ondersteuning van cliënt aan huis -> samenwerken met het natuurlijk netwerk en regulier
professioneel netwerk een centrale plaats -> opvoeder als bruggen bouwer
1) ontwikkeld in 2010
= tijdschrift -> uitgegeven door het kabinet van minister
Vandeurzen
“Nieuw ondersteuningsbeleid voor personen met een handicap”
Doel:
o kwaliteit van het leven te laten stijgen
o maximale maatschappelijke participatie
o burgerschapsmodel! -> mensen met een handicap
volwaardige plaats in de maatschappij
▪ zorggarantie mensen met grootste
ondersteuningsnood
▪ geen wachtlijsten meer en zorg op maat van de
gebruikers -> vraaggestuurd
o Vermaatschappelijking van de zorg
o Evidence-based Practice (EBP)
Doelen moeten behaald zijn in 2020
2) Centrale speerpunten van het toekomstig beleid
o Vraagverduidelijking (= de wensen van de persoon, aandoelen werken, vraag
achter de vraag van de cliënt)
o Zorggradatie (= graag van zorg, residentiële zorg= zorg in groep bv: dagopvang.
Ambulante zorg = zorg thuis, men woont in een normale buurt en krijgt de nodige
zorg)
o Zorggarantie
o Soepeler regelgevend kader
o Aangepaste, fincanciële regeling
- Via deze speerpunten streeft ons beleid naar inclusie
3) Evidence-based Practices
o Theorie toepassen in de praktijk
1
,Jade Orthopedagogiek 1.2 2017-2018
o Beklemtoont meten= weten -> het is belangrijk om in onze interventies en acties
effectief te meten en na te gaan in welke mate we wel degelijke resultaten
geboekt hebben
4) 2006 opgesteld door VN
5) 2007 ondertekend door België
6) 2009 geratificeerd (officiële bekrachtiging van verdrag) in België
7) Vermaatschappelijking van de zorg
o De zorg wordt niet aan de rand van de samenleving georganiseerd, maar er
middenin.
o Centraal staat de zorgvrager in zijn buurt en de lokale gemeenschap
o Zorgvrager kan iedereen zijn
o Eerst netwerken, dan verder kijken
▪ YAR: Youth At Risk -> drempel is lager ipv residentieel kans om alleen te
wonen, vrijwilligers
8) Gelijkwaardigheid en diversiteit
▪ Kernbegrippen inclusie-gedachte
▪ Gelijkwaardigheid: zie cartoon met kisten om iets te kunnen zien
▪ Diversiteit: samenleving wordt gekenmerkt door diversiteit -> een gedifverseerde
samenleving betekent op lang termijn omdat we leren omgaan met verrijking
9) Begrip inclusie= gelaagd begrip
▪ Persoon bepaald volledig zelf
▪ Niet enkel deelnemen maar ook iets bijdragen (moet niet)
▪ Inclusie verwijst vooral naar sociale participatie
10) Wanneer iemand door de samenleving getolereerd wordt
▪ Persoon kan verder gaan tolereren = gedoogd worden
11) Voor veel cliënten is de weg naar samenleving = moeizaam proces
▪ Belangrijke rol weggelegd voor de professionele begeleider/opvoeder
12) Om te kunnen spreken van inclusieve samenleving
▪ Elke persoon met een beperking op alle domeinen participeren aan het
maatschappelijk leven
Krachtlijnen
1. Ik ben meer dan mijn beperking
2. Zie mijn kwetsbaarheid en veerkracht
3. Beschouw mij als ervaringsdeskundige
4. Betrek mij als actieve participant in het proces van vraagverduidelijking
5. Bied me ondersteuning die bijdraagt aan de kwaliteit van mijn bestaan
6. Geef me enkel gespecialiseerde ondersteuning waar nodig
7. Ondersteun me bij het ontwikkelen van mijn netwerk
8. Samen dingen doen bevordert mijn welzijn
9. Durf me loslaten
10. Ondersteun me bij het samenleven in de maatschappij
Ik ben meer dan mijn beperking
1.1.1 focus op de mens en zijn levensverhaal
- mens zijn
- grote heterogeniteit in zijn hulpverlening
- van de klemtoon op’ beperking’ naar de klemtoom op ‘de mens’
1.1.2 Het concept cliënt
- Breed concept
- Verschuiving van cliënt -> cliënt en natuurlijk netwerkt
- Uitdaging bij de verschuiving
- Draagkracht van de cliënt komt in het gedrang -> nood aan professionele ondersteuning ->
deze stap wordt vaak als moeilijk ervaren
▪ Tegengestelde belangen?
