25/10/2018 Toegepaste Taalkunde De Sutter
3.4. Skopos (en andere functionalistische benaderingen)
De skopostheorie is een reactie op de overdreven taalkundige belangstelling binnen de
taalwetenschap. De taalverschuiving waar je gaat kijken naar woorden die gebruikt zijn
in de brontekst en naar woorden die gebruikt zijn in de doeltekst en dan gaat natrekken
wat er verschoven is of er iets verschoven is en zo ja wat. Is het een equivalence of is
het een adaptatie of een transpositie? Een heel enge blik op heel kleine
verschuivingetjes, die tijdens een vertaalproces onvermijdelijk zijn.
Mensen van de skopos theorie vonden dat interessant, maar ze vonden dat beperkt en ze
rekte de blik uit door meer aandacht op te eisen voor de functie van de vertaling in de
doelcultuur. Niet zozeer bezig zijn met de vergelijking tussen de brontekst en de
doeltekst, maar meer kijken van hoe functioneert of wat is de bedoeling van de vertaling
binnen de doelcultuur. Als je dat schematisch zou voorstellen:
Je hebt een broncultuur (BC) met in die broncultuur allerlei producten. Die producten
kunne teksten zijn of kunnen films en series zijn. het kan van alles zijn. binnen de
broncultuur fungeren er natuurlijk teksten die rechtstreeks in de taal van de broncultuur
zijn geschreven. We lezen natuurlijk ook heel veel vertaalde fictie, bv. Harry Potter. Dat
zit allemaal in die broncultuur. Zowel vertalingen als niet-vertalingen functioneren binnen
een bepaalde cultuur. Wat de taalkundige strekking van een taalwetenschap deed met
die vertaalverschuivingen en met die aandacht voor equivalentie zijn eigenlijk twee
specifieke elementen van een brontekst en doeltekst met elkaar vergelijken en zien hoe
equivalent het is en wat er allemaal verschuift. Ze vergeten eigenlijk dat die doeltekst
natuurlijk ook moet functioneren binnen een veel breder veld, namelijk binnen het veld
van de doelcultuur. De vertaling van Harry Potter moet hier zijn weg vinden in allerlei
producten die hier al aanwezig zijn in de Nederlandse doelcultuur en dat willen de
mensen van skopostheorie gaan doen. Ze willen geen aandacht hebben voor die twee
individuele teksten (kruisjes), maar ze willen aandacht voor de functie, bedoeling van die
ene doeltekst (rechts) binnen de hele verzameling van alle elementen, van alle talige en
niet-talige producten binnen de doelcutluur, dus verschuiven ze het perspectief op de
vertaling. Ze zeggen dat de vertaling meer is dan een bron- en doeltekst met elkaar
vergelijken, ze willen een bredere kijk hebben op wat een vertaling is. Ze willen gaan
kijken hoe een vertaling functioneert binnen een doelcultuur. Die doelgerichtheid kwam
al voor de eerste keer heel voorzichtig aanbod bij Nida met zijn dynamische equivalentie,
waarbij voor het eerst duidelijk werd dat het niet alleen gaat hoe een vertaling zich houdt
ten opzichte van een brontekst, maar ook wat de bedoeling is van die doeltekst in een
cultuur waar die tekst moet gaan functioneren. Na de zeer linguïstische taalkundige fase
komt er een functionalistische fase, dat zijn dan de functionalistische benaderingen,
waarbij het dus gaat over de functie van een doeltekst binnen de doelcultuur. Er zijn
verschillende functionalistische benaderingen en skopostheorie is daar 1 van. Wij gaan
het enkel hebben over de skopostheorie, want dat is de belangrijkste en bekendste
theorie.
3.4.1. Definitie van skopos
De linguïstische typologieën van verschuivingen bv. verschuiven naar de achtergrond ten
voordele van een meer functionalistische benadering. De skopostheorie is één van die
benaderingen, die ontwikkeld is door Reiss, Vermeer, Nord en Venuti. Dat zijn de mensen
die de skopostheorie op de kaart hebben gezet en hebben uitgebracht. Het gaat daarbij
over de functie, bedoeling van de vertaling binnen de doelcultuur, waarbij je natuurlijk
ook rekening houdt met de doelpubliek. Alles wat met de doel van een tekst te maken
heeft, dus met de doelstelling van een tekst: is het een overtuigende of informatieve
1
, tekst? En ook het doelpubliek: voor wie is het eigenlijk bedoelt? Dat zal allemaal een rol
gaan spelen binnen die skopostheorie, binnen allerlei functionalistische benaderingen.
Skopos is een term die Reiss en Vermeer geïntroduceerd hebben in hun werk in 1984.
skopos is ontleend aan het Grieks en in het Grieks betekent het eenvoudig weg ‘doel’.
