Deze samenvatting is een beknopte samenvatting van het boek gebruikt door prof. Desmidt tijdens zijn lessen. Het haalt op een gestructureerde manier, en volgens het boek, alle noodzakelijke informatie aan om te slagen voor het vak.
,Deel 1 – organisaties, management en managers
Hoofdstuk 1 – organisaties
1.1 een algemene definitie
Een organisatie is een geheel van mensen die op een bewuste manier bij elkaar gebracht om specifieke
gemeenschappelijk doelen te verwezenlijken.
Organisatie heeft 3 basiskenmerken:
- bestaat uit een groep mensen
- opgebouwd rond meerdere gemeenschappelijke doelen
- heeft een doelgerichte structuur
= die kenmerken kunnen variëren in tijd door interne of externe invloeden.
Management steunt op verschillende basiswetenschappen
1.2 een organisatie … een groep van mensen
Een organisatie heeft een heterogene groep van medewerkers (verschillende soorten mensen)
basis van soorten waarop organisatieleden kunnen worden ingedeeld:
- op basis van de functie
- = eigenaars, managers …
- Op basis van de hiërarchische verantwoordelijkheden en bevoegdheden
= leidinggevende die bevoegdheden uitdelen en niet-leidinggevende die ze uitvoeren
- Op basis van vakkennis en expertise
- Op basis van productbetrokkenheid
- Op basis van regiobetrokkenheid
- Op basis van sociodemografische kenmerken
= rond geslacht en leeftijd = alle mannen, alle medewerkers jonger dan 40
Heterogeniteit heeft gevolgen voor de identificatie van ‘gemeenschappelijk doelen’
gemeenschappelijke doelen zijn moeilijk te stellen aangezien ze niet allemaal verzoenbaar zijn met de waarden en
normen van alle groepen
Het geheel aan gemeenschappelijke waarden en normen die alle
organisatieleden delen is de organisatiecultuur
de persoonlijkheid van de organisatie
deze kan zich uiten via:
- Praktijken (afspraken)
- Symbolen (kledij)
- Rituelen
- Helden
- Normatieve waardeoordelen (wat is goed en fout?)
1.3 een organisatie … een ‘gemeenschappelijk’ doel
Doel: een gewenste toekomstige toestand. organisatieleden streven ernaar in functie van de eigen waarden en
doelen of door de omgeving.
Soorten doelen op basis van:
- Het voorwerp ( aankoop van grondstoffen, aanwerving van medewerkers)
- Het organisatieleden
- De tijdhorizon (langetermijndoelen)
- Het vormelijk karakter (informele doelen, formele doelen)
Sommige doelen zijn onderling met elkaar verbonden of ondersteunen elkaar leidt tot een doelenhiërarchie
1
, Doelen vervullen verschillende functies:
- Als richtlijn voor de activiteiten of het gedrag van organisatieleden
- Als richtlijn voor nieuwe toekomstige beslissingen en doelen
- Als basis voor evaluatie
Het ‘gemeenschappelijk doel’ = de bestaansreden van de organisatie
de identificatie wordt gebaseerd op de in de toekomst te verwachten maatschappelijk nood én de bevrediging
ervan via een product op dienstverlening.
kan ook voortvloeien uit dominant, persoonsgebonden wensen van bepaalde organisatieleden
bevat ook een aantal basiskeuzes met betrekking tot de verstrekte producten/diensten
die basiskeuzes maken deel uit van de strategie van de organisatie: de missie
1.4 een organisatie … een bewuste structuur of sturing
De veelheid aan organisatieleden die helpen tot het realiseren van de doelen
vraagt structuur. Deze leidt tot de organisatiestructuur.
Deze structuur kan formeel en informeel zijn
beide soorten kunnen elkaar aanvullen en versterken
1.5 een organisatie … externe invloeden of de omgeving
Door interne samenwerkingsverbanden vervagen de grenzen tussen interne
en externe omgevingen.
Virtuele organisatie een netwerk van diverse, onafhankelijke organisaties waarbij elke organisatie één bepaalde
taak voor haar rekening neemt.
= door die onderlinge taakverdeling vormen ze een geheel
De externe omgeving wordt vaak opgedeeld in diverse deelomgevingen: de specifieke ‘taak- of micro-omgeving’ en
de algemene ‘macro-omgeving’
A) de taakomgeving
Taakomgeving = het deel van de externe omgeving waarmee de organisatie direct en wederzijds interageert.
De klanten
= veel organisaties ontlenen hun bestaansrecht aan het vervullen van behoeften van hun klanten
De toeleveranciers
= doelen kunnen pas gerealiseerd worden wanneer ze beschikken over de juiste materialen
De distributeurs
= dienstverlening op een gepaste wijze tot bij de klant brengen
De concurrenten
= organisatie die gelijksoortige diensten/producten aanbieden
- directe concurrenten: quasi dezelfde producten
- indirecte concurrenten: nieuwe organisaties die in de nabije toekomst directe concurrenten kunnen worden
(potentiële toetreders) OF organisaties die andere producten aanbieden maar die wel eenzelfde behoefte
voor de klant denken (verstrekkers van substituutproducten)
De externe financiers
Interne geldverstrekkers : verstrekkers van eigen vermogen familieleden, eigenaars
Externe geldschieters: vreemd vermogen kapitaal die slechts enkele tijd beschikbaar is, kunnen ook subsidies zijn
door de overheid
2
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper elise-bossuyt. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,86. Je zit daarna nergens aan vast.