13/12/18 Toegepaste Taalkunde De Wilde
H6 Woordenschatverwerving in een vreemde taal
Verschillende facetten VTV
De afgelopen weken hebben we het vooral gehad over de manieren waarop taaldidactiek
werd gedaan. In het verleden was er heel veel aandacht voor grammatica, maar vandaag
is er meer en meer aandacht voor woordenschat, omdat men heeft gemerkt dat het toch
vooral woordenschat is, die de betekenis draagt. Dit hoofdstuk gaat dieper in op het
verwerven van woordenschat.
Hoeveel woorden ken je in jouw moedertaal
Men heeft bij het onderzoek gekeken naar de woordenschatkennis in de moedertaal. Een
van de initiële vragen was; hoeveel woorden iemand kent in zijn/haar moedertaal. Men
heeft dan kunnen onderzoeken en men heeft gevonden, dat een opgeleide
moedertaalspreker, dus iemand met een diploma, ongeveer 40 000 woorden kent op het
einde van de middelbare school, dat wil dus eigenlijk zeggen dat je 2.000 à 3.000
woorden per jaar leert. Het wil zeggen dat je gemiddeld tot op het einde van de
middelbare school 5 à 8 nieuwe woorden per dag leert. We staan hier niet zo bij stil. Wij
hebben gekozen voor de talenopleiding, dus we zouden meer taalvaardige aangelegd
zijn, waardoor er veronderstelt wordt dat we nog meer woorden kennen. Het gaat hier
dan ook om een gemiddelde.
Hoe heb je die woorden geleerd in je L1?
De vraag is, je kent ongeveer 40 000 woorden, hoe heb je die geleerd? Hoe ben je zover
gekomen? We zijn zover gekomen door een aantal dingen te doen. Dit is niet zozeer door
lijstjes te studeren, maar door te luisteren, te lezen, te spreken of te schrijven. Door te
luisteren en te lezen of ook wel kijken, dat staat er niet bij op de PowerPoint, maar
vandaag leren mensen ook een aantal woorden door bv. televisie te kijken. Luisteren,
lezen en kijken zijn eigenlijk input, dat is de taal waaraan je wordt blootgesteld, dus de
taal dat je binnenkrijgt, maar je leert ook woorden door ze te spreken en te schrijven,
dus door de output, dus door de taal die je zelf communiceert.
Wat is het verschil tussen woorden leren in een L1 en een L2?
Een aantal weken geleden hebben we gesproken over de Four Strands en Paul Nation.
Nation zegt ook op een bepaald moment, dat één van die strands Meaning Focused
Output is, want hij zei en zegt, dat die output er ook voor zorgt, dat je opmerkt wat je
nog niet zo goed kan en waar de gaten in de kennis zitten, dus ook als je spreekt en
schrijft leer je, omdat je nieuwe woorden gaat opzoeken, dingen die je wilt vertellen,
enz. Als je woorden leert in jouw moedertaal of in een vreemde taal of in een tweede
taal, dat gaat niet helemaal op dezelfde manier. Er zijn een aantal verschillen. Er zijn een
aantal zaken die het moeilijker maken om nieuwe woorden te leren in de vreemde taal
en er zijn een aantal voordelen als je nieuwe woorden leert in een vreemde taal.
Wat is eigenlijk het basisprobleem met woorden leren in een vreemde taal? Als je het al
een probleem kan noemen. In een vreemde taal krijg je veel minder input, dan als in
jouw moedertaal. Als je een moedertaalspreker bent in een bepaalde taal, dan groei je
op met die taal en over de jaren heen krijg je heel veel input in die taal. Je komt ook op
heel veel manieren met die taal in contact en dat is vaak veel minder zo in een vreemde
taal. Het is natuurlijk een beetje te zien waar je die vreemde taal leert. Als je bv. morgen
naar Duitsland verhuist of een kind verhuist naar Duistsland als het 3 of 4 jaar is, maar
die is wel oorspronkelijk in het Nederlands opgevoed, dan zal het natuurlijk anders zijn,
1