29/11/2018 Toegepaste Taalkunde De Wilde
H2. Evaluatie van taalvaardigheden en het Europees Referentiekader
Inleiding
Evalueren voor taal is het meten van kennis en van vaardigheden. Wat doe je eigenlijk
als je meet? Je kijkt naar de verschillen. Op basis van resultaten, als je een uitspraak
doet, dan zie je wat een beter resultaat heeft en dan meet je wat verschillen zijn tussen
de verschillende taalleerders.
Belang
De metingen zorgen ervoor, dat je beslissingen neemt en vaak is het zo, dat je 1 of
meerdere toetsen doet en dat je daarvoor een score krijgt en doordat je die score haalt
op een toets is dat jouw taalvaardigheid. Het is belangrijk voor een leerkracht of voor
iemand ander, naargelang de situatie, om soms mensen te evalueren en te weten wat
hun taalvaardigheid is, omdat het natuurlijk belangrijk is dat je geïnformeerd bent en
daarom worden testen afgenomen. Je moet natuurlijk ook weten dat een toets vaak een
momentopname is. Als je een slechte dag hebt, dan heb je pech, daarom zijn er, in veel
vormen van onderwijs, meerdere toetsen, zodat je toch meer dan 1 momentopname
hebt of zodat je voor bepaalde moment kan zien wat iemand kan en dan kan je daar een
geïnformeerde beslissing overnemen.
Soms gebeurd het dat er voor bepaalde omstandigheden dat je maar 1 keer kan meten
en dan is het belangrijk dat je het goed doet op dat moment. Er is een belangrijk verschil
tussen wat men een high stake toetsen en een low stake toetsen noemt. Hig stake wilt
zeggen dat er daar veel van af hangt. Een high stake toets, kan een toets zijn die beslist
of je wel of niet een job hebt. Als er nieuwkomers in een land zijn moeten da ook, om
aanspraak te maken op allerlei voordelen, soms een taaltoets doen en natuurlijk is dat
ook een high stake toets. Als je kan aantonen dat je een bepaalde beheersing hebt van
het Nederlands, dan kom je soms niet of wel in aanmerking voor een sociale woning. Er
hangt soms heel veel vanaf. Een high stake toets kan ook bepalen of je mag over mag
gaan naar het volgende jaar. Het is voor interpretatie vatbaar, want de ene steek is al
wat higher dan de andere, maar het wil zeggen dat er veel vanaf hangt. Van een low
stake toets hangt er veel minder vanaf, dat is bv. als een leerkracht wilt weten wat de
leerlingen in zijn/haar klas al kunnen en die doet een soort van een oriënterende toets of
een diagnostische toets met als doel om daar dan het onderwijs zo goed mogelijk op af
te stemmen, dat is voor de leerder een low stake test. Er hangt niet zoveel van af. De
leerkracht, die neemt die toets af met de bedoeling om die leerling zo goed mogelijk te
begrijpen. Dat is een heel ander soort toets. Het belangrijk om te weten, dat er twee
soorten bestaan.
Intrinsieke problemen taalevaluatie
Als je een taal gaat evalueren, dan is de taalstaal, dat wat je uit de toets haalt, altijd
beperkt is. Er zijn geen toetsen waar je iemand urenlang laat schrijven of spreken of
luisteren of lezen, doordat die toets geen dagen kan duren, is dat altijd beperkt. In die
zin, is dat een belangrijk probleem bij het evalueren van taal.
Stel je wilt weten hoe spreekvaardig iemand is. Je evalueert die altijd in een bepaalde
situatie met bepaalde spreekoefeningen. Er zijn ook altijd heel situaties, die je niet
evalueert. Bv. een leerkracht Engels literatuur die geen Nederlands kan praten of niets in
het Nederlands van de leerstof kan uitleggen, die kan misschien beter in het Nederlands
bij de bakker iets bestellen, of die kent misschien meer Nederlandstalige woorden voor
een koffiekoek, dan zijn leerlingen kennen in het Engels, dus als hij een heel specifieke
spreekvaardigheid toets geeft zal hij misschien op sommige vlakken beter scoren dan zijn
studenten of omgekeerd, dus wat je krijgt is altijd heel beperkt.
1