DEEL 1: Organisaties, managers en management
Hoofdstuk 1: organisaties
Wat is een organisatie
Een organisate is een geheel of eenheid van mensen die op een bewuste manier bij elkaar zijn gebracht om
(een) specifek(e) gemeenschappelijk(e) doel(en) te verwezenlijken.
3 basiskenmerken:
Groep van mensen
Opgebouwd rond 1 of meerdere gemeenschappelijk(e) doel(en)
Bewust gecoördineerde eenheid die een doelgerichte structuur bevat
Kenmerken kunnen variëren in de tjd als resultaat van diverse invloeden
Externe = van buiten de organisate
Interne = ontstaan binnen in de organisate
Een organisatie… een groep van mensen
Organisates ontstaan en bestaan door toedoen van mensen
Mensen geven via hun denken en gedrag vorm aan organisates
Organisates bestuderen bestuderen imliciet ook menselijk gedrag
Binnen organisate: heterogene groep van medewerkers/ organisateleden waar de leden onderscheiden
worden:
Op basis van functe of rol (eigenaar, manager, arbeider)
Op basis van de hiërarchische verantwoordelijkheden en bevoegdheden (leidinggevend of niet)
Op basis van vakkennis/ expertse (designer, verkoper, boekhouder, technisch specialist, …)
Op basis van productbetrokkenheid
Op basis van regiobetrokkenheid
Op basis van sociodemografsche kenmerken (geslacht, leefijd)
Heterogeniteit en het bestaan van verschillen heef gevolgen voor de identfcate van het gemeenschappelijk
doel en de gehele structuur
Identfcate van het gemeenschappelijk doel is geen evidenteee
We gaan ervan uit dat het gemeenschappelijk doel steeds compatbel/verzoenbaar is met de waarden
en normen van alle groepen van organisateleden
Het wordt nog complexer indien we deze compatbiliteit uitgebreiden tot het individuele/
persoonsgebonden niveau (want mensen zijn heel verschillende wezes en streven zelfs binnen
eenzelfde groep naar andere doelen)
Structuur van de organisate: niet evident om verschillende groepen van organisateleden onder te
brengen in 1 samenhangend en werkend geheel
Naast heterogeniteit bestaan er gemeenschappelijk gedragen waarden en normen = organisatiecultuur =
persoonlijkheid van de organisate die het denken en handelen ban de integrale organisate stuurt
,e Door deel uit te maken van een organisate brengen de organisateleden hun groeps- en persoonsgebonden
waarden en normen binnen in de organisate
Organisatecultuur = een geheel aan gemeenschappelijke waarden en normen (is de persoonlijkheid van de
organisate die het denken en handelen van de integrale organisate stuurt)
Cultuur uit zich op zeer diverse wijzen:
Praktjken: werkvoorschrifen, afspraken, routnes, …
Symbolen: kleding, architectuur, logo’s, …
Mythes/ heldenverhalen uit het verleden
Rituelen: manier van mekaar aanspreken, vergaderen, …
Normateve waardeoordelen = guiding beliefs: wat is “goed” en wat is “slecht” “mag” “moet”
Onderscheid in rangorde:
Uitngsvormen die voor buitenstaanders snel zichtbaar zijn en relatef makkelijk veranderd/ vervangen
kunnen worden
Uitngsvormen die veel minder zichtbaar zijn en minder veranderbaar zijn = fundamentele
uitngsvormen
Kan op verschillende manieren voorgesteld worden
, Een organisatie… een gemeenschappelijk doel
Doiel = gewenste toekomstge toestand, het is iets waar de organisate naar streef
Organisateleden beslissen (in functe van eigen waarden, normen en wensen en of/ in functe van de externe
omgeving) wat de doelen van de organisate zullen zijn
Verschillende soorten doelen binnen een organisate onderscheiden:
Op basis van het voorwerp, doelen met betrekking tot de:
o Aankoop van grondstofen
o Aanwerving medewerkers
o Omvang van producte
Op basis van organisateniveau , doelen die betrekking hebben op
