Politicologie: namen
H1: Politiek en politieke wetenschap
T. H. Marshall Burgerschap vanaf de 20e eeuw mag niet alleen gezien w als een zaak v
burgerlijke en politieke rechten, sociale rechten zijn even belangrijk
Montesquieu Onderzocht heel systematisch staatsvormen en regimes (verschillen)
Tocqueville Vergelijken Amerikaanse sml met de Europese sml
Niccolo Hoofd van 2e kanselarij van republiek Firenze, gevangengenomen,
Machiavelli vrijgelaten en gaat schrijven boek: Il principe is een advies met als doel
de eenheid van Italië, hij koppelt politiek en moraal los van elkaar,
politieke deugd is een nuttigheidscriterium, het verhaal is gebaseerd op
empirische waarneming, de heerser moet respect en vertrouwen afdwingen
om zo zijn macht te behouden
Robert Dahl Veel onderzoek naar macht en democratie, polyarchie = een politiek
systeem, regime
David Easton Ontwikkelde de politieke kringloop
H2: Staat en macht
Magna Carta In dit document schok koning John fundamentele rechten en
vrijheden toe aan de Britse bevolking
Max Weber Onderscheid tss macht en gezag
3 vormen van gezag (= aanvaard, legitiem)
1) Traditioneel
2) Charismatisch
3) Rationeel-legalistisch
Amartya Sen Mensen zijn geneigd hun vrijheid op de meest optimale
wijze te beleven door al hun capaciteiten te benutten, zo
niet is er sprake v machtsuitoefening bvb hobby’s, cultuur
beoefenen, bijscholen
Noam Chomsky Nadruk op het feit dat massamedia zo sterk door een
marktlogica w gedomineerd, dat ze in praktijk de
Amerikaanse heerschappij legitimeren en verder
verspreiden
Plato Boek: “De staat” beschrijft een ideaal politiek systeem,
verregaande vorm v arbeidsspecialisatie, staat =
organisch geheel, pleit voor strakke staatsinrichting,
vrije wil ondergeschikt à staatsbelang, ‘onbaatzuchtige
elite’, hiërarchie, rationele inzichten
Aristoteles Politiek als organisch gegroeid geheel v regels en
omgangsvormen, mens v nature ‘een politiek wezen’ en
geneigd gezelschap v anderen op te zoeken (leven als 1
groep) organische visie op politiek
1
, Eudaimonia centraal =’goede leven’, voorstander publiek
debat, typologie v mogelijke staatsvormen politiek niet
beperkend volwaardig menselijk leven
Deugdenethiek: politiek is waardevol op zich
Augustinus van Somberdere visie op mens en sml: mens onvermijdelijk
Hippo besmet met erfzonde, neiging kwade opzoeken, aardse
stad kan nooit perfect zijn zoals de hemelse stad, het
bestuur vd aardse stad zorgt ervoor dat inwoners zich niet
overgeven à idolatrie en zondig gedrag, voorstander relatief
strakke regels
Thomas Hobbes Negatief mensbeeld, iedereen streeft v nature nr
eigenbelang, eeuwig conflict, oplossing: rationeel
inzicht, alle burgers staan vrijwillig soevereiniteit af aan
een soeverein heerser/Leviathan = absolute macht: orde
handhaven (sociaal contract) 0 ind. vrijheid
Jean-Jacques Positievere mensvisie, mensen = gedragen als rationele
Rousseau actoren, dwingend karakter staatsmacht, maar burgers
moeten doorslaggevende factor zijn bij politieke
beslissingen (ook sociaal contract): wil vh volk: volonté
général (=collectieve identiteit) (vrijheid belangrijker,
keuze om die af te staan)
H3: Breuklijnen en ideologieën
Lipset en Rokkan Ontwikkelen v historisch verklaringsmodel voor het
telkens weer terugkeren v dezelfde conflicten (verleden
bepaalt heden)
Ronald Inglehart In Westerse sml ‘stille revolutie’, psychologisch model:
mensen geneigd eerst elementaire behoeften bevredigen,
daarna aandacht voor postmateriele behoeften
Hanspeter Kriesi Probeert vanuit eenzelfde Lipset en Rokkan-inspiratie
ontwikkelingen vd laatste decennia te duiden. In Europa een
proces van denationalisering op economisch vlak (handel,
vrij verkeer van goederen en mensen) ook cultureel en
politiek, dit levert winnaars en verliezers op
Luc Huyse Twijfelen of er vandaag nog echte breuklijnen bestaan,
vooral kleine akkefietjes, telkens nieuwe, tijdelijke
opwindingen
Antoine Destutt Franse filosoof die ‘ideologie’ gebruikte om nieuwe
de Tracy wetenschap aan te duiden: de studie v ideeën en
opvattingen, hij ging ervan uit dat als we tot een
objectieve studie zouden kunnen komen vd menselijke
opvattingen, dit op den duur zal leiden tot een zuiver
onderscheid tss waarheid en verzinsel
Napoleon Vond wat Destutt de Tracy zei onzin, en gebruikte de term
ideoloog met een negatieve connotatie: iemand die zich
eerder laat leiden door hooggestemde idealen en niet door
de werkelijkheid
Marx en Engels Ideologie komt neer op een verdraaiing van de
werkelijkheid/vals bewustzijn, de bezittende klasse
verkondigt en dringt een bepaalde visie op aan de sml, die
2