▪ Lange tijd zonder hulpverlening?
2
,Jade Orthopedagogiek 1.2 2017-2018
1.1.3 Wederkerigheid
- Inter-afhankelijkheid (interdependentie) -> streven naar onafhankelijkheid is niet altijd
mogelijk -> onafhankelijk mits ondersteuning
- Streeft men naar autonomie in verbondenheid
- Wederkerige samenwerkingsrelatie -> warme en aandachtige betrokkenheid
- Kracht van het ‘geven’ -> balans tussen geven en nemen
- De begeleider beseft dat men op de eerste plaats allebei mens is en in wezen niet zoveel van
elkaar verschilt
Zie mijn kwetsbaarheid en mijn veerkracht!
= aansluiten bij krachtbronnen
1.1.4 Een complexe samenleving
- Dagelijks leven is ingewikkeld
- Gigantische mogelijkheden en oppurtuniteiten
- Moeten cliënten deze norm ook behalen?
- Combinatie
▪ Bewust maken (bv: belang oudercontact casus)
▪ Soepel ermee omgaan
1.1.5 Kwetsbaarheid
- Op verschillende domeinen…
- Soms ook te maken met medische kosten, kansarmoede,…
- Kloof tussen cognitief <-> emotioneel functioneren
▪ Soms komen mensen sterk over maar hebben ze het emotioneel zwaar
- Kloof tussen kunnen <-> aankunnen
▪ Soms cliënten die aangeven dat ze geen hulp nodig hebben, dat ze alles aankunnen
nen niet de hulp nodig hebben die anderen nodig hebben met een beperking
Bieden van autonomie <-> bieden van ondersteuning
1.1.6 Mensen met een beperking ervaren een kloof
- Structureel: systematische uitsluiting en sociale ongelijkheid : onderwijs, juridische
ondersteuning, gezondheidszorg
- Gevoelskloof: bv gebrek aan eigenwaarde, erbij horen, ze voelen zich gekwetst en niet
serieus genomen
- Kenniskloof: weinig kansen gekregen om kennis te verwerven, soms is er sprake van
kennisleemten over de generatie heen
▪ ze krijgen soms te weinig of geen aangespaste info, ze krijgen weinig of geen
maatschappelijke spiegels voorgehouden
- Vaardighedenkloof: beperkt in hun vaardigheden door hun beperking (geldbeheer,
huishouden, opvoedingsvaardigheden of relationele vaardigheden)
Onder welke kloof vallen volgende voorbeelden?
- Basisrecht op werk wordt minder gewaarborgd STRUCTURELE KLOOF
- Niet weten wanneer je belastingsbrief moet binnen zijn KENNISKLOOF
- Leven met een sterk minderwaardigheidsgevoel GEVOELSKLOOF
- Eigen administratie niet kunnen bijhouden VAARDIGHEDENKLOOF
- Er niet in slagen je kinderen ‘s ochtends tijdig klaar te krijgen voor school
VAARDIGHEDENKLOOF
- Zich niet aanvaard voelen GEVOELSKLOOF
- Niet weten hoe je in orde blijft met kinderbijstand KENNISKLOOF
- Minder toegang tot gezondheidszorg STRUCTURELE KLOOF
Verbintenismodel Van Regenmortel (empowerment!) -> aanknopingspunten
Verbintenis met….