o De totale organisate
o Één bepaalde afdeling
o Één bepaalde groep van organisateleden
Op basis van tjdhorizon
o Langetermijndoelen
Middellangetermijndoelen
o Kortetermijndoelen
Op basis van vormelijk karakter
o Informele doelen die nergens staan geschreven in formele, raadpleegbare documenten
o Formele doelen die wel staan neergeschreven in ofciële, raadpleegbare documenten
Al deze doelen samen vormen een complex en omvangrijk geheel
Sommige doelen zijn onderling verbonden en ondersteunen elkaar = doieliencascadie/ doielienhiërarchiie
Andere doelen staan los van elkaar
Nog andere doelen werken elkaar zelfs tegen
Gevolg: ontstaan en omvangrijk complex geheel, niet vanzelfsprekend dat alle doelen door alle
organisateleden gekend zijn
Noodzakelijk: interventes inzake communicate en informateverstrekking
Doelen vervullen in een organisate verschillende functes:
Als richtlijn voor de actviteiten of gedragingen van organisateleden = RICHTINGGEVEND
Als richtlijn voor nieuwe, toekomstge beslissingen en doelen (sluit aan bij contnuïteitsdenken binnen
organisates) = MOTIVEREND
Als basis voor evaluate en controle op geleverde prestates van de organisate = LEGITIMEREND
Het giemieienschappielijkie doiel is meest centrale, overkoepelde doel van de organisate
Raakt meestal aan de bestaansreden
ee Identfcate van gemeenschappelijk doel gaat meestal terug op een reële of in de toekomst te verwachten
maatschappelijke nood én de bevrediging ervan via een bepaald product of dienstverlening
MAAR kan ook voortvloeien uit dominante, persoonsgebonden wensen van welbepaalde organisateleden
Het gemeenschappelijk doel bevat ook een aantal basiskeuzes met betrekking tot de verstrekte producten of
diensten: kenmerken, waarden en normen bij vervaardiging of verstrekking, de gebruikte technologie, …
, Deze basiskeuzes maken deel uit van de strategie van de organisate en vooral van de strategische missie
Opmerking:
Doelen en gemeenschappelijk doel zijn van belang voor het management van organisates
Managementactviteiten “plannen” en “controleren”
Een organisatie… een bewuste structuur of sturing
Opdat veel organisates samen het gemeenschappelijk doel realiseren via afspraken over de verdeling en
onderlinge afstemming van taken organisatiestructuur
Formele en informele organisate
FORMELE ORGANISATIE INFORMELE ORGANISATIE
Taken centraal (al dan niet gebundeld in rollen of Mens centraal (die de rollen of functes uitvoert)
functes)
Organisate bestaat onafankelijk van lidmaatschap Organisate bestaat enkel in functe van de mensen
van mensen
Afspraken expliciet en ofcieel neergeschreven in Afspraken zijn impliciet opgeslagen in het hoofd
regels, procedures en documenten
Afspraken zijn vrij vast en stabiel, enkel Afspraken zijn makkelijk veranderbaar via onderling
veranderbaar via ofciële procedures met overleg en persoonlijke afstemming; vrij fexibel
toestemming; weinig fexibel
ee Kunnen elkaar aanvullen en versterken of elkaar ondergraven
Opmerking:
Structuur vormt een belangrijk aandachtspunt
binnen het management van organisates
“Organiseren” en “leiden”
Cruciale elementen:
Purpose: ulteme doel/ bestaansreden
Type 1: specifek voor de shareholders
Type 2: specifek voor de stakeholders
Type 3: minder concreet, spreekt meer
tot te verbeelding, verwezenlijkt de beste bedrijfsresultaten
Strategy: hoe missie uitvoeren en concurrentevoordeel behalen (diferentate, kostenvoordeel)
Values: gelijk met beslissingen, wat is juist, wat is goed
Behaviour standards: conform waarden en doelstellingen, uiten wat er in de missie staat
PEST: Politek, Economisch, Soci demografsch en Technologisch