Dat maakt ook duidelijk waarom zij voor skopostheorie hebben gekozen, want het is een
theorie die rekening houdt met de doel van de tekst, met de doel van de vertaling. Zij
hebben hun theorie gebaseerd op een reeds bestaande theorie in een ander veld,
namelijk de action theory, waarbij vertalen als een een doelgerichte activiteit gezien
wordt (vandaar action). Vertalen is een doelgerichte activiteit, met als doel om te
bemiddelen tussen verschillende culturen, waarbij je dus heel veel rekening moet houden
met de bedoeling van de tekst, met de bedoeling van de vertaling in de doelcultuur en
met het doelpubliek, voor wie de tekst is bedoelt.
Centraal in die benadering staat dus het doel van die vertaling, de functie van die
vertaling in de doelcultuur en ook de vertaalactiviteit. Welke strategieën kan je hanteren
om een tekst die oorspronkelijk in een andere taal is opgesteld, in een andere cultuur
gefunctioneerd heeft. Hoe kan je die tekst nu gaan vertalen en omvormen zodat die
tekst, die vertaling in de nieuwe doelcultuur kan functioneren. De belangrijkste taak van
een vertaler vonden de mensen van de skopos theorie is om een functionele adequate
vertaling af te leveren, dat wil dus zeggen een vertaling die de doelstelling die
vooropgesteld is kan realiseren. Dat is de hoofdtaak van een vertaling, dat is de
hoofdtaal van een vertaler. Het doel realiseren, dat is een adequate vertaling. Dat is iets
heel anders dan een equivalente vertaling. Bij een equivalente vertaling probeer je de
boodschap uit de bron over te brengen in de doeltekst, dan ga je echt gaan kijken naar
de relatie tussen de brontekst en de doeltekst, bij equivalentie. Bij een adequate
vertaling is die relatie met de brontekst niet meer zo belangrijk, wat wel belangrijk is, is
dat de vertaling die je geproduceerd hebt goed functioneert binnen de doelcultuur,
doelmatig is. Dat is een heel grote verschuiving in visie wat vertalen is en zou moeten
zijn. Om een adequate vertaling af te leveren, moet je dus als vertaler heel goed weten
wat de bedoeling is van de tekst en dat moet je aan jouw opdrachtgever vragen: ‘Wat wl
je dat ik bereik met mijn vertaling en wie moet ik bereiken? Wat is mijn doelpubliek?’.
Als je die twee parameters niet kent, dan kun je geen vertaling maken volgens de
skopostheorie, maar volgens de equivalente theorie kan je dat wel, want dan heb je
enkel uw brontekst nodig. Die instructies die je krijgt van jouw opdrachtgever, want je
gaat nooit of bijna nooit een vertaling aanvatten omdat je daar zijn in hebt, je krijgt dus
een opdracht van iemand en de opdracht die de opdrachtgever je geeft noemt men in
wetenschappelijke kringen en ook in de praktijk een translation brief. Dat zijn eigenlijk
de instructies die je als vertaler krijgt van een opdrachtgever en waarin dus ook iets
moet staan over het doelpubliek en over de bedoeling van de tekst, als je een adequate
vertaling wilt afleveren. Merk op dat Reis en Vermeer ook een ander begrip gebruikten
voor vertaling, zij noemden een vertaling ook een translatum. Zij zien translatum als een
synoniem voor een vertaling.
Om het hele idee achter die skopostheorie te illustreren is er een vb. op de PowerPoint.
Stel dat je een literaire tekst moet vertalen bv. van het Duits naar het Nederlands, dan
kun je daar als vertaler die functionalistisch is ingesteld niet gaan beginnen als je enkel
de brontekst krijgt. je hebt meer informatie nodig over jouw doelpubliek en de bedoeling.
Stel dat de bedoeling is dat je een literaire hoogstaande vertaling of literaire hoogstaande
tekst moet afleveren, die moet functioneren binnen de culturele elite van de doelcultuur,
dan zal je als vertaler ervoor moeten zorgen dat je een stilistisch zeer hoogstaande
vertaling aflevert, want jouw doelpubliek is de culturele elite. Stel dat je die zelfde tekst
of roman uit het Duits naar het Nederlands moet vertalen, maar de vertaling is bedoelt
voor studenten die in het Nederlandse taalgebied Duits willen leren. Dat is dus een heel
ander doelpubliek, die een heel andere bedoeling heeft met de tekst. Als je die tekst gaat
vertalen, dan is het veel minder belangrijk om een stilistische hoogstaande vertaling af te
leveren, want dan ga je er als vertaler er proberen voor te zorgen dat je in jouw
2