- Zichzelf: zicht krijgen op de eigen competenties en talenten, zelfvertrouwen ontwikkelen,
geloof in zichzelf hebben en mogelijkheden zien om grip te krijgen op het leven
- Anderen: duurzame relaties opbouwen met het natuurlijke netwerk, vrienden, kennissen,..
- Maatschappij: verlangen om deel uit te maken van de samenleving, zoeken aan hoe men kan
participeren aan het maatschappelijke gebeuren en wat zijn eigen inbreng kan zijn
3
, Jade Orthopedagogiek 1.2 2017-2018
- Toekomst: opnieuw durven dromen over de toekomst en bereid zijn om de bouwstenen te
leggen voor zijn toekomstig leven
1.1.7 Empowerment
= proces van versterking waarbij individuen, organisaties en gemeenschappen greep kijken op de
eigen situatie en hun omgeving en dit via het verwerven van controle, het aanscherpen van
kritisch bewustzijn en het stimuleren van participatie (Van Regenmortel) = cliënt sterker maken
a. Individueel niveau: cliënten vaardigheden aanleren, meer zelfvertrouwen te geven
▪ Bv: autisme -> training sociale vaardigheden
b. Groepsniveau: familie, buurt, werkomgeving
▪ Bv: een groep leerkrachten overlegt hoe ze een bepaalde situatie kunnen verbeteren
c. Sociaal-politiek niveau: meer toegankelijk maken van voorzieningen en hulpbronnen,
bevorderen positieve beeldvorming en bijsturen wet- en regelgeving
▪ M-decreet, regelgeving veranderen om empowerment te doen slagen
Beschouw mij als een volwaardige ervaringsdeskundige
Spreek mij aan, niet mijn begeleider!
Van een deskundigheidsmodel naar een samenwerkingsmodel
Deskundigheidsmodel
- Alwetende begeleiders
- Wij weten hoe
NAAR samenwerkingsmodel
- Cliënt en ervaringsdeskundige een gelijkwaardige dialoog -> ze werken samen -> partner in
hulpverlening (ouders)
“Het is vreselijk als hulpverleners beslissingen in onze plaats nemen. Eerst zijn ze poeslief en
proberen ze alles van je te weten te komen, dan proberen ze je in de psychiatrie te steken! Ze
geven nooit iets mee over je toekomst, er is altijd onwetendheid, je weet nooit wat er met je zal
gebeuren”
betrek mij als actieve participant bij de vraagverduidelijking
1.1.8 Van aanboddenken naar vraagsturing
Aanboddenken = all-in pakket -> vraagsturing = vraagverduidelijking
1.1.9 Van vraaggestuurde naar dialooggestuurde ondersteuning
- Vraaggestuurd: cliënt kiest zelf van wie hij ondersteuning wilt (stapje verder dan
vraaggericht
- Vraaggericht: vanuit de vraag van de cliënt, maar hier samen met cliënt en hulpverlener
- Of dialooggestuurd: wat heb je nodig?
- Wederkerige vraagsturing? Interactie met elkaar, ondersteuningsvragen vastleggen
- Wat doen we met zorgmijders of zorgmissers? -> ze vragen geen ondersteuning en
krijgen geen gepaste ondersteuning
1.1.10 Klant is koning?!
- Grenzen aan vraagsturing!
▪ Regelgeving, wetten (macroniveau)
➢ Bv: persoon moet 24/7 ondersteuning hebben maar dit mag niet omwille
de wet van privacy
▪ Organisatie (mesoniveau)
➢ Lage drempel, men kan bv geen wekelijkse sessies organiseren dan
▪ Begeleider (microniveau)
➢ Ze hebben soms niet door dat ze te ver gaan i.v.m aanraking
1.1.11 De vraag achter de vraag
- Doorvragen
- Ondersteuningsvraag herformuleren
- Creativiteit
4